Geplaatst op zondag 07 november 2010 @ 22:01 , 2996 keer bekeken
Het Laatste Avondmaal - Dirk Bouts, 1468
Olieverf op paneel - 185 x 294 cm (geopend retabel)
Met Het laatste avondmaal voltooide Dirk Bouts een van de emotioneel krachtigste kunstwerken van de vijftiende eeuw. De kern van zijn boodschap was moeilijk te vatten, omdat de artiest “het” er niet vingerdik oplegde. Bouts verplicht zijn toeschouwers om op zoek te gaan naar de diepere inhoud. Die zoektocht wordt dan ook weer niet te moeilijk gemaakt: men kan het paneel langs onder makkelijk binnenstappen, en tussen de twee apostelen op de voorgrond stap je zo op Jezus af. Wie de tijd neemt om Het laatste avondmaal in zich op te nemen, wordt beloond met een beklijvende, religieuze gewaarwording, een caleidoscoop van verheven gevoelens, een compositie die je met verstomming slaat, een interieur als een tijdmachine, een zee van atmosferisch licht, een subliem kleurenbad dat het wonderlijke coloriet van Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck zo mogelijk nog overtreft, een schilderij als een leerstoel. Met recht en reden mag de universiteitsstad Leuven fier zijn op Het laatste avondmaal van Dirk Bouts.
In 1464 vindt een ontmoeting plaats tussen vier leden van de Leuvense Broederschap van het Heilig Sacrament en schilder Dirk Bouts. Afgesproken wordt dat Bouts een ‘costelike tafele’ (kostbaar paneel op hout) gaat maken ‘aangaende de materie vanden heiligen sacramente’. Dit dus ongeveer 200 jaar na de instelling van de Corpus Christi, de verering van het Heilige Sacrament, een van de belangrijkste religieuze feesten. Er wordt een authentiek contract opgemaakt (dd 15 maart 1464), dat bewaard is gebleven en zodoende een unicum is voor de vijftiende-eeuwse schilderkunst in de Lage Landen. De naam van de schilder was vele eeuwen lang onbekend, tot men in de 19de eeuw de kwitantie vond voor de laatste betaling: ‘Ic Dieric Bouts kenne mi vernucht en vol betaelt als van den werc dat ic ghemaect hebben den Heilichen Sacrament.’ Op het einde van de eeuw vond men ook het contract.
Kosten noch moeite werden gespaard om het schilderij een waardige drager te geven. Men gebruikte échte Vlaamse eik: langwerpige planken met haast perfect parallelle vezels, aan elkaar verbonden met dwarsbalkjes zoals in die tijd de gewoonte was. Toen men de jaarringen onderzocht bleek het te gaan om eikenhout uit de jaren twintig en dertig van de vijftiende eeuw. Het laatste avondmaal is een momentopname, zoals Rembrandt ook zo virtuoos momentopnames kon borstelen. Maar het verschil in benadering tussen beide schilders zou niet groter kunnen zijn: de momentopnames van Rembrandt, waarvan vele zich in het duister afspelen, spartelen in een woelige oceaan van dramatische bewegingen, terwijl die van Bouts stokstijf blijven staan in een lieflijke poel van stilstaand water.
De sterke Jezus
Het laatste avondmaal, een van de beroemdste schilderijen op Vlaamse bodem, staat helemaal in het teken van Jezus Christus en het breken van het brood. Hij is het onderwerp, daar waar het over gaat. Op de millimeter berekend plaatste Bouts Jezus pal in het midden van het paneel, centraal op de verticale as alsof die een schaakbord in tweeën breekt met aan elke kant 32 vlakken.
