Degelijke studie over middeleeuws Europa

Geplaatst op zondag 05 mei 2002 @ 13:03 , 693 keer bekeken

"Eeuwen des Onderscheids": een goedgeschreven geschiedenis van het einde van het Romeinse rijk tot de Reformatie.

Twee mediëvisten uit Leiden en Amsterdam vonden dat er aan het 'midden' van die Middeleeuwen een perspectief ontbrak. En ziet, met kleine bijstellingen van een bekend verhaal biedt dit boek een uitzicht op de nieuwe tijd. Want terwijl veel geschreven wordt met de bedoeling om de lezer te doordringen van de uitzonderlijke instellingen en de volstrekt andersgerichte mentaliteit van die dagen, opperen Blockmans en Hoppenbrouwer dat in de Middeleeuwen belangrijke zaken tot stand kwamen die ons tot op vandaag omringen.

,,De grondslagen van het huidige Europa, ja zelfs van de huidige wereld, zijn gelegd in de Europese Middeleeuwen: de verspreiding van het christendom, de vestiging van taalgebieden, de vorming van territoriale staten met kiemen van nationaal bewustzijn, de urbanisatie van bepaalde regio's, de hernieuwde ontwikkeling van rationeel-empirisch wetenschappelijk denken, de creatie van op medezeggenschap berustende politieke structuren en de expansie van commerciële netwerken.''


In tegenstelling tot wat je als leek zou verwachten, heerst er niet altijd een vredige archiefstilte tussen de verschillende disciplines van de mediëvistiek. Ondanks alle regelmatig herhaalde intentieverklaringen tot interdisciplinaire samenwerking om subsidiestromen op gang te krijgen, blijft de territoriumdrift bestaan tussen literatuurhistorici en generalistische historici van de Middeleeuwen, zoals Blockmans en Hoppenbrouwers. De onderzoeksgebieden kunnen elkaar natuurlijk wel bestuiven, maar in de praktijk blijft elk zijn ding doen.

Even zag het ernaar uit dat de mentaliteitsgeschiedenis een brug zou slaan tussen de diverse deelgebieden van de mediëvistiek.
De mentaliteitsgeschiedenis, met als illustere voorloper "Herfsttij der Middeleeuwen" van Johan Huizinga en met als beroemdste pleitbezorgers Duby, Le Goff, Ginzburg en Le Roy Ladurie, leek aanvankelijk een uitgestoken hand van de algemene geschiedenis naar de kunst- en literatuurgeschiedenis. Destijds verweten historici Huizinga nog dat hij literaire teksten als historische bronnen gebruikte, maar vandaag bestudeert de mentaliteitsgeschiedenis wel degelijk fictionele teksten om een imaginair veld, een mentaliteit, te benaderen en zo te komen tot wat men noemt ,,een geschiedenis van denken en voelen''.

Tegelijkertijd begon de literatuurgeschiedenis meer aandacht te krijgen voor het maatschappelijk functioneren van teksten. Een goed voorbeeld daarvan is de receptiegeschiedenis en daarin vooral het sleutelbegrip ,,productieve receptie via intertekstualiteit'': een schrijver neemt een aantal boeken tot zich die de grondstof vormen voor een nieuwe tekst. Zodoende beweegt de literatuurgeschiedenis zich in de richting van de historische sociologie.

Terwijl de mentaliteitsgeschiedenis vanuit de geschiedschrijving dus de hand uitstak naar de literatuurgeschiedenis, stak op haar beurt ook de literatuurgeschiedenis door het bestuderen van het maatschappelijk functioneren van literatuur de hand uit naar de algemeen-historische mediëvisten. Mooi toch, twee uitgestoken handen.

De praktijk is echter anders: de meeste historici blijven stug sociaal-economisch bezig, met grafieken van de graanprijzen in Oost-Brabant tussen 1320 en 1340, om maar iets te zeggen. De mentaliteitsgeschiedenis wordt in onze regionen maar mondjesmaat beleden. Ook "Eeuwen des onderscheids" heeft vooral oog voor de organisatiestructuren uit die tijd.

Je kunt je afvragen wat de zin is van een zoveelste geschiedenis van middeleeuws Europa. Uitgeverij Prometheus geeft op de achterflap het antwoord: ,,Bestemd voor iedereen die zich in de Middeleeuwen wil verdiepen''. Die iedereen is dus iemand die nog nooit een overzicht van de Europese Middeleeuwen heeft gelezen maar daartoe ineens een onstuitbare aandrift voelt opwellen. Het profiel van zo'n iedereen is wellicht te specificeren: de eerstejaarsstudent middeleeuwse geschiedenis. Hij of zij kan immers veel leren van deze inleiding, die gedegen, goed gedocumenteerd, hooggeleerd en toch prettig leesbaar is. Ze mag dan ook een plaats op de verplichte lectuurlijst ambiëren.

De Middeleeuwen zijn een millennium van ongeveer 500 tot 1500, tussen Oudheid en Renaissance. Dat millennium wordt in dit boek nog wat opgerekt tot de periode tussen 300 en 1550.
Iedereen die een blik op die tijd werpt, merkt direct twee tegenstrijdigheden op, namelijk alteriteit (anders-heid) en moderniteit . De Middeleeuwen treffen ons enerzijds als heel anders dan onze tijd (bijvoorbeeld de vroomheid, het vazalsysteem) maar anderzijds ook als een eerste ontwerp van de evidenties en vooronderstellingen waar we nu mee leven.

