Geplaatst op maandag 02 maart 2009 @ 00:23 , 4641 keer bekeken
Brugge heeft een eeuwenlange geschiedenis. Het ontstaan van Brugge kan teruggeleid worden naar tijden nog voor de Middeleeuwen. Het roemrijke verleden van deze gotische stad rust als een sluier op de stadskern, de historische helden zoals Jan Breydel en Pieter de Coninck zijn er vereeuwigd in standbeelden en monumenten. Ook herinneringen aan de Gouden Eeuw worden zorgvuldig gekoesterd. Zelfs onze voorgangers wilden de historische waarde van de stad behouden en hadden besloten restauratie of heropbouw van gebouwen verplicht te doen volgens de gotische stijl, dit wordt dan de neogotiek genoemd. Hieronder kan je de hele geschiedenis van Brugge lezen.
IN DEN BEGINNE
Sinds de eerste eeuw van onze tijdrekening woonden er al mensen op het grondgebied waar later de stad Brugge zou worden gevormd. Er zijn de laatste 20 jaar archeologische sporen gevonden van een Gallo-Romeinse nederzetting. Vanaf de achtste eeuw kunnen we sprekenvan een versterkte plaats, waar vanaf de negende eeuw een vrij intense handel werd gevoerd tussen Brugge en Scandinavië.
De oorsprong van de naam Brugge ligt ook in deze handelsbetrekkingen met Scandinavië. De naam van de nederzetting was afgeleid van de waternaam 'Rugja', de benaming voor de eerste Reie. In de achtste en de negende eeuw onderging de naam enige verandering en werd uiteindelijk gecontamineerd met het Scandinavische woord 'Bryggia' wat 'aanlegkaai' betekent. Deze benaming evolueerde en zo kreeg de stad haar huidige naam, voor het eerst op munten aangetroffen als 'Bruggia'. Enkele bewaarde exemplaren behoren tot de museumcollectie en kunnen bezichtigd worden in het Gruuthusemuseum.
Toren Onthaalkerk O.L.V.
Vanaf de negende eeuw krijgt de geschiedenis van Brugge al meer duidelijkheid. Toen werd de eerste burcht gebouwd. De eigenaar was vermoedelijk de eerste met naam gekende Graaf van Vlaanderen, Boudewijn met de Ijzeren Arm. De stad groeide, parochies werden gesticht, kerken werden gebouwd. De bekendste nog steeds bestaande kerken daterend uit die tijd zijn de Sint-Salvatorskerk en de Onthaalkerk OLV. Een andere bekende kerk, de Sint-Donaaskerk, werd in de achttiende eeuw afgebroken, en werd in haar eerste jaren bekend om de moord op Karel de Goede die plaatsvond binnenin de kerk.
het gebied rondom Brugge in de 11e en 12e eeuw
BRUGGE, EEN STAD MET EEN MARITIEME BESTEMMING
Brugge,een-stad-met-maritieme-bestemming Rond het begin van de elfde eeuw was Brugge al uitgegroeid tot een haven en een commercieel centrum van Europees niveau. De stad was immers reeds uit de Romeinse tijd rechtstreeks bereikbaar vanuit de zee. In de tweede helft van de elfde eeuw verzandde deze verbinding en verschoof de commerciële activiteit naar meer landelijke handel. Zonder haar maritieme activiteit zou de stad haar internationaal statuut niet kunnen behouden. Als bij geluk kreeg de streek in 1134 te maken met een stormvloed, waardoor een nieuwe vaargeul ontstond die tot aan het huidige Damme reikte. Deze werd verbonden met Brugge middels een kanaal.
Kruispoort
13DE EEUW: EEN MIDDELEEUWSE STAD IN VOLLE EXPANSIE
Achtergrond: Een van de meest verstedelijkte gebieden van het toenmalige Europa was het Middeleeuws Graafschap Vlaanderen, Midden-en Noord-Italië niet meegerekend, want deze gebieden waren op dat vlak toch verder geëvolueerd. Al in deze eeuw had Vlaanderen, wat betreft de verstedelijking een peil bereikt die niet meer overschreden zou worden in de volgende eeuwen. De dertiende eeuw wordt gekenmerkt als een periode van economische groei in Vlaanderen, en dus ook in Brugge. Steden als Gent, Ieper en Douai bloeiden in de industrie of textielsector. De streek werd in 1316 geteisterd door een grote hongersnood en in 1349 sloeg de fameuze Pestepidemie toe.
