1468 keer bekeken

En Dan(te) Was Er Dit Nog...

  • maandag 17 januari 2022 @ 13:17
    #13
    reactie op (#12) Marjoke

    Ik lees op de website van de uitgever dat men online een inlegvel (pdf) aanbiedt, waar wel de hele passage met M. opstaat. Inclusief de uitleg waarom Dante hem in de hel tegenkomt. Dante dacht dat M. een afvallige christen was, die zijn geloof afzwoer en zelf een nieuwe religie stichtte.  Waarschijnlijk keek men toen zo aan tegen de islam. Overigens hadden de pausen een eigen kuil in de hel. Elke foute paus werd op zijn kop in die kuil getimmerd, waarbij zijn voorganger meteen dieper in de grond werd geboord...;-)

  • maandag 17 januari 2022 @ 09:37
    #12

    Het zou het zelfde zijn als bij de volgende uitgave van de bijbel de duivel is verwijderd. Want je zou maar met je kunnen kletsen. Die zelfcensuur in het westen gaat heel ver.

    Klik hier om naar de website te gaan
  • donderdag 13 januari 2022 @ 14:28
    #11
    reactie op (#10) Calamandja

    Hee chef, dank voor de aandacht voor Dante. Geinspireerd door de eerdere berichten lees ik momenteel: 'From here to eternity. Reading Dante'. Een geweldig boek, waarbij op hoofdthema's als Macht, Vriendschap, Liefde etc... passages uit de Divina Comedia worden besproken, telkens in het licht van de toenmalige actualiteit en het leven van Dante zelf. Konkelende stadsbestuurders, verradelijke huursoldaten, geldbeluste Pausen en koninklijke machtswellustelingen: alles en iedereen wordt de maat genomen op een toon die soms bijna 'twitteriaans' lijkt. Zo direct schreef Dante zijn kritiek neer, vaak uitgesproken door de hoofdrolspelers die hij tegenkwam in zijn tocht door de hel en het vagevuur. De kritiek en frustratie van Dante was mede ingegeven door de verbanning die hij als stadsbestuurder aan zijn broek kreeg, precies het gevolg van al die twistzieke en hebzuchte personages.

    Toen ik in mijn eenzame jaren ooit een weekje in Praag was, kocht ik een prent uit de jaren '30 met zo'n horrorscene uit Dante's hel. Bij het samenwonen is die prent natuurlijk snel verdwenen, maar uit nostalgie ga ik hem opzoeken en dan draai ik er een cd bij uit dezelfde periode, eigenlijk een beetje mijn eigen vagevuur. Wat type ik nu allemaal.

    Ter afronding: als het allemaal doorgaat zijn we deze zomer 2 dagen in/bij Ravenna en ja, daar ligt het graf van Dante. 

    Gewijzigd op 2022-01-14 08:51:14
  • donderdag 13 januari 2022 @ 11:32
    #10
    reactie op (#7) Calamandja

    Nog een mooie videoclip in de letterlijke zin waarin conservators van The British Library mooie boekwerken en incunabelen voorstellen uit de Dante Collections.

  • zaterdag 09 oktober 2021 @ 09:35
    #9
    reactie op (#8) antonius_

    Inderdaad bijzonder!

    Ik ben al jaren een echte fan van Lendering, of toch tenminste van zijn artikelen...

  • vrijdag 08 oktober 2021 @ 12:18
    #8
    reactie op (#7) Calamandja

    dit is een bizondere analyse, welke het leven soms ook weer overzichtelijk maakt.

    onderschrift.jpg

  • donderdag 07 oktober 2021 @ 12:42
    #7
    reactie op (#5) Calamandja

    Met betrekking tot de vele lagen en eventuele historische en religieuze bronnen van de Divina Commedia van Dante vond ik volgende (oude) analyse van Jona Lendering terug die in het jaar 2012 werd geschreven op zijn beroemde blog Mainzerbeobachter.

