733 keer bekeken

Boek: De volksverhuizingen

  • zaterdag 22 mei 2021 @ 15:19
    #4
    reactie op (#1) bernard-de-clairvaux

    Van het boek Volksverhuizingen verscheen er een uitgebreide recensie van Tjerk de Reus in het Friesch Dagblad:

    Religie en godsdienst hadden in vroege middeleeuwen impact op vrijwel alles.
    De krijger én de heilige, die staan aan de basis van Europa, schrijft Dick Harrison in zijn boek De volksverhuizingen. Hij vertelt hierin over de vroege middeleeuwen, met veel aandacht voor ‘Het Bovennatuurlijke’.

    De Volksverhuizingen - Dick Harrison
    720 bladzijden - 39,99 euro

    We leerden het vroeger al op school: de vroege middeleeuwen, dat was geen belangwekkend tijdvak. Tegen het einde van de middeleeuwen werden de grote kathedralen gebouwd, in Reims en Chartres, toen ging het vast al iets beter. Maar daarvoor? ‘Duistere middeleeuwen’, luidde de gangbare aanduiding.

    Van deze versimpeling en laatdunkendheid zijn historici echter teruggekomen. De periode na de verdwijning van het Romeinse Rijk was niet per se een terugval, maar juist een tijd waarin Europa een nieuwe vorm kreeg. Omdat het overkoepelende staatsbestel van de Romeinen verdween, kwam er ruimte voor een cultureel en politiek veelkleurig continent. Als je er zo naar kijkt, zijn de duistere middeleeuwen juist dynamisch en interessant.

    Romeinse rijk
    Wie van dit tijdvak een beeld wil krijgen, kan veel plezier beleven aan De volksverhuizingen van Dick Harrison. Deze historicus vertelt in zijn vuistdikke boek over het Europa vanaf de langzame aftocht van het westelijke Romeinse Rijk tot aan Karel de Grote: ongeveer van 375 tot 800. Toen waren de middeleeuwen nog niet voorbij, die zouden voortduren tot 1500. Maar daarover schrijft Harris niet, het gaat hem om de eeuwen meteen na de Romeinse tijd, waarin grote bevolkingsgroepen zich door Europa verplaatsten: de volksverhuizingen.

    Religie en godsdienst hadden in deze eeuwen grote impact, reden waarom Harrison er uitvoerig aandacht aan besteedt. Hij vertelt over pilaarheiligen en Spaanse Jodenhaat tot astrologie, machtige bisschoppen en kloosters waar men mooie handschriften vervaardigde. En je komt er namen tegen die je misschien herkent – Gregorius van Tours, Paulus Diaconus, Beda Venerabilis – maar die nu een plekje toegewezen krijgen in een breed geschetste ontwikkeling.Een van de hoofdlijnen die Harris naar voren brengt, ten aanzien van deze eeuwen, is de grote organiserende kracht van het geloof. Vandaag is voor de meeste mensen geloof iets persoonlijks, met slechts beperkte betekenis voor de buitenwereld. Maar dat was toen anders, eerder andersom.

    Macht en politiek hadden graag de wind in de rug van het geloof. Maar daar moest je als lokale machthebber wel iets voor doen. Bijvoorbeeld door je te binden aan een heiligencultus. Als in een bepaalde streek een diepe verering bestond voor een specifieke heilige, verbonden aan een kerk, dan deed de vorst van die regio er goed aan om zich aan te sluiten bij deze volksspiritualiteit. Bijvoorbeeld door de bouw van een klooster te financieren, naast de bestaande kerk, en die expliciet te wijden aan de heilige in kwestie. Dit versterkte vanzelf de positie van de wereldlijke machthebber.

    Niet heel vreemd natuurlijk, dat het zo werkte. En het hoeft niet tot de conclusie te leiden dat het christendom in wezen machtspolitiek was. Hoewel Harris zover niet gaat, lijkt hij wel die neiging te hebben. Toen de kloosters in Gallië, Frankrijk, in de zesde eeuw, steeds meer invloed kregen, schrijft hij ergens, ‘werden ze automatisch een van de machtsbronnen van de samenleving’. Macht dus in hechte verwantschap met geloof – iets waar we vandaag huiverig tegenaan kijken. Wie graag deze verbinding aan de kaak wil stellen, zal veel van zijn gading vinden in de vroege middeleeuwen, ook in Harris’ boek.

    Het christendom fungeerde, naar de aard van de toenmalige cultuur, als politieke religie. Wat er geloofd werd, bepaalde ook de inrichting van de samenleving. Harris is zelfs geneigd het hoofdaccent te leggen op deze uiterlijke kant van het geloof, meer dan op de spirituele beleving. Koningen, keizers, aristocraten en bisschoppen vonden de ‘daadwerkelijke manifestatie van de ideologie’ het belangrijkst, schrijft hij, en niet ‘de geloof- en denkpatronen op zich’. Harris bedoelt hier dat de zichtbare kerkelijke praxis belangrijk was en het kerkelijke instituut, niet de innerlijke kant: de ervaring van de ziel.

