Hertog Filips de Goede, vader van hertog Karel de Stoute

Geplaatst op zaterdag 07 februari 2009 @ 19:07 , 1807 keer bekeken

Filips de Goede werd geboren te Dijon op 31 juli 1396 als zoon van de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren. Op 10 september 1419 werd zijn vader vermoord op instigatie van de Franse kroonprins Karel (de latere koning Karel VII). In reactie op de moord sloot de nieuwe hertog een bondgenootschap met Engeland tegen Frankrijk (Verdrag van Troyes, 1420). Het Bourgondisch-Engelse bondgenootschap bracht Frankrijk in ernstige moeilijkheden. Pas in 1435 verzoende Filips zich (noodgedwongen) weer met Karel VII bij het Verdrag van Atrecht.

Filips de Goede ontvangt één van zijn vele boeken.
Jean Miélot schenkt zijn vertaling van de "Traité sur l'Oraison Dominicale"

Vanaf het begin probeerde Filip de Goede zijn invloed in de Nederlandse gewesten uit te breiden.Om zijn doel te bereiken, hoopte hij een beroep te kunnen doen op zijn neef Jan IV, hertog van Brabant. Die was op zijn beurt gehuwd met Jacoba van Beieren, gravin van Holland-Zeeland-Henegouwen. Toch waren deze familierelaties geen garanties voor een Bourgondische controle. De Staten van Brabant probeerden uit angst voor een verlies aan onafhankelijkheid zoveel mogelijk de plannen van Filips tegen te werken en Jacoba van Beieren liet in 1420 haar echtgenoot Jan IV in de steek en huwde een Engelse prins die zelf hoopte graaf te kunnen worden van Holland-Zeeland-Henegouwen. Na een weinig succesvolle invasie in 1425 hield hij het echter voor gezien en verdween terug naar Engeland. Filips dwong de achtergebleven Jacoba in 1428 om hem tot haar opvolger te benoemen. Bij de 'Zoen van Delft' kreeg hij van haar de overhand in Holland, Zeeland en Henegouwen. In 1433 vielen deze gebieden hem geheel en al toe.

Ondertussen was Jan IV van Brabant in 1427 overleden en opgevolgd door zijn broer Filips van Sint-Pol. Die stierf reeds in 1430 zonder nakomelingen. Er waren verschillende gegadigden om hem op te volgen, maar de Staten gaven nu wel de voorkeur aan Filips de Goede, nadat hij zijn zaak bij hen was komen bepleiten. Reeds in 1420 had de kinderloze graaf Jan III van Namen zijn rechten aan Filips de Goede verkocht. Na het overlijden van de graaf in 1429 kon Filips de Goede het gewest bij zijn rijk voegen. In 1441 benoemde Elisabeth van Görlitz, hertogin van Luxemburg Filips de Goede tot haar opvolger. Na haar overlijden in 1451 kon hij ook dat gebied inlijven.

De Nederlandse gewesten waren in eerste instantie verbonden via een personele unie. Zij hadden dus dezelfde vorst, de hertog van Bourgondië, maar zij behielden hun eigen instellingen. Met name twee centrale bestuursorganen kwamen onder Filips tot ontwikkeling. Uit zijn hofraad kwam in 1445 een Grote Raad voort die de centrale rechtspraak verzorgde, en vanaf 1464 kwamen de Staten-Generaal bijeen. De hertogelijke Hofraad had als opdracht een gemeenschappelijk beleid voor de verschillende vorstendommen uit te werken. Aan het hoofd ervan stond kanselier Nicolas Rolin. Een grotere eenmaking van de rechtspraak was ook belangrijk. Tegen de vonnissen van de stedelijke schepenbanken werd een beroep mogelijk bij de hertogelijke Grote Raad, waardoor de macht van de stedelijke rechtbanken werd beperkt.

