Geplaatst op donderdag 27 december 2001 @ 14:26 , 3088 keer bekeken
De Reinaertstudie floreert. Daarvan getuigt ook het lijvige en fraai uitgegeven "Reinaerts streken", waarin de literatuurhistorici Jozef Janssens en Rik van Daele een ambitieuze poging ondernemen om een nauwkeurig beeld te schetsen van de vele gedaanten die de vos Reinaert in de loop van de cultuurgeschiedenis heeft aangenomen.
In de eerste hoofdstukken van het boek geeft Jozef Janssens een overzicht van de in handschriften overgeleverde vossenliteratuur. Oude teksten die tot leven komen door de concrete tekstverwijzingen en het bevattelijke, goed gestoffeerde commentaar dat de auteur erbij geeft. Verfrissend is bovendien dat Janssens eigentijdse begrippen hanteert: zo noemt hij de "Ecbasis captivi" een postmodern verhaal avant la lettre, vindt hij in
Van den vos Reynaerde een netwerk van intertekstuele relaties terug, en heeft hij het over onderlinge beïnvloeding tussen Middel-Nederlandse en Latijnse, Franse en Duitse werken. Daardoor worden deze middeleeuwse teksten uit hun historisch isolement gehaald.
Het boek gaat eerst en vooral in op de middeleeuwse perceptie van de vos. Met alle middelen tracht men aan te tonen dat het dier in de Middeleeuwen geassocieerd werd met de duivel. De boodschap van zowel "Van den vos Reynaerde" als van "Reinaerts historie" kan globaal worden omschreven als een "triomf van het Kwaad". De vos is compleet onbetrouwbaar, trouweloos, bloeddorstig, een seriemoordenaar van de ergste soort, een angstaanjagende vampier. Hiermee is de toon van het boek gezet: het duivelse imago van de middeleeuwse vos vormt het ijkpunt waaraan de latere inkleuringen telkens weer worden getoetst.
Deze voorstelling van zaken is niet nieuw. Ze duikt ook op in vroegere publicaties en stuitte in het recente verleden meer dan eens op protest.
Rik van Daele neemt dat negatieve vosbeeld over en plaatst de oudste Reinaertdrukken (eind vijftiende eeuw) naast iconografisch materiaal uit die tijd, waarin Reinaert in de rol van duivel en zelfs als antichrist wordt gecast (onder meer in werk van
Jeroen Bosch en
Pieter Bruegel de Oude). Na een blinde vlek in de Reinaerttraditie maakt de vos weer zijn opwachting in de eerste Plantijndruk van 1564. Deze uitgave, die al in 1566 een met Franse tekst aangevulde herdruk krijgt, vormt het begin van een dubbele traditie: die van de Noord-Nederlandse en de Zuid-Nederlandse Reinaert-prozaboeken, die tot in het begin van de achttiende eeuw erg populair waren.
Het einde van de achttiende eeuw zorgt voor een nieuw hoogtepunt in de Reinaertnavolging. Niemand minder dan
Goethe bewerkt het verhaal in de loop van 1793. Zijn "
Reineke Fuchs" wordt aanvankelijk op gemengde gevoelens onthaald.
Dat resulteert onder meer in de eerste uitgave van "
Van den vos Reynaerde" naar het
Comburgse handschrift door Friedrich David Gräter in 1812. Deze weliswaar onzorgvuldig geëditeerde tekst geeft de aanzet tot een heuse Reinaertrevival. Geïnspireerd door het filologisch speurwerk van Jakob Grimm hertaalt
Jan Frans Willems "Van den vos Reynaerde" voor het eerst in eigentijds Nederlands. Zijn hertaling verschijnt in 1834 en is één van de scharnierpunten uit de bewerkingsgeschiedenis van de Reinaert , net zoals Reinaerts historie en de Antwerpse rijmincunabel dat zijn. Tot diep in de twintigste eeuw wordt Willems tekst gelezen en nagevolgd, bijvoorbeeld door Julius de Geyter, die in 1874 het verhaal van een positieve slotnoot voorziet.
De antiklerikale De Geyter is niet de enige die in de negentiende eeuw een positiever plaatje van de vos ophangt. Dat doet ook Guido Gezelle, die gedurende enkele jaren bijdragen levert aan het Antwerpse satirische weekblad "Reinaert de vos". Maar op enkele ontleningen en occasionele verwijzingen na heeft Gezelle weinig met het dierenverhaal op. Stijn Streuvels maakte vier verschillende Reinaertbewerkingen met de prachtige Reinaertillustraties van kunstenaar Gustave van de Woestijne.
Plaatje uit Johann Wolfgang von Goethe - Reineke Fuchs - 1846
De Reinaertfiguur werd ook gerecupereerd door ideologieën van allerlei slag; onder meer de "linkse" Reinaert van Camille Huysmans uit 1937, de "fascistoïde" van Robert van Genechten uit 1941 en de "repressieve" van Piet Punt uit 1948. De eigenzinnigste van alle bewerkingen is deze van "Wapenbroeders" van Louis Paul Boon.
De conclusie van het boek is dat elke tijd zijn eigen Reinaertbeeld creëert. ,,De ketting van Reinaertbeelden is een zich steeds weer veranderende tekst. Reinaert is een open tekst met een open einde.''
JOZEF JANSSENS & RIK VAN DAELE, Reinaerts streken. Van 2000 voor tot 2000 na Christus,
Davidsfonds, Leuven, 318 blz., 22,19 euro.
Reinaert de vos: link naar een website met het verhaalBron: De Standaard - 20/12/2001 - Yvan de Maesschalck