Bernard schreef (op het einde): Alles bij elkaar een onevenwichtig boek, maar teveel kritiek is natuurlijk politiek incorrect...;-)
Wel, Bernard, van mij mocht je nog veel méér kritiek geschreven hebben! Dit boek is puur feminisme... Ik heb spijt van het geld, want dat boek kost wel wat.
Vrouwengeschiedenis verkoopt. Nieuwe boeken volgen elkaar snel op. Gaat het om innovatieve studies, of boeken die een graantje proberen mee te pikken? Met twee titels doen we de test.
Jonas Roelens is historicus aan de UGent, gespecialiseerd in gender, in De Standaard van zaterdag 19 november 2022
JANINA RAMIREZ Femina. Een nieuwe geschiedenis van de middeleeuwen, via de vrouwen die daaruit zijn geschrapt Prometheus, 429 blz., 35 €
MARYLÈNE PATOU-MATHIS De onzichtbaarheid van de vrouw. Van de prehistorie tot nu Athenaeum, 296 blz., 24,99 €
Het aantal historische studies dat vrouwen centraal plaatst, suggereert een nieuwe trend in het boekenlandschap. Vrouwengeschiedenis heeft echter al een hele weg afgelegd. In de jaren 60 begonnen vrouwelijke historici het mannelijke karakter van hun discipline in vraag te stellen. Zowel de toegang tot hun beroep als de onderwerpen die bestudeerd werden, waren een mannelijk monopolie. Mannelijke professoren bestudeerden ‘mannelijke’ onderwerpen zoals politieke en militaire processen – aspecten van het leven waar de invloed van vrouwen door maatschappelijke discriminatie bepekt was. Dankzij de tweede feministische golf groeide de noodzaak om studies over de geschiedenis van vrouwen te schrijven. Heel wat vrouwelijke historici maakten deel uit van deze feministische beweging en streefden ernaar om met hun onderzoek naar het verleden emancipatie in het heden te stimuleren. Het was tijd voor her-story in plaats van his-story.
Denkkaders
Aanvankelijk was vrouwengeschiedenis een subversieve subdiscipline. Baanbrekend werk van vrouwelijke historici bleef vaak onderbelicht terwijl mannelijke historici als vanouds canonieke geschiedenis bleven schrijven over grote mannen met grote plannen. Het tegengestelde van wat beoogd werd, gebeurde: vrouwen bleven een aparte categorie binnen de universele, mannelijke geschiedenis. Ook vanuit de vrouwenbeweging zelf kwam kritiek. ‘Dé vrouw’ werd immers bestudeerd als een homogene categorie, zonder rekening te houden met andere identiteiten. Afro-Amerikaanse feministen wezen erop dat historische ervaringen van geprivilegieerde vrouwen gelijkgeschakeld werden met die van onderdrukte vrouwen van kleur, of dat die categorie nauwelijks aan bod kwamen in het onderzoek.
Ook heel wat onderzoeksgroepen vonden rond de jaren 80 dat het anders moest. Er werd te veel vertrokken vanuit het biologische concept ‘vrouw’ als theoretische basis voor studies. Uiteindelijk werd het concept van ‘gender’ geïntroduceerd, dat als sociaal-cultureel geslacht tegenover het biologisch geslacht werd geplaatst. Gender was bedoeld om na te gaan hoe samenlevingen betekenis gaven aan biologische verschillen en hoe die betekenissen evolueerden.
Rond de jaren 80 vonden onderzoeksgroepen dat het anders moest. Er werd te veel vertrokken vanuit het biologische concept ‘vrouw’ als theoretische basis
De Duits-Amerikaanse historica Gerda Lerner beschreef al in 1975 zes fasen in de vrouwengeschiedenis, die aantonen hoe het veld geëvolueerd is. In de eerste fase werd de ‘onzichtbaarheid’ van vrouwen in de geschiedschrijving louter vastgesteld en aangeklaagd. De tweede fase is de ‘compensatiegeschiedenis’. De vaststelling dat er in het verleden ook vrouwen waren, volstond al. Volgens traditionele criteria werden canonieke vrouwen naast grote mannen geplaatst. Cleopatra naast Augustus, Catharina de Grote naast Voltaire. Een variant is de ‘bijdragengeschiedenis’, waarbij opgemerkt werd dat heel wat vrouwen bijdroegen aan grote historische gebeurtenissen: zonder Hildegard von Bingen geen religieuze hervormingen in de middeleeuwen. Opnieuw bleven klassieke denkkaders om naar het verleden te kijken intact.