Al sinds deze eeuw bestond er in Brugge een internationale jaarmarkt. De stad had dus een grote diversiteit aan activiteiten: export van wollen stoffen over heel Europa, wolinvoer, lakenproductie en lakenuitvoer. Vanaf het laatste kwart van de dertiende eeuw had Brugge zich definitief ontwikkeld tot economisch centrum van Europa. Toch moet er ook even stilgestaan worden bij het feit dat ondanks deze rijke bloei er ook heel wat armoede heerste in de stad. Net zoals in andere, minder ontwikkelde steden, groeiden er in Brugge sociale spanningen.
Stenen gevel op Jan Van Eyckplein
Door de voortdurende ontwikkeling kon Brugge niet anders dan uitbreiden. Buiten de eerste omwalling werden nu ook huisjes gebouwd. De bekende grote herenhuizen werden bijna uitsluitend binnen die omwalling gebouwd. Enkele stenen gevels bewaard uit die eeuw vindt u in de Grauwwerkerstraat 2-4, en Jan Van Eyckplein 6. Het is ook in deze eeuw dat er aangemoedigd werd van het stadsbestuur uit om strodaken te vervangen door dakpannen wegens het grote brandgevaar. Houten voorgevels werden pas in de zeventiende eeuw definitief verboden. Enkele van deze gevels van de dertiende eeuw zijn bewaard gebleven, met name in Kortewinkel 2 en Genthof 7.
Houten gevel in Kortewinkel
Naast het feit dat Brugge letterlijk uit haar voegen groeide, is er nog een andere indicator van de forse economische groei, namelijk de evolutie van de kerkelijke structuren. In de 13e eeuw kwamen veel kloosterordes zich in Brugge vestigen. De Franciscanen, Dominicanen, Augustijnen, karmelieten en nog vele anderen hadden allemaal een klooster te Brugge. Spijtig genoeg hebben ze de tand des tijds niet doorstaan en zijn er in het huidige stadscentrum weinig sporen van terug te vinden. Het overgrote deel van de kerken die toen gesticht werden, bleven wel bewaard tot op vandaag. Deze zijnde de Sint-Jacobskerk, de Sint-Giliskerk en de toen aangepaste reeds bestaande kerken O;L;V kerk en de Sint-Salvatorskerk.
14DE EEUW: ECONOMISCHE METROPOLL VAN EUROPA
Achtergrond: op het einde van de dertiende annexeerde de Franse koning Filips IV het Graafschap Vlaanderen. Een groot deel van de bezittende klasse koos de kant van de Koning. Bekend zijn dan ook Jan Breydel en Pieter De Coninck die in Brugge een opstand leiden. Het had de bekende 'Brugse Metten' tot gevolg. Denken we ook aan de grote overwinning op de Fransen met de Guldensporenslag in 1301 in Kortrijk.
Brugge was in de veertiende eeuw zeker economische hoofdstad. De producten werden steeds verfijnd, en vele ambachtslui ontwikkelden kunstambachten. In de helft van de veertiende eeuw was 1/5 van de bevolking tewerkgesteld als kleermaker, kunstambachtsman of als vervaardiger van gebruiksvoorwerpen. Een ander kwart van de inwoners werkte als makelaar-hotelier of was actief in de groothandel of de geldhandel. Brugge groeide dus uit tot internationale markt.
"Ter Beurze" - centrum van geldhandel
De geldhandel in die eeuw is zeker niet te verwaarlozen. We kunnen zelfs stellen dat het hele financieel wezen zoals we het vandaag kennen toen in Brugge is ontstaan. Er werd een uniek geavanceerd financieel systeem ontwikkeld. Wisselaars, bankiers en andere kredietverstrekkers werden noodzakelijk. De geldwisselaars deden in samenwerking met de hoteliers aan financiële dienstverstrekking. Naast normale wisselactiviteiten boden ze lopende rekeningen, deposito's, overschrijvingen en zelfs op lokaal niveau bankbiljetten, leningen, investeringen en beleggingen aan. Ook voor internationale geldtransporten werden oplossingen bedacht, ze werden doorgevoerd door middel van wisselbrieven ipv contant geld. Zo ontstond er ook een lucratieve handel voor de Italiaanse bankiers. Die handel was in Brugge te situeren op het plein bij de natiehuizen van de Genuezen, Florentijnen en Venetianen.
