Geplaatst op zondag 04 september 2005 @ 12:21 , 2589 keer bekeken
De benijdenswaardige kunst van de boekverluchting: de getijdenboeken voor de hertog van Berry.
Catalogus "De Gebroeders van Limburg", Nijmeegse meesters aan het Franse hof 1400-1416.
Uitgegeven door Uitgeverij Ludion, Gent/Amsterdam.
De catalogus (ca. 400 pagina's) bevat essays van specialisten uit Europa en de Verenigde Staten.
Dit boek over de gebroeders Van Limburg werpt volop (nieuw) licht op hun kunst en hun geschiedenis.
(museumeditie EUR 34,90; hardcover EUR 49,90).
De Gebroeders Van Limburg
Ze worden in één adem genoemd met Jan van Eyck. Met reden. Wat drie jonge snaken in het prille begin van de vijftiende eeuw op perkament realiseerden, bereidde niet alleen de weg voor de Vlaamse paneelschilderkunst. Hun miniaturen behoren tot de mooiste bladzijden uit de geschiedenis van de (boek)schilderkunst. Herman was twintig, Paul negentien en Johan zeventien in 1405, toen ze aan Les Belles Heures begonnen. Het ging om een getijdenboek, een gebedenboek voor gefortuneerde leken zeg maar, in navolging van het brevier voor geestelijken. Behalve gebeden bevatte het ook een kalender en illustraties bij de religieuze feesten en heiligendagen van het jaar. Opdrachtgever, hertog Jean de Berry, wou zijn getijdenboek zo weelderig mogelijk hebben. Tegen 1408 hadden de broers maar liefst 156 illustraties voor dit handschrift klaar. De originaliteit, de sprankelende kleuren en de ongekende intensiteit in het waarnemen van de wereld, staken anderen de ogen uit.
Les Belles Heures du Duc de Berry - Annunciatie
Bij de aangrijpendste beelden rekent specialist Hunter S. Husband een 'Bewening' van Christus, een Heilige Catherina en de Maagd in een 'Annunciatie', beide van een serene kalmte en waardigheid. 'En het schilderkunstig raffinement dat zo duidelijk naar voren komt in het uiterst expressieve gezicht van Jozef in de 'Vlucht naar Egypte' doet niet onder voor dat van Maxentius, die moet toezien hoe zijn vrouw wordt onthoofd.' Aan een poging om de stijlen van de drie broers van elkaar te onderscheiden, waagde Millard Meiss zich in 1974 in zijn commentaar bij de facsimile-uitgave van een deel van de Belles Heures. 'Paul was de opmerkzaamste, bedachtzaamste en meest ambitieuze. Johan was de meest lyrische en elegante, en de grootste opportunist. Herman de meest demonstratieve, soms op het melodramatische af.'
Les Belles Heures zit in de collectie van het New Yorkse Metropolitan Museum of Art. Omdat het handschrift onlangs is gerestaureerd, werd het uit elkaar genomen. Het museum leende bij hoge uitzondering tien dubbele bladzijden met in totaal zeventien miniaturen uit aan museum Het Valkhof in Nijmegen (van 30/8 tot 20/11). Ze vormden het hoogtepunt van een tentoonstelling De gebroeders Van Limburg ter gelegenheid van 2000 jaar Nijmegen. In deze Gelderlandse stad stond immers de wieg van de broers. Als zonen van 'beeldsnijder' Arnold van Limburg en Mette Maelwael, zus van de vermaarde schilder Jan Maelwael, lag hun artistieke bestemming wel in de genen besloten.
Les Belles Heures - (detail) de Pest
Jan en Herman waren de kinderschoenen nog niet ontgroeid toen hun moeder, weduwe geworden, hen naar Parijs bij een goudsmid in de leer stuurde. Bij het uitbreken van de pest keerden ze ijlings terug naar Nijmegen, maar werden onderweg in Brussel gek genoeg gegijzeld en zes maanden gevangengezet. (Blijkbaar in de marge van een conflict tussen de hertogdommen Brabant en Gelre). Hun oom Jan Maelwael sprak zijn relaties aan. Onder de naam Jean de Malouel actief als hofschilder en valet de chambre van de Bourgondische hertog Filips de Stoute, kreeg hij deze zo ver dat hij het losgeld voor de vrijlating van de broers betaalde. Meer nog, in 1402 engageerde de hertog Paul en Johan als verluchters voor een 'tres belle et notable bible'.
Twee jaar later stierf Filips de Stoute. Zijn broer, hertog Jean de Berry, nam de drie Limburg-broers in dienst. Na het succes van Les Belles Heures stond er geen maat meer op de bibliofiele honger van de hertog, en met Les Très Riches Heures du Duc de Berry maakten zijn jonge illustratoren wellicht het meest weergaloze getijdenboek ooit. Het gaat dan nog om een meesterwerk dat onvoltooid bleef, want in 1416 stierven zowel de drie broers als hun opdrachtgever.
