De rol van de kerk in de Middeleeuwen

Geplaatst op dinsdag 01 januari 2002 @ 13:37 , 3827 keer bekeken

De kloosterorden

De invloeden van de klassieke cultuur werden in de vroege Middeleeuwen langzamerhand steeds minder, de overblijfselen van deze cultuur werden bewaard door toedoen van het christendom: de romeinse cultuur werd in de kerken en de kloosters bewaard. ( bijvoorbeeld de taal van de kerk = latijn ; monniken schreven klassieke manuscripten (= teksten) over.) Deze kloosters werden vooral in de 7de eeuw belangrijk als centra van de christelijke beschaving. Dit omdat de monniken zich voornamelijk bezighielden met studie en schrijfarbeid, maar ook kwamen er werkplaatsen waar men beeldhouwwerk of edelsmeedwerk maakte.

De eerste kloosterorde werd door Benedictus in de 6de eeuw gesticht in Italië.

De benedictijnen leefden volgens strenge geloofsregels: leven in armoede, gehoorzaam zijn, en in ongehuwde staat leven. Ook moesten ze in hetzelfde klooster blijven ( zorgde voor stabiliteit). Deze levenswijze werd later ook in andere kloosterorden gebruikelijk (dominicanen, cluniacenzers, cisterciënzers, de bedelorden). Het dagelijks leven van een kloosterling was een balans tussen bidden, werken en studeren. Een gewone dag voor een monnik zag er als volgt uit:

2.00 am - opstaan 2.10 - 3.30 - nocturnes/metten (gebed / gezang) 3.30 - 5.00 - lezen en studeren (bijbel) 5.00 - 5.45 - lauden (gebed/gezang - moest voor het aanbreken van de dag eindigen) 5.45 - 8.15 - lezen en priem (gebed van het eerste uur) en soms een licht maal 8.15 - 9.00 - terts (gebed van het derde uur) 12.00 - 2.00 pm - sext ( gebed van het zesde uur) en middagmaal 2.00 - 3.00 - noon (gebed van het negende uur) 2.30 - 3.15 - avondmaal 3.15 - 4.15 - lezen en privegebed 4.15 - 4.45 - vespers (gebed en gezang - voor zonsondergang) dan pauze, en dan completen (gebed en gezang; tegen 6 uur) voor 7 uur gaan de monniken slapen.

Wanneer we het over kloosters hebben, hebben we het niet alleen over mannelijke kloosterlingen, er waren ook vrouwelijke kloosterlingen. Omdat er in de kloosters sprake was van enige geletterdheid was het daar voor vrouwen mogelijk, zich te ontwikkelen (de enige plaats !). Een van de meest bekende vrouwen uit de Benedictijner orde was Hildegard von Bingen ( 1098 - 1179). Zij schreef teksten over het geloof, over filosofie, medicijnen. Daarnaast schilderde en illustreerde ze, was muzikante, critica en ze predikte. Uit de geschiedenis van deze vrouwen die in de kloosters hun trouw aan god beloofden, ontstonden bepaalde verhalen die de verheerlijking van het geloof en het kloosterleven illustreerden: de zgn, heiligenlegenden. Rond 900 wordt een andere kloosterorde opgericht in Frankrijk: de orde van Cluny. Het verschil tussen deze orde en de benedictijnen is vooral dat er in de orde van Cluny een opdeling onder de monniken ontstaat: zij die daartoe geschikt zijn, worden tot priester opgeleid en houden zich vooral bezig met studie, en niet met zware arbeid. Hierdoor komt de wetenschap binnen de kloosters tot bloei.

Het verbond tussen de wereldlijke en geestelijke macht.

Na de periode van oorlogen en strijd, ontstond er in de 7de eeuw een tijdperk van grotere rust. Dat kwam omdat het christendom, niet alleen in de kloosters zegevierde, maar ook daarbuiten. Koning Clovis van Frankrijk, bekeerde zich als eerste europese vorst tot het christendom. Hierdoor ontstond er een sterke band tussen de wereldlijke (bijv. koning Clovis) en de religieuze vorst (de paus). Dit had tot gevolg dat er meer rust in de samenleving kwam, omdat de macht meer bij bepaalde vorsten geconcentreerd werd. Deze band tussen de vorsten en het christendom, leidde later tot de opkomst en bloei van het karolingische vorstendom (karolingisch komt van KRLS = Karolus = het zegel dat Karel de Grote gebruikte).

Karel de Grote was de belangrijkste vorst (later keizer) in de beginperiode van de volle Middeleeuwen. Keizer Karel zorgde voor verspreiding van het christendom maar ook van de karolingische cultuur. Dat deed hij door veel aandacht te besteden aan onderwijs (het leren lezen van de bijbel, het bestuderen / behouden van de klassieke kunst en cultuur).

De centrale plaats van het geloof

Om een beeld te krijgen van het belang en de invloed van het geloof in de Middeleeuwen, moet je je voorstellen dat het geloof op alle mogelijke manieren, via alle kanalen, macht en invloed uitoefende op de mensen. Dat is zoiets als wanneer je in onze tijd via radio, tv, internet, de krant, boeken enz. alleen nog maar geloofszaken tegen zou komen, zonder enige tegenspraak of kanttekeningen. Je snapt dan wel hoe iedereen zich op den duur wel moest onderwerpen aan het geloof. Het geloof (en daarmee de geestelijke macht) kreeg een centrale plaats in het leven van iedereen: van de vorst, de adel, de ridders, de geestelijken, de arbeiders. Deze centrale plaats hield in, dat het kerkelijk jaar het leven van alledag beinvloedde. Alle belangrijke dagen van christelijke gebeurtenissen of personen, werden feestdagen. Feestdagen waren in die tijd dagen waarop je nog vaker naar de kerk ging. Het gebed en de kerkgang waren vaste punten in het dagelijks leven van de Middeleeuwer. Later ondernam men ook pelgrimstochten. Dat waren tochten naar heilige oorden, uit boetedoening ondernomen, om op deze manier van de zonden vergeven te worden. In deze heilige oorden waren vaak kerken waarin relikwieën bewaard werden. (relikwieën zijn overblijfselen zoals haar, botten van heilige personen, die in een fraai omhulsel in een kerk getoond worden - ook nu nog). In de tijd van de late middeleeuwen ging men nog verder en ondernam men kruistochten: tochten die bedoeld waren om het heilig land (Palestina ) te veroveren.

Bron: www.CKV23.com


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan:


Aanbevelingen door leden:

bernard-de-clairvaux starstarstarstarstar

Een geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!