Margaretha van Bourgondië - Margreet Brandsma

Geplaatst op woensdag 10 januari 2024 @ 17:42 , 524 keer bekeken

Deze publicatie is een herwerkte versie van het proefschrift waarop Margreet Brandsma in 2021 aan de Universiteit Leiden promoveerde. Centraal staat de figuur van Margaretha van Bourgondië, de oudste dochter van hertog Filips de Stoute en Margaretha van Male. Zij trad in 1385 samen met haar broer, de latere Bourgondische hertog Jan zonder Vrees, in het fameuze dubbelhuwelijk van Kamerijk. Margaretha en Jan trouwden respectievelijk met de zoon en dochter van Albrecht van Beieren. Met haar echtgenoot Willem, die graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland was, bestuurde Margaretha van Bourgondië deze drie graafschappen. Ze had – zo onthult het boek – een zeer groot en blijvend engagement voor de belangen van haar kind en erfopvolgster Jacoba van Beieren. Deze laatste geniet reeds eeuwenlang veel aandacht en na de biografie door Antheun Janse uit 2009 is wat over haar terecht (maar vaak ook ten onrechte) de ronde deed in de juiste context geplaatst.

Over de moeder van Jacoba van Beieren was tot de publicatie van het boek van Margreet Brandsma heel wat minder kennis voorhanden. Margaretha van Bourgondië komt duidelijk naar voren als een dame die, in lijn van haar Franse koninklijke en Bourgondisch-Vlaamse af komst, zich niet al- leen bewust was van haar vorstelijke status, maar ook van aanpakken wist. Zo kon ze zich in de bijzonder turbulente eerste decennia van de vijftiende eeuw staande houden. Ze was door haar afkomst en huwelijk ook een speler in de internationale politiek en dat alles te midden van verscheurende ‘binnenlandse’ vetes (zoals de burgeroorlog tussen Bourguignons en Armagnacs in Frankrijk en de vetes tussen Hoeken en Kabeljauwen in Holland) en interne familiale conflicten (zoals die rond de verschillende huwelijken van haar dochter en de intriges van haar schoonbroer Jan van Beieren). Zoals de titel van het boek aangeeft, schipperde ze daarbij met veel brio tussen de niet altijd gelijklopende belangen van haar dynastie van oorsprong (die van de Valoishertogen van Bourgondië) en het Beierse geslacht waartoe ze door haar huwelijk was gaan behoren. Na het overlijden van haar echtgenoot in 1417 tot aan haar dood in 1441 wist ze als vorstin- weduwe via haar weduwgoed (douarie) een eigen politieke lijn te ontwikkelen. Dat ze uiteindelijk het hoofd diende te buigen voor de ambities van haar Bourgondische neef, hertog Filips de Goede, en diende te aan- vaarden dat hij – en niet haar dochter Jacoba – heerser werd over de drie graafschappen Henegouwen, Holland en Zeeland, is niet als een absolute mislukking te beschouwen. De concrete omstandigheden waarin het een en ander werd uitgeklaard, illustreren wat een agency een vorstin in deze periode aan de dag wist te leggen.

Het eerste deel van het boek biedt in zes chronologische hoofdstukken een overzicht van het leven en de carrière van Margaretha: van een pion op het matrimoniale schaak- bord van haar dynastie van herkomst, tot haar overlijden in haar gelief koosde Hene- gouwse residentie in Le Quesnoy en haar bijzetting in de kapel die zij daar stichtte. Dit laatste gebeurde in aanwezigheid van hertog Filips de Goede en hertogin Isabella van Portugal. Het valt zonder meer op dat ze Le Quesnoy als haar laatste rustplaats had ge- kozen en niet de Haagse hofkapel, waar haar dochter en schoonouders lagen begraven, of het mausoleum van de Bourgondische her- togen, dat haar vader had gesticht. De keuze voor Le Quesnoy onderlijnt haar gehechtheid aan het graafschap Henegouwen. Deze gehechtheid blijkt ook uit het tweede deel van dit boek dat dankbaar gebruik maakt van het archief van de Rijselse rekenkamer, waar bronnen overvloedig voorhanden zijn. In de eerste plaats maakt de auteur gebruik van rekeningen waarmee het wedervaren van het weduwgoed van Margaretha in de verschillende vorstendommen kan worden gereconstrueerd. De niet onbelangrijke financiële middelen die ze tot haar beschik- king had, werden aangewend om, andermaal in de volle traditie van haar Bourgondische familie, een op status gerichte ostentatieve levensstijl aan te houden. Hierbij valt op hoe verstandig ze de middelen die voorhanden waren beheerde, in tegenstelling tot verschillende van haar familieleden.

Een derde deel gaat, in lijn met deze indrukwekkende financiële analyse, in op de door Margaretha gevoerde hofhouding. Die wordt door Margareet Brandsma treffend omschreven als een Beierse hofhouding van Bourgondische proporties. Hier, maar ook elders, getuigt het boek dat zowel op origineel bronnenonderzoek is gebaseerd als gebruik maakt van een indrukwekkende literatuurlijst, van een aangehouden internationale vergelijking. Dit is ook het geval in het vierde en laatste deel waarin aandacht wordt besteed aan de religieuze en literaire patronage die Margaretha andermaal in lijn met de familiale tradities aan de dag legde. Ook hier valt op dat ze zich zowel kwantitatief en kwalitatief op een welhaast vorstelijk niveau bewoog. Het verwondert dan ook niet dat Margaretha van Bourgondië prominent aanwezig is in de tekst bij uitstek waarin heel vroeg en met een voor die tijd erg verfrissende blik naar de rol van vrouwen wordt gekeken: Het boek van de stad der vrouwen (de fameuze Cité des dames) van haar tijdgenoot Christine de Pizan. Over Margaretha van Bourgondië heeft een anonieme eigentijdse dichter een lofdicht geschreven, waarin over haar wordt gesteld: ‘par proesse son pais gardé a, par hardiesse mult bien deffendu l’a’ (met dapperheid heeft ze haar land behouden en met stoutmoedigheid heeft ze het verdedigd). ‘Hardi’ was ook de kwalificatie waarmee haar vader hertog Filips de geschiedenis is ingegaan, en waarmee een latere hertog (die we eerder kennen als le Téméraire, ‘de Stoute’) soms ook werd omschreven. Met deze exemplarische studie heeft Margreet Brandsma aangetoond dat ook de vrouwen uit deze dynastie dergelijke kwalificatie meer dan verdienen.

Margreet Brandsma, Tussen twee dynastieën.
Margaretha van Bourgondië 1374-1441,
gravin van Henegouwen, Holland en Zeeland
(Uitgeverij Verloren; Hilversum, 2022) 304 p., ill., € 29,00

 
Bron: Marc Boone, Universiteit Gent, Tijdschrift voor geschiedenis 135.4 (2022)


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan:


Aanbevelingen door leden:

bernard-de-clairvaux starstarstarstarstar

Een geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!