Jezus wordt neergezet als een sterke man, slank en rein, boordevol zelfvertrouwen, de woorden van de eucharistie uitsprekend. Niets of niemand leidt zijn aandacht af. Rechts naast hem Johannes, de discipel die Jezus liefhad. Altijd werd Johannes naast Christus afgebeeld, vaak ook terwijl hij zijn hoofd op Jezus’ borst legde tijdens die laatste gezamenlijke maaltijd. Tot zoveel nodeloze pathos laat Dirk Bouts zich uiteraard niet verleiden. Petrus, links naast Christus, hij die eerst Simon heette en visser was op het Meer van Galilea, deze Petrus draagt geen zware sleutels, vouwt de handen devoot voor de borst en leidt in niets de aandacht af van de Heiland. Het enige folietje dat Dirk Bouts zich bij de uitbeelding van de discipelen veroorloofde was de lichtjes boosaardige blik en donkerder huidskleur van de verrader Judas, vooraan links aan de tafel. Wie echter deze Judas vergelijkt met het bonte allegaartje schurken dat sinds de middeleeuwen door grote schilders op doek of paneel is neergezet, kan slechts tot de conclusie komen dat Bouts zich werkelijk ‘ingehouden’ heeft.
Het laatste avondmaal is compositorisch bijzonder sterk uitgebouwd. De perspectief is volledig correct. Alle vluchtlijnen (van de tegelvloer, de houten zoldering, de zijwanden) komen samen in de centrale loodlijn die boven het hoofd van Christus op de achterwand ligt: via het lattenwerk van het tochtscherm dat de open haard afsluit (en dat twee kruisen vormt: achter en boven het hoofd van Christus, ter vervanging van het gebruikelijke aureool), op de latei van de haard, de koperen luchter tot op de middelste van vijftien dwarslatten in de zoldering. Onder Christus gaat de loodlijn verder op de middelste plooi van het tafellaken (fabuleuze vondst van Bouts!), het ondergebinte van de tafel en de tegelvloer (zestien rijen tegels aan weerszijden).
Leuven als Jeruzalem
In deze perfecte compositie vraagt men zich af van waar in godsnaam de vier bijkomende figurenafkomstig zijn: hij die achter Johannes staat, de twee figuren in de muuropening, de toeschouwer helemaal rechts. Zie het gedeelte ‘wie is wie?’ voor meer uitleg. Dit paneel is de perfecte uitwerking van de meetkundige perspectief. Alleen de ruimte helemaal rechts is niet vanuit dezelfde gezichtshoek getekend. Normaal ook: dit gedeelte van de woning behoort niet tot de ‘gewijde’ plaats. Objectief bekeken vindt het tafereel plaats in de gemiddelde Leuvense woning van deftige burgers uit de vijftiende eeuw. Zie het echter als het Beloofde Land. Het Leuven dat door de ramen links te zien is, mag gezien worden als Jeruzalem.
Het laatste avondmaal is het schilderij van het evenwicht, de zelfbeheersing, de stilte. Een magistraal, beklijvend tafereel. Hoegedetailleerd en meesterlijk Bouts dit ook schilderde, hij hield alles zo eenvoudig mogelijk. Geen enkel detail mocht de sacrale sfeer doorbreken. Als mooiste voorbeeld hiervan verwijzen we naar de monumentale haard achter Christus. Het houten tochtscherm verraadt dat het zomer is. De zandstenen schouw kan men zien als een erekleed voor Christus, maar Bouts laat het courante baldakijn achterwege, waardoor de aandacht helemaal kan gericht worden op Jahweh die zich overgeeft in het breken van het brood.
Naast de hoofdscène bevat Het laatste avondmaal ook vier zijluiken. Wie enkele meters afstand neemt en het gehele schilderij bekijkt, wordt getroffen door de coloristische uniformiteit erin, de geniale manier waarop Dirk Bouts de vijf afzonderlijke onderdelen heeft gesmeed tot één vloeiend geheel, een visuele bestendigheid die de toeschouwer met verstomming slaat. Alles past bij elkaar. De som is juist, het geheel klopt. Rood, zwart en wit zijn de overheersende kleuren. Maar let op de details! De luchtpartij op het luik linksboven (Abraham en Melchizedek) contrasteert heel mooi met de lucht op het luik rechtsboven (De mannaregen). Aandacht vooral voor de symboliek hiervan: linksboven het zoete lichtblauw van Abrahams overwinning, rechtsboven het dreigende donkerblauw van de uittocht van de Israëlieten. Linksonder de gele mouw van de vrouw helemaal rechts; rechtsboven de gele boorden van de knielende figuur links. Let bijvoorbeeld ook op de vorm van de heuvels en de begroeiing op de voorgrond op de zijluiken linksboven en rechtsonder.