    Goddelijke Komedies

    Ik beken dat er hele weken, ja hele maanden voorbij gaan zonder dat ik denk aan het kleine antieke geschrift dat bekendstaat als de Openbaring van Paulus. Sterker nog, tot gisteren had ik niet gehoord van deze gnostische tekst, die in 1945 is gevonden in het Egyptische Nag Hammadi. En dat was jammer.

    Maar we beginnen niet met een obscure tekst uit de Egyptische woestijn, maar met een heel wat bekender stuk literatuur: de Goddelijke komedie van Dante. In dit tussen 1308 en 1321 gepubliceerde gedicht vertelt de ik-figuur hoe hij een visioen heeft waarin hij afdaalt in de hel en vervolgens via de louteringsberg opstijgt naar de hemel. Onderweg ontmoet hij allerlei mensen, die vertellen waarom zij worden gestraft of beloond. Tegelijkertijd wordt de filosofie van Thomas van Aquino uitgelegd. In de hel en op de louteringsberg heeft Dante als gids de Romeinse dichter Vergilius, en er is wel aangenomen dat de Florentijnse auteur op het idee van zijn werk is gekomen door lezing van de Aeneis, waarin de held afdaalt in de Onderwereld.

    De overeenkomst is echter heel incompleet. Vergilius’ personage daalt af in de onderwereld, terwijl Dante niet slechts de hel bezoekt, maar ook de louteringsberg en de hemel. De Spaanse oriëntalist Miguel Asín Palacios heeft gewezen op een veel logischer model voor Dante’s gedicht: het rond 1260 geschreven Libro della scala van zijn leermeester Brunetto Latini, waarvan weer vaststaat dat het is geïnspireerd door uitgebreide islamitische legendevorming rond Mohammeds nachtreis, de mi’raj. De klassieke versie van dat verhaal is te vinden bij Ibn Ishaq, en kunt u nalezen in de Nederlandse vertaling van Wim Raven. Kort en goed komt het erop neer dat de profeet op een wit rijdier, Buraq, ten hemel vaart en dat hij daar uitleg krijgt over het hiernamaals.

    Kortom: een gebeurtenis uit de islamitische heilsgeschiedenis vormt de aanleiding tot legendevorming, een Italiaanse dichter hoort ervan, en zijn leerling baseert er een meesterwerk op. Het is leuk om te zien hoe een verhaal uit de ene context naar de andere kan overspringen. Zoiets gebeurt voortdurend: het oorspronkelijke verhaal over de nachtreis bevat bijvoorbeeld een discussie tussen Mohammed en God over de vraag hoe vaak de mensen per dag moeten bidden, en dat is een exacte kopie van het verhaal over Abraham die met God loopt te sjacheren over het aantal rechtvaardigen dat genoeg moet zijn om Sodom en Gomorra te redden.

    Dante en Mohammed zijn echter niet de enigen van wie wordt verteld dat ze de hemel hebben bezocht. In de oud-joodse wereld bestaat een uitvoerige literatuur over Henoch, van wie in het boek Genesis (5.18-24) wordt verteld dat hij “wandelde met God” en dat hij door God “werd opgenomen” – met andere woorden, niet is gestorven. Vanaf de derde eeuw v.Chr. is hierover een uitvoerige literatuur ontstaan, vol visioenen van de hemel en de hel, en gedetailleerde beschrijvingen van de kosmische strijd tussen goed en kwaad. Het was destijds buitengewoon populair materiaal (voor invloed op het Nieuwe Testament, klik hier).

    De samenstellers van de joodse Bijbel hebben de henochitische literatuur niet erkend als geïnspireerd, en de christenen hebben er ook niet veel mee gedaan. De uitzondering is de Ethiopische kerk, die de tekst wel beschouwt als onderdeel van de Bijbel. Mohammed kan het – zoals ik zo meteen zal betogen – daar echter niet rechtstreeks hebben geleend.