Pas in de vierde fase, de ‘onderdrukkingsgeschiedenis’, werd het mannelijke perspectief verlaten door te kijken naar ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. Hiervoor werd de term ‘patriarchaat’ geïntroduceerd, de ideologie die de onderdrukking van vrouwen legitimeerde. Problematisch was echter dat deze studies ‘hét patriarchaat’ als verklaring gebruikten zonder het patriarchaat zélf te verklaren. Zo krijg je een statisch beeld van vrouwen als slachtoffer in een onveranderlijk systeem. Fase vijf, ‘vrouwencultuur’, ontweek dit probleem door te kijken naar historische ervaringen van vrouwen zelf, binnen hun eigen netwerken en invloedssfeer.
Pas in de zesde fase, ‘vrouwen in geschiedenis’, werden volgens Lerner vrouwen én mannen in relatie tot elkaar bestudeerd om te verklaren waarom samenlevingen verschillende rollen en betekenissen geven aan mannelijkheid en vrouwelijkheid.
Aanklagen
Vrouwengeschiedenissen die vandaag verschijnen, hebben idealiter dus het meest gemeen met die recentste fase. Toch blijft De onzichtbaarheid van de vrouw van Marylène Patou-Mathis, bijvoorbeeld, teleurstellend hangen in onzichtbaarheidsgeschiedenis. Een derde van het boek klaagt de onzichtbaarheid van vrouwen in de prehistorie aan door uit te leggen dat archeologie als wetenschappelijke discipline in de 19de eeuw tot stand kwam en nog steeds worstelt met ingebakken stereotypes over de inferioriteit van vrouwen in domeinen als oorlogsvoering en religie. Boeiend, maar daardoor rest er weinig ruimte om uit te leggen dat de sociaal-economische rol van prehistorische vrouwen veel complexer was dan we lang voor mogelijk hielden. Dan slaagt een ander recent boek, Mevrouw Sapiens, er beter in om het verouderde beeld van de weerloze, kinderbarende verzamelaarster te veranderen naar dat van prehistorische vrouwen die mee jagen en cruciaal zijn voor het overleven van de groep. Zeker omdat Patou-Mathis het derde deel van haar boek reserveert om met zevenmijlslaarzen, van de oudheid tot de 20ste eeuw, ongenuanceerd uit te leggen hoe ‘dé vrouw’ zich tegen ‘hét patriarchaat’ heeft verzet.
Een valkuil die Janina Ramirez met Femina veel beter vermijdt. Hoewel haar boek bijna uitsluitend Angelsaksische voorbeelden gebruikt, en dan nog vooral koninginnen, abdissen, strijdsters, martelaressen en andere uitzonderlijke figuren die niet bepaald veel prijsgeven over de ervaringen van hun vrouwelijke lotgenoten die niet tot de elite behoorden, weet Ramirez heel wat vastgeroeste denkbeelden over vrouwen in de middeleeuwen te nuanceren. Ze heeft ook aandacht voor de anonieme vrouwen achter het beroemd tapijt van Bayeux, vrouwelijke katharen én Margery Kempe. Deze vijftiende-eeuwse Engelse vrouw uit King’s Lynn schreef haar leven neer in een wonderbaarlijk manuscript: faillissementen, bevallingen, arrestaties, pelgrimstochten, lust naar andere mannen dan je echtgenoot … Werkelijk álles legde Margery vast, en zo gaf ze ons een waanzinnig boeiend beeld van het dagelijkse leven in de vijftiende eeuw.
Femina weet wel vaker te verrassen door innovatieve onderzoeksresultaten uit de archeologie, kunstgeschiedenis, literatuurwetenschap en sociale geschiedenis te gebruiken om middeleeuwse genderverhoudingen te reconstrueren. Daarmee toont Ramirez niet alleen aan dat heel wat middeleeuwse stereotypes onzin zijn, maar ook dat vrouwengeschiedenis nog steeds een bruisend en interdisciplinair veld is dat een breed lezerspubliek verdient.