Bedenk daarbij dat er tussen 500 en 1500 twee keer meer jaren zijn verstreken dan tussen het ,,einde'' van de Middeleeuwen en nu. Met andere woorden, ondanks de logge traagheid van het christelijk theocentrisme en het remmende gewicht van de auctoritas in het middeleeuwse denken, zag de wereld er in 1500 toch heel anders uit dan in 500. Vandaar ook de titel "Eeuwen des onderscheids".

De twee meest versnellende factoren in die duizendjarige ontbolstering zijn wellicht de twee middeleeuwse renaissances geweest, in de negende (de ,,Karolingische'') en in de twaalfde eeuw. Sommigen beweren zelfs dat de twee middeleeuwse renaissances meer impact hebben gehad dan de grote Renaissance (in de 15de en 16de eeuw), maar het nadeel hadden dat Burckhardt in 1860 de term al geclaimd had -- definitief, zo lijkt het wel.

Het verhaal van Blockmans en Hoppenbrouwers begint bij de Romeinse erfenis, met enerzijds de desintegratie van het Imperium en anderzijds de opkomst van het Oost-Romeinse rijk. In verband daarmee staan de volksverhuizingen van de barbaren (vooral de Germanen) en de Arabische veroveringen. Twee monotheïsmen vestigden zich met de merkwaardige ambitie de hele wereld te veroveren, het christendom en de islam; in dit hoofdstuk besteden de auteurs meer aandacht aan de christelijke kerk, vooral aan zijn organisatie maar ook aan de geloofsleer, ketterijen, monniken, kloosters en de evangeliseringsbewegingen ter kerstening van West-Europa.

De samenleving en de economie in de vroege Middeleeuwen laten de transformatie zien van een aristocratie naar een hofsysteem met heerlijkheden en horigheid, waaruit de feodale vazalliteit zal voortkomen. Dat gebeurt voornamelijk in de wereld van de Franken, eerst de Merovingers, daarna de Karolingers, met als culminatiepunt het keizerrijk van Karel de Grote. Er volgt een periode van ,,versnelde groei'': in dit deel bespreken de auteurs de vorming van de hoofse cultuur, nog voor het jaar 1000, vrij vroeg dus.

De grote veranderingen worden gesitueerd in de periode tussen 1000 en 1250: de investituurstrijd (wie mocht bisschoppen benoemen?), de vernieuwing in het kloosterwezen, eerst Cluny, daarna de bedelorden (eigenlijk monniken zonder klooster) en de kruistochten. Ook de eerste contouren van de landen tekenen zich af in het Duitse rijk, Italië, Engeland en vooral het toen al centralistische Frankrijk. Parallel daarmee komt het begrip ,,staat'' opzetten in een samenleving die meer en meer verstedelijkt. De stad krijgt rechten die buiten de feodale driedeling vallen.

In een apart hoofdstuk worden dan toch veertig bladzijden gewijd aan het denken over mens en wereld, met de Griekse erfenis, de vertragende last van de auctoritas en de twee middeleeuwse renaissances. Verder komen de universitaire wetenschapsbeoefening aan bod (want de universiteit is een middeleeuwse uitvinding) en de grote intellectuele crisis die in de dertiende eeuw veroorzaakt werd door de opkomst van het aristotelisme. En ten slotte is er aandacht voor het humanisme van de late Middeleeuwen, Italië voorop, dat begon te profiteren van de boekdrukkunst.

Daarna worden de bevolking, de economie en de samenleving in de late Middeleeuwen beschreven. De ,,waanzinnige'' veertiende eeuw, a distant mirror volgens Barbara Tuchman, was een wrede tijd van oorlog, pest en honger. Na het einde van de Honderdjarige Oorlog, rond 1453, waren er aanzetten tot nieuwe ontwikkelingen en staatsvorming.

Ten slotte ontvlamde de crisis in de kerk. Die crisis loopt in dit hoofdstuk echter maar tot 1500, zodat de problemen rond hervorming en de verschillende protestantismen onbesproken blijven. Wel komen het westerse Schisma aan de orde, met de pausen te Avignon en daarna de Moderne Devotie, de nieuwe tendensen in vroomheid en mystiek.

Wat heeft dat millennium ons gebracht? Taalgebieden en nationale literaturen, Europese steden, universiteiten, de boekdrukkunst, burgers, het handelskapitalisme, de vork, de kruiwagen, de windmolen, de kathedraal, de bril, het kompas, het papier, het kanon, het uurwerk, hoogovens, polyfonie, prediking van naastenliefde, de scheiding tussen kerk en staat en een aanzet tot rationalistisch, wetenschappelijk denken (via het aristotelisme).

Conclusie: we zijn het gewend dat er weinig aandacht aan literatuur besteed wordt in algemene geschiedenissen van de Middeleeuwen. Toch is dit fraai geïllustreerde boek zeer waardevol als een eerste oriëntatie.



INFO:
Titel: Eeuwen des Onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa.
Auteurs: Wim Blockmans, Peter Hoppenbrouwers
Uitgever: Samenwerkende Uitgeverijen Prometheus/Bert Bakker/Ooievaar


Bron: Trouw, 9 februari 2002, Samuel de Lange.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan:


Aanbevelingen door leden:

bernard-de-clairvaux starstarstarstarstar

Een geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!