    Dat maakt het moeilijk om te zeggen dat Mohammeds verhaal is geïnspireerd door Henoch. Nu staat wel vast dat de islam is ontstaan in een Arabisch Schiereiland waar het in de late zesde en vroege zevende eeuw broeide van nieuwe religieuze ideeën. Sommige stammen hadden hun eigen versie van het jodendom ontwikkeld, er leefden Perzische zoroastriërs en er waren ook mensen die, ten gevolge van de eindeloze twisten over de christelijke orthodoxie, waren verbannen uit het Byzantijnse Rijk. Er waren allerlei monotheïsten in Arabië, maar geen ervan was wat de religieuze autoriteiten een orthodoxe jood, een orthodoxe christen of een orthodoxe zoroastriër zouden hebben genoemd. Invloeden uit de zijtakken van deze religies zijn dus alleen maar te verwachten.

    En nu komen we bij de Openbaring van Paulus, een heel korte tekst die behoort tot de zogeheten gnosis: een zijtak van het christendom die we goed kennen door de ontdekking, in 1945, van een kleine bibliotheek in het Egyptische Nag Hammadi. De ruim vijftig teksten zijn door Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans in het Nederlands vertaald, en daarin is ook de Openbaring van Paulus opgenomen.

    Drie pagina’s in totaal, maar voldoende om vast te stellen dat dit de bron kan zijn van het verhaal van Mohammeds nachtreis. Er is namelijk sprake van verschillende hemels – de eerste hemel, de tweede hemel, de derde hemel en zo voort. Dat is ook een wezenlijk kenmerk van Mohammeds visioen, en hij kan dat niet hebben ontleend aan de henochitische literatuur, waarin het motief ontbreekt. Dat is ook niet zo vreemd, want het boek Henoch is ontstaan in een andere stroming van het jodendom dan het farizeïsme, waartoe Paulus behoorde, die – bij mijn weten – als eerste schreef over een mystiek bezoek aan “de derde hemel” (2 Kor. 12.1-4).

    Samenvattend: we hebben te maken met een motief dat van de ene religie naar de andere springt. In schema:

    Het zou interessant zijn te kijken of er nog een connectie is met het verhaal van Etana, een Mesopotamische held die op een adelaar ten hemel vaart.

  • zondag 26 september 2021 @ 15:59
    #6
    reactie op (#5) Calamandja

    Het kon niet anders dat er ook wat boeken zouden verschijnen over Dante, hoewel ik er nog niet veel ben tegengekomen, buiten die ene, zowel gerenceseerd door Trouw.nl als door Historiek.net:

    Na zeven eeuwen toch nog nieuwe inzichten over Dante

    Voorbeeldige biografie ontwart feit en fictie in het leven van de 14de-eeuwse Italiaanse dichter, schrijver en denker Dante Alighieri.

    door Ronald de Rooy, trouw.nl, 4 september 2021

    Met nog enkele maanden te gaan levert het 700ste sterfjaar van Dante Alighieri (1265-1321) een mondiale stortvloed van publicaties en de meest uiteenlopende andere vormen van bewondering. Dante’s grandioze visioen over ons leven na én voor de dood vindt overal weerklank. Mensen blijven zich herkennen in, en reageren op, elementen uit Dante’s gedicht: de reis van het leven, de diepe dalen en hoe daaruit te komen, onze honger naar kennis, waarheid en wetenschap, de kracht van het geloof, de vertroosting van poëzie, literatuur, kunst, de eeuwige waarde van vriendschap, liefde.

    Deze universele aantrekkingskracht was er al meteen in de vroege veertiende eeuw toen La Divina Commedia met grote gretigheid werd ontvangen in alle lagen van de bevolking. Ongeletterden luisterden naar de goddelijke verzen op stads- en dorpspleinen, notarissen schreven citaten in de marges van officiële documenten, filosofen en theologen becommentarieerden de tekst alsof het een nieuwe Bijbel was.