Via Twitter heb ik mijn mening al laten weten over dit boek. Samengevat: OK, maar teveel tamtam. Meer dan de helft van de vrouwen die in het boek worden beschreven zijn helemaal niet 'uit de geschiedenis geschreven'. Hun verhalen zijn altijd bekend geweest en het herhalen daarvan heeft een nogal 'zie-je-wel' gehalte. Het is zonder meer een feit dat in de 19de eeuw de historische wetenschap een mannenvak was en politiek/economie ook door mannen werd beheerst. Dat heeft vanzelfsprekend een eenzijdig masculien beeld van de geschiedenis opgeleverd. Intussen wordt dat al 10-tallen jaren rechtgetrokken en Ramirez wekt continu de indruk dat zij persoonlijk dingen aan het recht zetten is. Het komt allemaal wat hijgerig over. De hoofdstukken over recente archeologische vondsten uit de vroege middeleeuwen zijn eigenlijk het meest boeiend. Daar worden écht vrouwen uit de grond getrokken, die als abdis of koningin verrassend vrij waren in hun keuzes en ook daadwerkelijk grote invloed hadden op maatschappij, politiek en geloof. Alles bij elkaar een onevenwichtig boek, maar teveel kritiek is natuurlijk politiek incorrect...;-)
Zeg niet te gauw, het is weer een vrouw, maar dat vrouwen de aandacht hebben van zowel mannelijke als vrouwelijke historici is toch een feit. De titel Femina kan niet duidelijker zijn. De kaft met het kosmische ei uit de Liber Scivias van Hildegard van Bingen trok mijn aandacht en vanzelfsprekend mijn nieuwsgierigheid. Want als er nu 1 vrouw is uit de middeleeuwen die wist wat public relations avant la lettre waren dan was het wel die Hildegard. Mijn nieuwsgierigheid was dus getrokken. En vandaag kwam mij het artikel voor ogen in Historiek met een uittreksel uit het boek, waarvan kopie hier onder. De auteur is mij wel bekend uit diverse BBC-documentaires, vandaar ook soms mijn twijfels bij het afwegen tussen algemene weetjes, goed geschreven door BBC-programmamakers versus de diep gedetailleerde researc( van een wetenschapper maar dan dikwijls moeilijker leesbaar en meestal in de Engelse taal. Er zal waarschijnlijk wel plaats zijn voor beiden.
Margary Kempe schreef eerste Engelstalige autobiografie (1436)
Femina – Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen door de vrouwen die daaruit zijn geschrapt
De Middeleeuwen associëren veel mensen vooral met kruistochten, ketterjachten en koningen: een patriarchale en duistere tijd waarin men vrouwen onderdrukte. Maar als we een beetje verder kijken en gebruik maken van onderzoeksmateriaal uit allerlei disciplines, wordt duidelijk dat deze periode allesbehalve duister was. Cultuurhistorica Janina Ramirez ontdekte veel archeologische sporen en historische bronnen die getuigen van machtige vrouwen, in de marge evenwel voorzien van de aantekening ‘femina’, waarna hun namen in de vergetelheid raakten. In het boek Femina, dat deze week verschijnt bij Prometheus nuanceert Janina Ramirez de ‘mannelijke’ kijk op de Middeleeuwen en brengt vele invloedrijke vrouwen voor het voetlicht. Op Historiek een fragment over Margery Kempe, een ambitieuze, ondernemende vrouw die later faam maakte als mysticus.
Wie is Margery Kempe?
Het is een wonder dat The Book of Margery Kempe alles heeft overleefd. Dit werk, ‘de eerste in het Engels geschreven autobiografie’ genoemd, had talloze keren verloren kunnen raken of vernietigd kunnen worden. Tijdens Margery’s leven werd ze beschuldigd van ketterij en op grond daarvan gearresteerd, dus zal haar mystieke en bij vlagen bizarre boek hoog op de lijsten te verbranden boeken van latere Hervormers hebben gestaan. Het is geen hagiografie van een vereerde heilige, maar een anomalie, een verslag van het leven van een gewone getrouwde vrouw, moeder van veertien kinderen. Het boek, geschreven in een simpel en tamelijk grof Middelengels, zal niet bewaard zijn gebleven vanwege de literaire kwaliteit ervan. Maar juist de eenvoud van de schrijfstijl maakt het zo interessant. Het is niet door klerken met retorische en literaire talenten opgepoetst, maar heeft vooral een menselijk aspect dat ons door de tijden heen aanspreekt.
