Floris en Blancefloer, een middeleeuwse liefdeshistorie

Geplaatst op zaterdag 12 december 2015 @ 12:50 , 1653 keer bekeken

In Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede doet Jozef Janssens waar hij goed in is. Een Middelnederlandse tekst onderdompelen in eigen historisch nat en hem vervolgens opblinken tot hij glimt als een appel.

Vrouwen hebben een streepje voor op mannen. Of tegen. Het is maar hoe u het bekijkt. De vrouw is namelijk een vat van wellust en overspeligheid. Dat komt zo: het vrouwenlichaam bevat meer vloeistof dan het mannenlichaam. Vloeistof kun je moeilijk vasthouden met als logisch gevolg: vrouwen zijn wispelturig, nieuwsgierig en wellustig. Vraag het maar aan de middeleeuwse universiteitsdocenten.

Iets anders: het had niet veel gescheeld of onze Vlaamse vlag was een rood hart geweest, omgeven door twaalf gouden en hemelsblauwe stralen. Onze leeuw, zo wil een hardnekkige overlevering, hebben we in de twaalfde eeuw gestolen van een moslim.

Nog wat anders: wist u dat Vlaanderen al in de dertiende eeuw een van de sterkst verstedelijkte gebieden was van Europa? En dat de Westerschelde in de tiende eeuw de ‘Honte’ heette en niet meer was dan een nauwelijks bevaarbaar veenriviertje, tot een reeks stormvloeden er zich in de twaalfde en dertiende eeuw mee bemoeide? En dat het Aards Paradijs eeuwenlang net achter het Midden-Oosten lag?

Een walgelijk wanschepsel

Als u van zulke historische weetjes houdt, en niet bang bent van een vloedgolf aan namen en feiten, moet u ongetwijfeld Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede in huis halen. Dat boek van Jozef Janssens (e.a.) is opgebouwd rond het Middelnederlandse verhaal Floris ende Blancefloer (ca. 1255) en het schrijverschap van belastingontvanger, ondernemer en Assenedenaar Diederic. Middelnederlandse literatuur in een historische context plaatsen is Janssens’ handelsmerk en dus voert hij de lezer mee ver buiten de grenzen van het verhaal, op een boeiende tocht door het politieke, culturele en literaire landschap van twaalfde- en dertiende-eeuws Vlaanderen én Europa.

We krijgen een inkijk in de Vlaamse kruistochten, de middeleeuwse kennis van het Midden-Oosten, de opkomst van de volkstalige literatuur, de taalsituatie in Vlaanderen en ga zo door. Coauteurs Veerle Uyttersprot en Jan Uyttendaele breken met interessante tips en lesvoorstellen het veld open naar het onderwijs. Adrie de Kraker belicht in een kort, maar taaier deel onder andere de turf- en zoutwinning in de venen rond Assenede. Het boek is prachtig geïllustreerd met – vaak nog ongepubliceerde – middeleeuwse miniaturen, maar door het glanzende papier is het jammer genoeg alleen te lezen bij de juiste lichtinval.

De hoofdbrok van Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede is vintage Jozef Janssens. Die schreef het boek in een hoogst middeleeuwse constellatie: in opdracht. Twee jaar geleden vroeg de Asseneedse geschiedkundige kring Hallekin hem of hij Floris ende Blancefloer en Diederic van Assenede weer op de kaart kon zetten. In de negentiende eeuw stoorde men zich aan het ‘naïeve’ en ‘weinig heroïsche karakter’ van het boek. De Amsterdamse boekverkoper Witsen Geysbeek omschreef het als ‘een walgelijk wanschepsel... zonder eenige historische waarde’. En al waren anderen, zoals Hoffmann von Fallersleben, ronduit lovend, vandaag krijgt het werk nauwelijks nog aandacht, niet in literatuurgeschiedenissen, niet in het onderwijs.

Bestseller van IJsland tot Italië

Het verhaal kent bijna niemand nog. Intrigerend, want in de middeleeuwen was de roman op verzen een echte bestseller, die werd gelezen van IJsland tot in Italië. De beeldschone Floris en Blancefloer worden op dezelfde dag in hetzelfde Spaanse paleis geboren: Floris als zoon van het Moorse koningspaar, Blancefloer als dochter van een geroofde christenvrouw. De kinderen zijn nauwelijks enkele maanden oud of ze staan in vuur en vlam voor elkaar: in bad ‘bekijken ze elkaar lieflijk’ en liggen ze in de wieg, dan kussen ze elkaar. Om een lang verhaal kort te maken: de Morenkoning wil niet dat zijn zoon met het christenmeisje trouwt. Blancefloer wordt achter Floris’ rug aan een emir in Babylon (Caïro) verpatst, maar Floris, kapot van verdriet, reist haar achterna. Uiteindelijk keren ze samen terug naar Spanje, dat zich samen met Floris tot het christendom bekeert.

De roman is niet de meest geraffineerde van zijn tijd, vindt ook Janssens. ‘Maar zijn pacifistische toon was een compleet nieuw geluid in het militaristische Vlaanderen van de dertiende eeuw. Diederics idee van de liefde die, zonder enig wapengekletter, alles overwint, steekt af tegen het strijdgewoel in de ridder- en Karel de Grote-romans van die tijd. Zet de titelheld Floris, die van puur liefdesverdriet al eens durft flauw te vallen, maar eens naast krachtpatser Roland uit het Chanson de Roland. Al zijn diens trommelvliezen gescheurd en puilen zijn hersenen uit, die blijft gewoon voortvechten.’

Bovendien is de liefde tussen Floris en Blancefloer er een uit vrije wil. Heel gewoon vandaag in ons eigenste Westen. Toch hebben we dat te danken aan de theologen van de twaalfde eeuw. Die haalden het huwelijk weg van bij de familieclans, en maakten het iets van de geliefden zélf. ‘Bij het huwelijk uit vrije wil, hoorde een objectieve getuige’, zegt Janssens. ‘Dat werd de priester, die sindsdien, vanwege die objectiviteit, níét meer mocht trouwen.’ Dat weet u dan ook weer.

JOZEF JANSSENS (e.a.)
Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede. Liefde in het graafschap Vlaanderen van de dertiende eeuw.
Davidsfonds, 256 blz., 49,99 €.

Bron: De Standaard; 13 NOVEMBER 2015; Astrid Houthuys, "Romeo en Julia komen uit Assenede"


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan:


Aanbevelingen door leden:

bernard-de-clairvaux starstarstarstarstar

Een geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!