    DANTE - Alessandro Barbero
    Athenaeum; 384 blz. € 27,50

    De Italiaanse publicatie die in dit jubileumjaar 2021 de meeste aftrek vond is de Dante-biografie van Alessandro Barbero (1959), een overbekende historicus met talloze wetenschappelijke en populariserende studies op zijn naam. Als jonge romanschrijver won hij in 1996 al eens de Premio Strega en de afgelopen jaren populariseerde hij geschiedkundige onderwerpen in tv-optredens en podcasts.

    Met zijn achtergrond had Barbero een toegankelijk verhaal over de mens Dante en zijn tijd kunnen schrijven, maar het werd een wetenschappelijke, voorbeeldig onderbouwde biografie: zowat een derde van het boek bestaat uit bronvermeldingen, voetnoten en bibliografie.

    Met elke pennenstreek manipuleerde Dante zijn eigen leven tot een ideale autobiografie

    Het schrijven van Dante’s levensverhaal is geen sinecure. De meeste historische documenten werden onleesbaar of gingen verloren. Vroege biografen en kroniekschrijvers spreken elkaar tegen of geven gekleurde informatie. En bovenal: met elke pennenstreek manipuleerde Dante zijn eigen leven tot een ideale autobiografie met hem in de rol van Gods uitverkoren profeet en redder van de mensheid. Barbero schuift literaire mystificatie en ideologie terzijde en reconstrueert historische feiten op grond van toevallig overgebleven bronnen.

    Zijn relaas begint op de 11de juni 1289, de dag dat Florence samen met andere Toscaanse steden tegenover Arezzo stond in de vlakte van Campaldino. Als vierentwintigjarige strijdt Dante voor Florence, zijn ‘patria’, want je geboortestad was je vaderland en je identiteit. Barbero beschrijft voorbereidingen, strategie en verloop van zo’n veldslag, maar ook wat er omging in soldaten en ridders. Hoe werd aangekeken tegen angst en vluchten? Verrassend genoeg waren het geaccepteerde en in sommige omstandigheden zelfs verstandige reacties.

    Dante vocht als ridder te paard, wat in ieder geval erop duidde dat hij behoorde tot de bovenlaag van de Florentijnse samenleving, maar níet dat hij ook van adel was. De precieze definitie van adel was een belangrijk literair en cultureel thema. Dante concludeerde herhaaldelijk dat adel niet via de bloedlijn kwam, maar wortelde in je hart en gedrag. Later in zijn leven zou hij deze mening – zoals zoveel andere – herzien. Na zijn verbanning zal Dante de adel/aristocratie en de waarden die zij herbergt veel meer zien als een positieve kracht, ook voor de samenleving.

    Woekeraars

    Hoewel Dante trots was dat zijn achternaam wel vier generaties teruggaat, had hij waarschijnlijk weinig respect voor de manieren waarop zijn vader, grootvader en ooms in hun levensonderhoud voorzagen. Gewiekste zakenlieden waren het, sowieso, maar in strikte zin ook woekeraars, een verachte praktijk waarvoor Dante in zijn Hel een aparte afdeling inrichtte.

    Mooi zijn de schetsen van Dante’s kinderjaren in de Florentijnse wijk waar tegenwoordig het gereconstrueerde Casa di Dante staat. In deze wijk woonde ook Beatrice, zijn grote liefde, later een belangrijk personage in de Commedia, die Dante voor het eerst tegenkwam als negenjarige en daarna pas weer toen hij achttien was. Dat kan symbolische fictie lijken, maar Barbero benadrukt dat pubermeisjes jarenlang werden opgesloten door hun ouders. De Beatrice die, vergezeld door enkele begeleidsters, haar achttienjarige buurjongen op straat groette, was toen al een getrouwde vrouw.