De Leuvense Sacramentsgenootschap handelde de betaling aan Dirk Bouts correct af, in de wolken als zij waren met het eindresultaat. Dirk Bouts hoefde dus niet te bedelen om zijn geld, zoals anderhalve eeuw later Pieter Paul Rubens zo vaak moest doen.
Na Bouts zouden veel kunstenaars zich laten leiden door de nieuwe iconografie van Het laatste avondmaal. Meer en meer moesten de spotlights op Judas wijken voor het sacrale gebaar van de zegening van het brood, aanschouwd door apostelen die zich niet lieten leiden door overdreven emoties. Maar toegegeven, de grote meesters van de Italiaanse renaissance, Leonardo op kop, zouden zich nog ten volle laten leiden door de o zo verleidelijke drang naar monumentaliteit en dramatiek.
Zoals zovele schilderijen van Vlaamse primitieven heeft ook Het laatste avondmaal een bewogen geschiedenis achter zich. In het begin van de 18de eeuw werd de triptiek vervangen door een nieuw altaar. Waarom? Het schilderij viel niet meer in de smaak van het grote publiek en de kerkleiders achtten het opportuun om de stilte van Bouts plaats te laten maken voor de abundante zwierigheid en zieltjeswinnerij van de barok. Het middenpaneel bleef (voorlopig) in de Sint-Pieterskerk; de zijpanelen kwamen terecht in een privé-collectie. In het begin van de 19de eeuw kochten de gebroeders Sulpiz en Melchior Boisserée de bovenste zijluiken. Dit duo begon in de beginjaren van de negentiende eeuw met het aanleggen van een gigantische kunstverzameling. Zij hadden een voorliefde voor de Vlaamse en Duitse primitieven, als product van de adoratie die tijdens de romantiek opnieuw was opgedoken ten aanzien van de oude meesters. De onderste taferelen belandden in 1832 in de Gemäldegalerie te Berlijn. Maar de zijluiken van Het laatste avondmaal van Dirk Bouts, die al even beroemd waren als het middenpaneel, bleven niet in Duitsland. In 1919 bepaalde het Verdrag van Versailles dat de vier zijpanelen terug naar België moesten: het hele schilderij kon opnieuw worden verenigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlognamen de Duitsers wraak en namen Het laatste avondmaal mee. Drie jaar later waren de heersers alweer dienaars en keerde het beroemde doek definitief naar Leuven terug.
Voor en na Dirk Bouts hebben veel schilders gekozen voor het onderwerp van het Laatste Avondmaal. De beroemdste onder hen wasLeonardo da Vinci, die (ongeveer veertig jaar nà Bouts) in het klooster Santa Maria delle Grazie de Milanezen verstomde met een vernieuwende compositie van vier maal drie apostels. Leonardo was een van de vele kunstenaars die bij de afbeelding van de beroemdste aller maaltijden kozen voor het meest dramatische onderdeel daarvan: het moment waarop Jezus voorspelt dat een van zijn discipelen hem zal verraden, een geladen hoogtepunt uit het evangelie naar Mattheus, die ook aan tafel zat. De verrader, Judas Iskariot, is doorgaans makkelijk te herkennen: zoek gewoon naar de grootste schurk. Emoties en dramatiek zat bij deze benadering. Opdrachtgevers in de wolken, opgewondenheid in het feestgedruis.
Dirk Bouts roeide tegen de stroom in en koos daarentegen voor een ‘saai’ maar cruciaal onderwerp: de kern van Jezus’ laatste samenzijn met zijn twaalf discipelen, zijnde de instelling van de eucharistie. Jezus nam ongezuurd brood, zegde een dankwoord, brak het en zei: ‘Dit is mijn lichaam.’ Hij deelde het brood uit aan zijn apostelen, nam een kelk met wijn, zegde dank en zei: ‘Dit is mijn bloed.’ Ook de wijn deelde hij uit aan zijn discipelen, met de opdracht om deze handelingen na zijn dood telkens te herhalen. Het is de handeling die de priester tijdens het misoffer steeds weer uitvoert. Alle perspectieflijnen in de meesterlijke compositie van Het laatste avondmaal leiden naar Jezus die het brood breekt, het centrale punt van het doek. Bouts’ dappere keuze.