15DE EEUW: EEN GOUDEN EEUW VOOR BOURGONDISCH BRUGGE
Achtergrond: Op het einde van de veertiende eeuw versmolt het Graafschap Vlaanderen met het hertogdom Bourgondië. De dochter van de toenmalige graaf van Vlaanderen, Lodewijk huwde met de Bourgondische hertog Filips de Stoute. Vanaf toen behoorde het graafschap tot een groep vorstendommen tussen Frankrijk en het Duitse Rijk die zou uitgroeien tot de Bourgondische Nederlanden. Het internationale karakter van Brugge kreeg hierdoor dus een heel nieuwe dimensie.
Anderzijds wordt ook geopperd dat in de vijftiende eeuw reeds sporen van verval waren. Brugge was niet meer de vlot bereikbare havenstad van weleer. Daar had de verzanding van het Zwin mee te maken, maar ook omdat in Brugge geraken een omslachtige procedure werd. Vrachten op grote boten moesten overgebracht worden op kleine boten. Ook het feit dat het stapelrecht in de vijftiende eeuw niet meer zo evident te verdedigen was. Het stapelrecht hield in dat alle koopwaren die aan de zwinmonding werden ingevoerd in Brugge verkocht dienden te worden.
Stadhuis
Brugge bleef tot 1580 haar positie als internationaal handelscentrum behouden. Dit kwam zeker door de vereniging van Bourgondie met Vlaanderen. De economie had zich wel fundamenteel gewijzigd tegenover de veertiende eeuw. In de plaats van lakenhandel -en industrie ging men zich in Brugge toeleggen op een meer gediversifieerde productie van goederen en diensten. Traditionele producten werden vervangen door een hoogwaardig luxeaanbod. Dit was zeker te merken in de artistieke sector, denken we aan de stroming van de Vlaamse Primitieven met vooraanstaande schilders als Jan Van Eyck. Daarnaast zijn er nog de voorbeelden zoals de diamantnijverheid, de wapenindustrie, de miniatuurkunst en vele andere disciplines.
Ondanks het feit dat de vijftiende eeuw voor Brugge een Gouden Eeuw was, kreeg de stad toch af te rekenen met enkele ernstige crisissen die politieke instabiliteit, onrust en opstanden tot gevolg hadden. In 1482 stierf Maria Van Bourgondie een plotse dood wat het einde betekende voor de politieke stabiliteit. Brugge raakte in internationaal isolement en het Bourgondisch Hof trok weg. Na 1492 kwamen de meeste vreemde naties terug, maar Antwerpen had zich ondertussen al ontwikkeld tot internationale metropool. Op het einde van de vijftiende eeuw bleef Brugge ontvolkt en arm achter. Andere crisissen waar Brugge mee kreeg af te rekenen waren de opstand tegen Filips de Goede die hardhandig werd onderdrukt, alsook de groeiende spanningen tussen Engeland en Vlaanderen die leidden tot militaire acties. Als gevolg van een tijdelijke economische crisis kreeg de stad ook te maken met hongersnood en een pestepidemie. Bij de dood van Karel de Stoute braken rellen uit.
Toch zijn er nog veel sporen die bewijzen dat Brugge toen een gouden eeuw gekend had. De culturele en artistieke uitstraling van het Bourgondisch Hof uit zich ondermeer in de Vlaamse Primitieven. De grondlegger ervan was dan ook de hofschilder van Filips De Goede. Enkele vooraanstaande en welgestelde families zorgden ook voor een vereeuwiging. De familie Adornes liet de Jeruzalemkerk bouwen. Ook het Hof van Watervliet van de familie De Baenst, en het huis Gruuthuuse van de familie van Gruuthuse zijn er voorbeelden van.
16DE EEUW: GOTISCH BRUGGE NOG STEEDS WELVAREND
Achtergrond: In de geschiedenis wordt de periode vanaf 1500 de Nieuwe Tijden genoemd, een tijdperk dat ingeluid wordt na de Renaissanceperiode. Kenmerkend voor de periode is de ontdekking en de exploitatie van de Nieuwe Wereld. Hierdoor verschoof het centrum van de wereldhandel van de Mediterrane gebieden naar de Atlantische wereld. Nog voor deze tijd is het ontstaan van het eerste wereldrijk, bestuurd door een moderne vorst, Karel V. Dit Habsburgse Rijk omhelsde ondermeer de Nederlanden, de Spaanse, Oostenrijkse en Italiaanse landen, het Duitse Keizerrijk en de kolonies in de Nieuwe Wereld. Brugge, in het bijzonder, onthaalde deze vorst zeer enthousiast.