    Ook de mythe van Dante’s armoede dient ontkracht. Hoewel niet rijk, was hij zeker welgesteld: de eerste Alighieri die op jonge leeftijd kon rentenieren en zich bezighouden met dichten, filosofie en politiek.

    Verbazing wekte vaak het feit dat Dante en Gemma Donati in 1277, nog kinderen, zouden zijn getrouwd. Dit probleem werd dan opgelost door te stellen dat de datum verwees naar het huwelijkscontract tussen beide families, niet het huwelijk zelf, maar Barbero beargumenteert dat de bron onmiskenbaar de huwelijksdatum aangeeft. Plausibeler vindt hij een notariële verschrijving waardoor het huwelijk zestien jaar opschuift, toen Dante zevenentwintig was. Voor de adellijke Donati’s was het huwelijk bovendien een goede deal: ze konden Gemma’s bruidsschat laag houden.

    Een liefdevolle brief van paus Franciscus

    Haarfijn analyseert Barbero de schaarse bronnen over Dante’s politieke optredens in een steeds dramatischer scenario. Door Dante’s gematigde houding en zijn verbondenheid met het volk vervreemdde hij niet alleen van zijn aristocratische vrienden, hij joeg ook de machtsbeluste paus Bonifatius VIII tegen zich in het harnas. Het leidde tot zijn veroordeling en verbanning.

    Overigens lijfde het Vaticaan de Florentijnse criticaster pas in 1921 weer in: ‘Aligherius noster est’! Onlangs wijdde Franciscus een liefdevolle brief aan Dante’s jubileum: zijn grote zielsverwant als voorvechter van de grondwaarden van het geloof en strijder tegen corruptie en hebzucht in de kerk. Verrassend, want in tegenspraak met het beeld van de onverzettelijke moraalridder, zijn Dante’s vernederende uitingen van berouw waarmee hij als ‘exul immeritus’ (balling buiten zijn schuld) vergiffenis hoopte te krijgen van zijn politieke vijanden in Florence. Alle smeekbeden waren vergeefs. Er volgden slecht gedocumenteerde omzwervingen in Italië en misschien daarbuiten – reisde hij echt naar Parijs voor de filosofische en theologische debatten aan de universiteit?

    Zeker is dat hij met het verstrijken van de tijd de kiemen voor een betere wereld steeds meer ontwaarde in zijn aristocratische broodheren, vooral keizer Hendrik VII. De regering van het volk had afgedaan. Na nog meer nevelen van onzekerheid vindt de dichter in Verona en Ravenna gastvrijheid, erkenning en een laatste rustplek.

    Het vergt geduld, maar wie de tijd neemt voor Barbero’s uitgebalanceerde betoog zal dit een mooi boek vinden. De rijkdom aan details doet geenszins af aan de kwaliteit van een biografie die op een volledig platgetreden terrein toch met nieuwe inzichten en interpretaties weet te komen.

    De beginner die toch een toegankelijker Dante-biografie zoekt met ruime aandacht voor Dante’s literaire verwerking van zijn eigen leven, kan terecht bij talloze andere Dante-specialisten. Twee absolute aanraders: Marco Santagata’s "Dante. The Story of His Life" en Prue Shaw’s "Reading Dante. From Here to Eternity".

  • donderdag 16 september 2021 @ 11:41
    #5
    reactie op (#3) Calamandja

    Deze week, op 14 september, was het precies 700 jaar geleden dat Dante in 1321 stierf als balling in Ravenna. Volgend memoriam verscheen in de krant De Standaard, geschreven door Luc Devoldere:

    Die dag lazen wij niet verder
    Zelden is de machtige verleiding van verhalen sterker verwoord dan door Dante in zijn Goddelijke komedie.