WIST U DAT…?
… ‘Het laatste avondmaal’ als een van de weinige schilderijen van Vlaamse primitieven nog steeds op de plaats hangt waar het oorspronkelijk voor bedoeld was: de kapel van de Sacramentsbroederschap in de Sint-Pieterskerk in Leuven?
… Dirk Bouts op 9 februari 1468 een kwitantie tekende waarin hij stelde volledig vergoed te zijn voor zijn werkzaamheden aan ‘Het laatste avondmaal’, en dat deze kwitantie bewaard is gebleven?
… haast de volledige collectie van de gebroeders Sulpiz en Melchior Boisserée, die in het begin van de 19de eeuw de zijluiken van ‘Het laatste avondmaal’ kochten, daarna via Ludwig I van Beieren terechtkwamen in de Alte Pinakothek van München, die voornamelijk dankzij de broers kan bogen op een van de sterkste collecties van primitieven ter wereld?
Abraham werd oorspronkelijk ‘Abram’ (‘hoge vader’ in het Hebreeuws) genoemd. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Hebreeuwse natie en de voorvader van andere Semitische volkeren, o.a. de Arabieren. Op bevel van God reisde Abraham met zijn vrouw Sarai en zijn neef Lot naar Kanaän (in het huidige Israël). Na een ruzie besloot Lot in de vruchtbare Jordaanvallei te gaan wonen, in de stad Sodom. (Nadien zouden de inwoners van Sodom en de naburige stad Gomorra God uitdagen met hun zedeloos gedrag, waarna God beide steden liet vernietigen.) Op een gegeven moment werden Lot en het rundvee van Sodom gevangengenomen door Kedorlaomer, tot ze werden bevrijd door Abraham en zijn volgelingen. De zegevierende Abraham had dan een ontmoeting met Melchizedek, de priester-koning van Salem, het latere Jeruzalem. Melchizedek gaf Abraham brood en wijn, en zegende hem, prefiguratie van het Laatste Avondmaal.
Ook hier gaat het om een volledig symmetrische compositie, met het brood minutieus gepositioneerd op de verticale middenas. Links achter Melchizedek zien we zijn dienaar (met scepter), rechts achter Abraham ook diens dienaar (met dolk en lans). Abraham overwonKedorlaomer. Christus overwon het kwaad en de dood. Beide overwinningen vinden een heilig verlengstuk in de instelling van de eucharistie. Twee bijzondere figuren in zwarte mantel ook achter de dienaar van Melchidezek: Johannes Varenacker en Egidius Bailluwel, de twee theologen die Dirk Bouts advies gaven over de te schilderen onderwerpen en de te respecteren iconografie.
Het woord “Pascha” verwijst naar het Hebreeuwse Pesach-feest, de Paasmaaltijd. Dat is dan weer een verwijzing naar het verhaal van Mozes die het Israëlische volk uit Egypte leidde. Per huis moesten de Israëlieten een “volkomen en gaaf” lam meenemen. Op de veertiende dag moesten die lammeren worden geslacht, waarvan het bloed aan de huizen moest gestreken worden; vervolgens werd het dier opgegeten samen met ongezuurde broden en bittere saus. Deze maaltijd op de avond van de veertiende werd genoemd: ‘des Heeren pascha’. Al de eerstgeborenen van Egypte zouden sterven, maar daar waar het bloed aan de deurpost was aangebracht (de huizen van de Israëlieten) zou de heer voorbijgaan en zou er geen plaag zijn.
Op dit zijluik zien we het gebraden lam op de tafel. De uittocht van het Israëlische volk gaat beginnen, de stemming is bedrukt. De zes aanwezigen eten gehaast, rechtopstaand. Ze zijn gekleed voor een lange reis.