Als dat ene manuscript niet van hand tot hand was doorgegeven, verborgen in collecties en verstopt in kasten, zouden we dit unieke venster op de middeleeuwse wereld niet hebben. We zouden alleen weet hebben gehad van een vrouw die Margery heette op grond van zeven pagina’s gedrukte tekst in A Shorte Treatyse of Contemplacyon van uitgever en auteur Wynkyn de Worde, in 1501 verschenen te Londen. Zijn versie is slechts een fractie van wat Margery wilde delen, een beknot, herschikt en omgewerkt leven. Zijn Margery is een passieve luisteraar en kalme beschouwer in plaats van de luid loeiende en boeiende vrouw die we zullen ontmoeten.
Omdat Butler-Bowdons manuscript het heeft overleefd, krijgen we een heel andere stem. Aan het begin van Margery’s Book, zo’n tien jaar voor haar dood geschreven, is ze vastberaden maar broos, sprankelend en toch de wereld moe, een vrouw van in de vijftig die haar leven wil laten vastleggen. Het opent met de huiselijke woorden:
‘Hier begint een korte en troostrijke verhandeling voor zondige ellendelingen, waaruit zij veel bemoediging en troost kunnen putten.’
Ze schrijft om anderen te troosten. Maar al snel plaatst Margery zichzelf, haar leven en haar ervaringen in het middelpunt van het werk. Ze vertelt vervolgens dat ze ‘jarenlang is afgedwaald en altijd instabiel is geweest’. Ze is beschadigd, iemand die problemen heeft gehad met haar mentale en fysieke gezondheid, en een verleden heeft dat haar kwelt.
Herkenbare ervaringen en trauma’s
Later in de inleiding betreurt ze hoe ze is behandeld, al haar ‘wereldse goederen’ is kwijtgeraakt, door anderen is gemeden en werd vernederd. Dan vertelt ze de lezer hoe ze, na de moeizame geboorte van haar eerste kind, iets kreeg wat we tegenwoordig post-partumpsychose zouden noemen. Ze geeft haar ervaringen weer in de derde persoon, als een middel om aan te geven dat ze objectief over gebeurtenissen uit het verleden vertelt. Margery zegt dat ze ‘haar verstand verloor en een halfjaar, acht weken en nog wat dagen vreselijk verward en verontrust was door geesten’. Ze had zo’n last van de hallucinaties die ze erdoor kreeg dat ze dag en nacht moest worden vastgebonden. Ze beschrijft dat ze werd aangevallen door demonen, en in haar boek vreest Margery voortdurend dat ze klem zit tussen goed en kwaad – gedachten gezonden door God en door de duivel. Haar gekwelde fantasiewereld komt helemaal tot leven.
Ze vertelt over haar eerste bevalling en dat ze, met het idee dat ze stervende was, de noodzaak voelde iets op te biechten wat ze ‘nog nooit eerder in haar leven had onthuld’. Ze ging zo gebukt onder schuld van haar zonde, verergerd door de visioenen, koorts en pijn na de moeilijke geboorte, dat ze vele keren overwoog er een eind aan te maken. Ze beet zelfs ‘zo hard in haar hand dat het litteken nadien haar hele leven te zien was’. Wat was het geheim dat haar geweten zo aantastte? Was het een seksuele relatie, dat ze was gezwicht voor verleiding, of zelfs dat ze ketterse gedachten had? De aard van dit specifieke geheim zullen we nooit weten, maar de inzichten die blijken uit Margery’s verslag van haar eigen leven behoren tot de meest persoonlijke, pijnlijke, menselijke en onthullende van alle middeleeuwse teksten. Haar stem doet ongelooflijk modern aan, en ongetwijfeld zullen vandaag de dag heel wat vrouwen zich herkennen in haar ervaringen en trauma’s.