    Nee, de wereld is niet gemaakt om uit te monden in een mooi boek, zoals ­Stéphane Mallarmé beweerde, maar hij levert wel boeken op die die wereld voor altijd anders maken. Neem nu De goddelijke komedie van Dante: een spectaculaire roadmovie, een queeste, een louteringstocht waarbij een mens, Dante zelf, door de zonde waadt (de hel), vooraleer gezuiverd te worden (in het vagevuur) en rein genoeg te zijn om op te stijgen door de negen sferen van de hemel om uiteindelijk in een visioen God te aanschouwen. Dit veertiende-eeuwse boek is een summa van middeleeuwen en christendom, een ethische gids en een theologisch traktaat, een ark van Noach bij het einde van de wereld. Maar bovenal is het een literair meesterwerk, een verhaal, meeslepend verteld door een held die scherprechter en zondaar is, streng en vol mededogen.

    Dat mededogen is verscheurend in het geval van de ‘vleselijke zondaars’.

    Dante botst op hen in de vijfde zang van de Hel: Dido, Cleopatra, Helena, Achilles, Paris en Tristan. Maar zijn aandacht gaat uit naar twee aan elkaar geklonken, als duiven voorbijzwevende figuren, Francesca en Paolo. Francesca (1255-ca. 1285) is de dochter van Guido de Polenta, heerser over Ravenna, uitgehuwelijkt in 1275 aan de misvormde en kreupele Giancotto Malatesta, heerser van Rimini en een dapper condottiero. Francesca doet zelf het verhaal van haar overspelige liefde met Paolo, de broer van Giancotto. Die laatste betrapte hen en vermoordde beiden. Hier komt het geniale, ‘zeer korte verhaal’ van de misstap (in twee vertalingen, proza en poëzie):

    ‘Op een dag lazen we voor ons plezier over Lancelot en de liefde die hem in het nauw dreef: we waren alleen en koesterden geen enkele argwaan. Meermalen gebeurde het tijdens het lezen dat onze ogen elkaar ontmoetten en wij verbleekten. Maar één punt was het tenslotte dat ons overwon. Toen wij lazen hoe die grote minnaar Ginevra’s blijde gezicht vol vurige begeerte kuste, drukte deze, die nooit van mij gescheiden zal worden, zijn lippen op mijn mond terwijl hij beefde over heel zijn lichaam. Het boek en degene die het schreef brachten ons tot elkaar: die dag lazen wij niet verder.’ Terwijl de ene ziel dit zei, huilde de andere, met als gevolg dat ik door de diepe ontroering die dit verhaal bij me teweegbracht, buiten bewustzijn raakte alsof ik stierf. Waarna ik neerstortte zoals een dood lichaam neerstort.’

    (Vertaald door Frans van Dooren)

     

    ‘Voor ons genoegen waren wij gaan lezen

    Van Lancelot: hoe hem de liefde drong.

    Wij waren samen zonder iets te vrezen.

    Toch was het net of het verhaal ons dwong

    Elkaar steeds aan te zien en te verbleken,

    Totdat het was of er iets oversprong.

    Haar lippen, lazen wij, vaneen geweken

    In zoete glimlach, werden zacht gekust,

    En hij die nooit zijn trouw aan mij zal breken,

    Kuste mijn mond toen, bevend en belust.

    Het boek was als door Gallehaut geschreven.

    Voor verder lezen hadden wij geen rust.’

    Terwijl de een mij antwoord had gegeven,

    Weende de ander, wat mij zo verdroot

    Dat ik bevangen werd door medeleven;

    En buiten kennis viel ik neer, als dood.

    (Vertaald door Ike Cialona en Peter Verstegen)

    De minnaars lazen het Franse verhaal van Lancelot die verliefd werd op Guinevere, vrouw van koning Arthur. Gallehaut (Galeotto) moedigde hen aan in die overspelige liefde en was dus een koppelaar (‘galeotto’). Maar het boek zelf speelde hier de rol van koppelaar, zegt Dante letterlijk.