De belangrijkste peiler van de macht van Filips de Goede was de controle over de inkomsten. Filips de Goede slaagde erin een groot deel van de stedelijke inkomsten in de staatskas te doen belanden. Hij bracht ook een muntunie tot stand tussen de verschillende gewesten. De poging van de hertog om in al zijn gewesten een zoutbelasting in te voeren mislukte evenwel. Zout was toen een noodzakelijk bewaarmiddel. Een algemene verbruiksbelasting op dit product zou hem verzekeren van permanente financiële middelen. Het verzet hiertegen was echter zo heftig, dat hij moest inbinden. Om zijn macht in steden en gewesten te vergroten probeerde de hertog zoveel mogelijk sympathisanten in de plaatselijke en regionale besturen te loodsen. Hij probeerde deze personen te lijmen met geschenken of adellijke titels. Toch bleven de Vlaamse steden Brugge en Gent weerstand bieden tegen de aantasting van hun autonomie. Brugge kwam in opstand in de periode 1436-38 en Gent in 1453. Beide steden moesten het echter afleggen tegen een vorst, die dankzij zijn heerschappij over verschillende gewesten niet meer door enkele steden kon worden bedreigd.

Filips de Goede met boekschenker Bertrandon de la Broquière,
bij de belegering van Mussy l'Evêque
  

In tegenstelling tot zijn vader, Jan Zonder Vrees, was er voor Filips nog weinig hoop om ooit nog op de Franse troon te geraken. Hij wilde daarom zelf een belangrijk Europees vorst worden. Om zijn gelijkwaardigheid met de koningen te tonen richtte hij de Orde van het Gulden Vlies op. De orde werd in 1430 en was een soort van tegenhanger van de Engelse orde van de Kousenband. Zij bestond uit dertig ridders (vijftig vanaf 1516) en vier officieren: een schatbewaarder, een wapenmeester, een kanselier en een griffier. De orde was een selecte club om de beste medewerkers en buitenlandse bondgenoten van de hertog te eren. Het ereteken van de orde was een ram. Het dier verwees naar de Griekse legende van de Argonauten en het moest suggereren, dat de Bourgondische dynastie afstamde van de Trojanen. Het hofleven maakte onder zijn regering een ongekende bloei door. De weelderige feesten en toernooien waren in heel Europa beroemd. Muziek, schilder- en miniatuurkunst en literatuur (vooral Franstalig) werden krachtig bevorderd.

Zijn toenemende macht verontrustte zijn Franse en Duitse buren. Daar kwam nog bij dat zijn bewind samenviel met de Honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Filips was voorstander van een vredespolitiek en hoopte beide partijen te verzoenen, echter zonder succes. In de tang genomen tussen Frankrijk en Duitsland, werd hij in 1435 bij de Vrede van Atrecht gedwongen de Fransen tegen de Engelsen te steunen. In ruil werd Filips ontslagen van alle verplichtingen als vazal van de Franse koning. Dit betekende een erkenning van zijn positie als een machtige Europese heerser. Vanaf 1440 heerste er vrede met het buitenland. De positie van Filips de Goede werd algemeen erkend. De koningstitel zou een mooie bekroning geweest zijn, maar de Duitse keizer vreesde Filips' macht te zeer om op diens verzoek in te gaan.

Filips was driemaal getrouwd: met Michelle van Frankrijk (van 1409 tot 1422), Bonne van Artesië (van 1424 tot 1425) en Isabella van Portugal (van 1430 tot zijn dood). Met zijn zoon Karel, de latere hertog Karel de Stoute, had de hertog in zijn laatste regeringsjaren diepgaande meningsverschillen over de politiek ten aanzien van Frankrijk. Zo was Karel fel gekant tegen de verkoop van de Somme-steden, verworven op Frankrijk bij het Verdrag van Troyes (1463). In 1465 legden vader en zoon hun geschillen bij en werd Karel door de Staten-Generaal als opvolger van Filips erkend. Overigens had Filips tientallen bastaardkinderen, van wie er velen hoge bestuurlijke posities bekleedden. Filips stierf te Brugge op 15 juni 1467. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Karel de Stoute.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan:


Aanbevelingen door leden:

bernard-de-clairvaux starstarstarstarstar

Een geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!