Alledaagse bijzonderheden
Wanneer nu een zo explosieve autobiografie als die van Margery verscheen, zou dat voor opschudding zorgen. Deze bekende, wereldse vrouw met geld en invloed, die diverse keren werd gearresteerd, berecht en gevangengezet, beticht vertegenwoordigers van kerk en staat van misdaden, waaronder seksueel misbruik, gepleegd om haar voor haar fysieke en mentale problemen te straffen. Maar als we beter lezen, beginnen we te begrijpen wat er echt belangrijk is aan The Book: niet per se de verwikkelingen, maar de alledaagse bijzonderheden die erin zijn vastgelegd. Margery heeft het over een echt leven, met alle scherpe randjes en moeilijke ervaringen. Het is een cadeau voor historici: boordevol kleine wetenswaardigheden die de late veertiende en vroege vijftiende eeuw tot leven brengen. Door deze ene tekst worden we geïnformeerd over de logistiek van reizen, het slagen of falen van zakelijke ondernemingen, de culturele betekenis van verschillende soorten eten en kleding, en wat het inhield om oud te worden – plus de verantwoordelijkheden voor zorg die daarbij hoorden.
The Book of Margery Kempe werpt niet alleen licht op het leven van één middeleeuwse vrouw. Als we haar geschriften bestuderen, naast de gebouwen waarvan we weten dat ze erin heeft gelopen, in verhouding tot de middeleeuwse kunst die ze naar wij weten heeft gezien, afgezet tegen de parades en voorstellingen waarbij ze naar wij weten aanwezig was, en naast andere vrouwen van haar tijd, werpt Margery licht op een rijke en complexe samenleving. Zij is de toegangspoort.
Margery in handel en zaken
Margery bracht bijna haar hele leven door in King’s Lynn. Ze was afkomstig uit een rijke familie die veel lokale macht had. Haar vader, John Brunham, was burgemeester van de stad en parlementslid van 1365 tot 1384 – iets wat Margery een bevoorrechte opvoeding én een gevoel van eigendunk zal hebben bezorgd. Zijn parlementaire gegevens zijn interessante lectuur, ze documenteren zijn opkomst en ondergang, en het wel en wee van de handelslieden van King’s Lynn. Op een gegeven moment bezat hij veel onroerend goed, naast wat de gezinswoning aan Fuller’s Row moet zijn geweest. Hij handelde in stoffen en graan, en voerde in de winter van 1405 via de haven 344 vaten wijn in. Hij was zelfs betrokken bij een nogal gewaagde actie op zee waarbij een schip uit Dieppe werd ingepikt. Maar het rad van fortuin verhief hem hoog, om hem later diep te laten zinken. Zijn rol in de plaatselijke politiek werd steeds kleiner, tot men uiteindelijk zijn periode als burgemeester als de oorzaak van alle kwalen van de stad ging zien. Van hem werd voor het laatst vernomen in 1420, toen Margery eind veertig was.
Toen haar vader nog in zijn beste dagen was, was Margery getrouwd met een andere man met goede connecties – John Kempe uit Lynn. Johns grootvader was een bonthandelaar en koopman, terwijl zijn vader een lokaal ambt in de stad bekleedde. Zijn vader was een heel rijke man wiens bezittingen, toen de Hanze die in 1385 in beslag nam, werden gewaardeerd op £ 300 – het grootste bedrag dat men bij één persoon vaststelde. En evenals zijn vader kreeg Margery’s echtgenoot John de prestigieuze rol van ‘chamberlain’: hij incasseerde heffingen bij de stedelingen. Maar kennelijk stelde Margery de status van haar man beneden die van haar vader. Ze wijst John zelfs op dit feit in haar boek, ze zegt:
‘Hij leek nooit een voor de hand liggende man om met haar te trouwen.’
Margery dikt tegenover anderen de prestaties van haar familie voortdurend aan. Wanneer rond 1416 de burgemeester van Leicester haar vraagt zich voor te stellen, zegt ze zelfverzekerd:
“Mijnheer, ik kom uit Lynn in Norfolk, dochter van een vooraanstaande man uit datzelfde Lynn, vijf keer burgemeester geweest van die eerbiedwaardige gemeente en ook vele jaren wethouder, en ik heb een vooraanstaande man, eveneens een poorter in die stad, Lynn, als mijn echtgenoot.”
Margery presenteert zich via de mannen in haar leven, maar doet dat om stevig te staan. Ze wijst hier op haar afstamming om te laten zien dat ze zijn tijd en aandacht verdient. Ze speelt machtsspelletjes. In Margery’s Book worden haar vele pogingen als zakenvrouw beschreven. Ze probeert meer dan eens zélf rijk te worden, en begint aan de ene na de andere onderneming. Ze wil geld en ze wil prestige.