    Zelden is de machtige verleiding van literatuur en verhalen sterker verwoord dan hier. Wij lezen allemaal ‘voor ons genoegen’, en we vermoeden niet hoe gevaarlijk dat genoegen is. De macht van de herkenning leidt tot de epifanie van de identificatie. Literatuur is een verborgen verleider: ze ‘koppelt’ ons aan de werkelijkheid. Ze wordt werkelijkheid, het leven zelf – en we gooien het boek weg, nadat het zijn werk gedaan heeft. Om de liefde te bedrijven, betrapt en vermoord te worden. Het boek is gemaakt om uit te monden in ‘de ruimte van het volledig leven’. Die dag lazen wij niet verder, staat er letterlijk. De geliefden vallen in elkaars armen en/of ze worden betrapt door de jaloerse echtgenoot en ter plekke vermoord. Het boek en de werkelijkheid slaan Dante – en wij die hem lezen – met verstomming: en we vallen neer, zoals een lichaam dood valt.

    Zulke huiveringwekkende kracht komt nog eens voor in de Komedie. In de laatste zang van het Paradiso.

    Het gaat nu om het boek van het universum zelf. Dante kijkt verblind en helderziend in het oneindige licht van God en beschrijft wat hij ziet:

    ‘In de diepte ervan zag ik hoe alles wat in het heelal als het ware in losse vellen uiteenvalt, door de Liefde in één boekdeel wordt gebonden. Wezenheden, bijkomstigheden en de onderlinge betrekkingen daartussen waren als het ware samengesmolten, en wel zo dat datgene wat ik hier zeg slechts een zwakke afschaduwing vormt van die werkelijkheid. Ik ben ervan overtuigd dat ik de algemene vorm van dat samenhangende geheel heb gezien, want nu ik erover spreek voel ik hoe mijn hart overloopt van vreugde.’

    (Vertaald door Frans van Dooren)

    Ik zag hoe diep in die oneindigheid

    Liefde een boek maakt van de losse bladen

    Die alom in de wereld zijn verspreid:

    De wezenheden en de myriaden

    Bijkomstigheden zijn er allemaal

    Versmolten in een eenheid zonder gade.

    Ik zag de samenhang van het totaal,

    Geloof ik: mijn herinneringen baren

    Mij diepe vreugde, nu ik dit verhaal

    (Vertaald door Ike Cialona en Peter Verstegen)

    In een flits ziet Dante niet het versnipperde, verbrokkelde universum – het boek dat in bladzijden uiteenvalt (‘si squaderna’) – maar de eenheid van het boekdeel, het boek zelf: hij ziet de samenhang van alles in het universum dat zich toont in ‘wezenheden’ (‘sostanze’) en ‘bijkomstigheden’ (‘accidenti’), noodzakelijke zijnden en hun modaliteiten, en hun manieren van werken (‘costume’).

    Alles wat de dichter daarover achteraf kan zeggen is gebazel, gestotter, een flauwe afspiegeling van het echte licht, de echte waarheid en werkelijkheid. Warme as van een gedoofd vuur. Zo komt de literatuur ook altijd te laat. Ze slaagt door te falen.

    Als we oog in oog staan met God, zal alles wat in het heelal in losse vellen uiteenvalt, door de Liefde in één boek worden gebonden, schrijft een verbannen Florentijn in Ravenna meer dan zevenhonderd jaar geleden. Misschien is de wereld toch gemaakt om uit te monden in een boek?

     

    Gewijzigd op 2021-09-16 11:47:57
  • woensdag 07 april 2021 @ 11:47
    #4
    reactie op (#3) Calamandja

    Het gaat dan in elk geval om de negende kloof in de Hel, bedoeld voor de schuldigen aan verdeelzucht.

    Ik heb met veel plezier de uitgaven van Atheneum - Polak & Van Gennep uit 2001 gelezen.Vooral het Commentaar door Ike Cialona en Peter Verstegen maakte dit grootse boek toegankelijk voor de mens uit 2000.

    Wat Dante opschreef was in die tijd politieke realiteit.

     

    onderschrift.jpg