Edelen en boeren
Het boek was om allerlei redenen vernieuwend in zijn genre. Bij het concept van de kalender was het gebruikelijk om 24 kleine medaillons op te nemen, met de 12 tekens van de dierenriem en de typerende activiteit voor elke maand. De Limburg-broers versmolten dit tot één geheel, en maakten er paginagrote illustraties van. Bovenaan op het blad verwerkten ze het zodiakteken in een brede hemelboog en gaven informatie over de dagen van de week en de fasen van de maan. Voorts besteedden ze een bijzondere zorg aan de achtergronden. Ze maakten er raak geobserveerde tafereeltjes van, waarop het seizoensgebonden werk op het land te zien is. Verfijning en precisie kenmerken hun stijl. Niet eerder gezien in een getijdenboek: de afbeelding van een zodiakman en een uitgewerkte plattegrond van Rome. Adembenemend: een beeld van Christus in de Hof van Olijven, eenzaam in de inktzwarte nacht, enkel verlicht door sterren en toortsen. Het lijdt geen twijfel dat we hier met de voorlopers van de Vlaamse Primitieven te maken hebben.
Les Très Riches Heures belandde na eeuwenlange omzwervingen in de collectie van de hertog van Aumalle, en van daar in het Musée Condé in Chantilly bij Parijs. Het boek mag daar contractueel nooitmeer weg. De Nijmeegse tentoonstellingsmakers namen hun toevlucht tot een digitale beeldevocatie en een facsimile-uitgave om het meesterwerk van de broers toch zo nabij mogelijk te brengen. De schilderijtjes roepen immers de volledige middeleeuwse wereld tot leven. In het winterlandschap van februari of in de ontluikende natuur in april doen de nobelen en de boeren wat zij plegen te doen. De enen zalig niets, de anderen bergen werk verzettend.
Met La Bible Moralisée en Les Petites Heures du Duc de Berry toont Nijmegen nog andere authentieke miniaturen waarbij de broers betrokken waren. Maar de twee miniatuurbladzijden die ze voor de Très Belles Heures de Notre Dame verzorgden, bleven kennelijk in de Bibliothèque Nationale de France in Parijs. Begonnen in 1390 in opdracht van Jean de Berry, liet de hertog dit handschrift in tweeën splitsen. Het gedeelte met de getijden schonk hij aan zijn bibliothecaris in Parijs. De twee andere delen, met de gebeden en het missaal, belandden uiteindelijk in Milaan en Turijn. De gebeden gingen in vlammen op (1904), het intacte missaal zit in het Turijnse Museo Civico d'Arte. Beter bekend onder de verkeerde benaming Turijns-Milanees Getijdenboek (het bevat helemaal geen getijden), vormt het de belangrijke link tussen de Franse, Nederlandse en Vlaamse miniaturisten aan het hof van Jean de Berry die aan het boek begonnen, het atelier van Jan van Eyck dat er verder aan werkte, en ten slotte Van Eycks navolgers die het in de periode 1440-1450 tot voltooiing brachten.
Wat in de catalogus van de Brugse tentoonstelling De Eeuw van Van Eyck (2002) al met enige stelligheid beweerd werd, dat Jan van Eyck zijn carrière begon als boekverluchter, wordt in Nijmegen niet verder uitgespit, al worden er wel miniaturen van Franse en Vlaamse schilders uit de periode 1410-1435 getoond. Andere tentoonstellingsmakers zullen in de toekomst beslist de kans aangrijpen om aan de hand van enkele Eyckiaanse miniaturen (met name een Kruisiging) uit het Turijns-Milanees Getijdenboek te tonen dat ze gebaseerd zijn op dezelfde modeltekeningen die Van Eyck en zijn atelier gebruikten bij hun paneelschilderijen.
Het indrukwekkend catalogusboek (uitgeverij Ludion) van De gebroeders Van Limburg laten vooral gelden dat de veronderstelde 'vernieuwende' visie van deze kunstenaars wellicht preciezer moet worden gezien als een complexere kijk op de wereld dan bij hun voorgangers: een veelzijdige manier om ruimte en diepte te scheppen, meer realisme in de waarneming van de wereld, een subtiele verwerking van Italiaanse en Franse voorbeelden in iconografie en compositie, en vooral: het vermogen om met puur beeldende middelen een verhaal te vertellen, dat veel meer is dan een illustratie bij de tekst.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Aanbevelingen door leden:
bernard-de-clairvauxEen geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!