    Heiligenlevens
    Dat mag zo zijn, vanuit het perspectief van macht en maatschappij, maar die religieuze dimensie was er natuurlijk wel. Dat blijkt uit de enorme hoeveelheid heiligenlevens – biografieën – die in deze eeuwen de ronde deden. Het volk zocht daarin zekerheid in het geloof, tegen de achtergrond van de vele onzekerheden van het leven. Dit vormde een sterke religieuze ‘ondergrond’ in de samenleving, waarop machthebbers graag hun kastelen bouwden.

    Je kunt je erover verbazen dat de oude christelijke discussie over het zogenoemde arianisme in dit boek een rol speelt. Arius, bisschop van Alexandrië rond het jaar 300, loochende de godheid van Christus. Dat leverde in de vierde eeuw een felle kerkstrijd op, die beslecht werd op de concilies van Nicea en Constantinopel. Door de volksverhuizingen, dus de immigratie van volkeren uit de regio rond de Zwarte Zee, kwam het ariaanse geloof in West-Europa terecht. Deze ‘barbaren’ hadden namelijk kennisgemaakt met de ariaanse variant van het christendom, dankzij missionaris Wulfila die hen in hun thuislanden had bezocht.

    Sommige historici beschouwen de doop van koning Clovis rond 500 als een overwinning voor het katholicisme, maar daarover is Harris minder uitgesproken. Hij constateert dat je op de religieuze lappendeken van die tijd niet heel scherpe scheidslijnen ziet tussen katholieken en arianen. Zo is het ook maar gissen hoever het christendom, en met welke varianten, kon doordringen bij de bevolking op het platteland.

    Vooral in de steden was het christendom leidend, maar in de woeste streken die zich buiten het gezichtsveld van de stedelijke elite bevonden, tierde de aloude lokale religies waarschijnlijk nog uitbundig. Althans, voor zolang het duurde. Want het christendom rukte wel degelijk op, vaak in het kielzog van het expeditieleger van de graaf of de hertog, of zelfs van de koning of keizer.

    Compleet boek
    Harris schrijft in zijn boek over veel meer dan alleen godsdienst. Hij schetst de politieke lijnen in deze eeuwen, hij bespreekt gedetailleerd het praktische leven en het levensonderhoud, en ook alles wat te maken heeft met oorlogen, met macht en economie. Met ruim zeshonderd pagina’s lijkt dit een compleet boek, waarin het religieuze leven op duizend manieren verknoopt blijkt met mens, machthebber en maatschappij.

    Gewijzigd op 2021-05-22 15:25:38
  • zondag 01 november 2020 @ 22:46
    #3
    reactie op (#2) Calamandja

    Ik ben nou eenmaal een veelvraat en natuurlijk minder op pad anno nu. 

  • zondag 01 november 2020 @ 20:41
    #2

    Alweer een dik boek denk ik, na de Vikingen en het Jaar 1000; hoe jij al die kanjers kan absorberen in een korte tijd is mij een raadsel. 
    Hier geen tijd voor lezen de komende weken: op kleinkinderen letten tijdens het wegens Corona verlengde herfstverlof.

  • zondag 01 november 2020 @ 19:28
    #1

    Uitgeverij Omniboek is al een paar jaar goed bezig met historische publieksboeken, waarbij de middeleeuwen niet worden geschuwd. Zij hebben de Zweedse historicus Dick Harrison min of meer omarmd en na boeken over de Dertigjarige Oorlog en slavernij ook een derde boek van hem uitgegeven: De Volksverhuizingen. In het Zweeds heette het overigens 'de tijd van krijgers en heiligen'. Dat klinkt eigenlijk beter en dekt ook beter de lading. Het gaat immers over meer dan alleen de zogenaamde volksverhuizingen. Het boek blijkt overigens oorspronkelijk uit de jaren 90 te dateren en sindsdien zijn natuurlijk ook nieuwe inzichten ontstaan, met name vanuit de archeologie. Toch staat het boek als een huis en het is fantastisch dat weer eens een boek over de Vroege Middeleeuwen in het Nederlands verschijnt. Absolute aanrader voor de komende donkere maanden. Hier de recensie:

    De vroege middeleeuwen worden niet langer gezien als een spreekwoordelijk duister tijdperk. Vergeleken met het Romeinse Rijk en de latere middeleeuwen zijn weliswaar minder bronnen beschikbaar, maar het blijkt een dynamische periode waarin overheid en samenleving zich opnieuw moesten uitvinden. Dit boek biedt een bewonderenswaardige reconstructie van deze ontstaansfase van West-Europa, die begint met een heldere analyse van de militaire en politieke perikelen rond de zogenaamde volksverhuizingen en het einde van het Romeinse Rijk. Daarna wordt een breed beeld geschetst van samenleving, economie, religie en bestuur, waarbij geografisch verspreide ontwikkelingen met elkaar in verband worden gebracht. Geweld en geloof waren de prominente elementen in de nieuwe samenleving en droegen bij aan zowel stabiliteit als conflict. Veel onderwerpen en personages passeren de revue, maar de korte paragrafen en verrassende anekdotes houden het boek prettig leesbaar. Geïllustreerd met z/w afbeeldingen, kaarten en een kleurenkatern. Daarnaast een uitgebreid literatuuroverzicht.