Exodus 12,11: ‘En dit is de wijze waarop u het lam moet eten: uw lendenen omgord, sandalen aan uw voeten en uw staf in de hand. Haastig moet u het eten, want het is Pasen voor de Heer.’
De bevrijding van de Israëlieten prefigureert de verlossing van de mens door het offer van Jezus en het sacrament van de eucharistie. Op tafel ligt in wezen geen lam, maar het lichaam en bloed van Jezus Christus. Christus is het Lam Gods. Dit tafereel gelijkt in veel aspecten op het middenpaneel, zie het interieur met de gelijkaardige tegelvloer, het houten plafond en de doorgang naar de tuin, de kleuren van de gewaden, de tafel met het spierwitte kleed, de ronde schotel met het lam (op het middenpaneel blijft slechts het bloed over), de broden, het eetgerei.
Toen de Israëlieten door de woestijn trokken, kwam er stilaan een voedseltekort. Ze morden tegen Mozes en Aäron: ‘We waren beter door de hand van de Heer in Egypte gestorven, waar we bij de vleespotten zaten en volop te eten hadden. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om al deze mensen van honger te laten omkomen.’ Toen sprak Jahweh tot Mozes: ‘Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.’
Vervolgens, Exodus 16, 21: ‘Iedere ochtend opnieuw verzamelden zij het, ieder zoveel als hij nodig had. Zodra de zon warm begon te worden, smolt het weg.’
Exodus 16,33: ‘Mozes gaf Aäron de opdracht : neem een urn, doe er één volle omer manna in en zet die voor de Heer, om voor het nageslacht te bewaren.’
Op het rechterbovenluik van Het laatste avondmaal rapen verscheidene mensen het manna op dat uit de hemel komt gevallen, en verzamelen het in kruiken. Voorin twee mannen (Mozes en Aäron) en een vrouw in een mooie piramidale compositie. Jahweh is afgebeeld in de donkere wolken bovenaan.
Elia was een van de vijf grote profeten uit het Oude Testament, die voortdurend predikte tegen het aanbidden van Baäl en andere ‘onechte’ goden. Toen koning Achab van Israël een altaar liet bouwen voor de aanbidding van Baäl, profeteerde Elia drie jaren van droogte. Hij trok zich terug bij een beek, waar hij werd gevoed door raven. Dit werd een geliefkoosd thema voor een hele reeks Italiaanse schilders, w.o. Guercino. Later daagde Elia 450 Baäl-priesters uit om vuur te laten verschijnen op de altaren. Daar slaagden zij niet in. Toen bad Elia tot God, die meteen vuur zond. De priesters van koningin Izebel werden door hun ontgoochelde volgelingen vermoord. Daarop ondernam Izebel pogingen om Elia te doden. Die ondernam vervolgens een tocht van veertig dagen en nachten door de woestijn, naar de berg Horeb. Tijdens de tocht had de doodvermoeide Elia slechts de steun van een engel, die hem brood gaf.
Dit luik is het enige van de vier waar het behandelde onderwerp niet voorkwam in het boek Speculum humanae salvationis. Dit boek werd o.a. ook in het Nederlands vertaald en was ongetwijfeld gekend door Dirk Bouts. (Zie ook gedeelte ‘Wie is wie?’) Het verhaal van Elia kan tot de schilder gekomen zijn via geschriften van Thomas van Aquino of Dirc van Delf. Die laatste was een dominikaanse hofprediker van hertog Albrecht die van 1399 tot 1404 een kerkelijk en maatschappelijk handboek schreef (Die Tafel vanden Kersten Ghelove), met als hoofdbedoeling om de leken gezag te laten krijgen voor priesters en voor God. Let op het hoofddeksel en het gebaar van de rechterarm bij Abraham (luik linksboven) en Elia.
Deze tekst is en extract afkomstig uit het Bouts-hoofdstuk in het Gulden Boek De mooiste schilderijen in België, waarin Dirk Bouts en zijn schilderijen over meer dan 30 pagina’s worden behandeld in woord en beeld.
Bron: www.mooisteschilderij.be
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Aanbevelingen door leden:
bernard-de-clairvauxEen geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!