Heilig Bloed Basiliek
Rond de eeuwwisseling lijkt Brugge uiteindelijk toch stilgevallen, na een eeuw krampachtig haar positie te hebben kunnen volhouden. De stad leek economisch, commercieel en cultureel verschrompeld tot regionaal centrum en dus niet langer de draaischijf van het handelsleven in Noordwest-Europa. Toch kon Brugge niet helemaal van de kaart geveegd worden, met enige moeite kon het een volwaardige plaats in de nieuwe economische wereldorde handhaven. Om de vreemde handelsnaties te doen terugkomen richtte de stad zich helemaal op haar middeleeuwse troeven: de verbinding met de zee. Maar Brugge had hevige concurrentie van Antwerpen, die inmiddels uitgegroeid was tot nieuwe handelsmetropool. Brugge trachtte met enkele grootse plannen om toch nog de verzanding tegen te gaan waardoor toch grote zeeschepen terug door Brugge konden, maar deze plannen liepen faliekant af.
Huis de la Torre - Spanjaardstraat
Toch kon Brugge zich gemakkelijk aanpassen aan de nieuwe situatie. Zo groeiden Antwerpen en Brugge eerder complementair dan in concurrentie. Zelfs in de tweede helft van de zestiende eeuw was Brugge relatief gezien de meest commerciële stad van de Nederlanden, ongeacht het feit dat Antwerpen als het ware uitgroeide tot nieuwe draaischijf van de Atlantische wereld. Bewijs hiervan is de aanwezigheid van vreemde handelsnaties zoals de Spaanse kooplieden die zich bijna uitsluitend toelegden op wol. Grote Spaanse handelsfamilies waren onder andere Pardo, De la Torre en Aranda. Het huis van deze rijke familie de la Torre is nog steeds intact en bevindt zich in de straat met de toepasselijke naam, de Spanjaardstraat.
Ook Brugse kooplui bleven in de zestiende eeuw bijdragen tot een internationaal karakter van de handel.
Provinciaal Hof - Grote Markt
Er werd voornamelijk in Gotische stijl gebouwd, waardoor Brugge top op vandaag waarschijnlijk de meest Gotische stad is van Europa. Veel gebouwen zijn na deze eeuw verder opgetrokken in wat men dan noemt neogotische stijl. Men wendde deze stijl vooral aan bij gebrek aan creatieve inspiratie. Het Provinciaal Hof werd in die stijl heropgebouwd nadat deze was afgebroken.
In de tweede helft van de zestiende eeuw groeide een sterk anti-Spaans gevoel in Vlaanderen. Men vreesde ook een nieuw Spaans terreurbewind, waardoor revolutionaire politiek ontstond in de steden, waarbij Brugge het voortouw nam. Gent ging nog verder in haar verzet en trachtte ook Brugge over te nemen. Het Protestantisme werd hersteld, en werd de enige officiële godsdienst in de streek. Het Katholieke geloof lag in Brugge dus helemaal stil. Veel geestelijken en Katholieken trokken naar het zuiden, Doai en Rijsel. Tussen 75-85 van die eeuw verzoende Brugge zich opnieuw met Spanje en werd een kleine elite calvinistisch. De gevolgen van deze verzoeningen waren niet te overzien. Veel belangrijke dynamische krachten uit Brugge emigreerden naar het Noorden waar ze meebouwden aan de Gouden Eeuw. Brugge raakte helemaal afgesloten van het Noorden door militaire acties, zelfs sluis ging definitief verloren. De scheiding tussen het Noorden het Zuiden werd definitief bij de val van Antwerpen in 1585. Het economische leven in Brugge verschrompelde daardoor helemaal. Dit was het einde van een roemrijk en machtig Brugge.
17DE & 18DE EEUW: BAROK BRUGGE HEROPLEVING ZEEHAVEN
De Zuidelijke Nederlanden bleven tot de zeventiende eeuw onder Spaanse kroon. Pas in 1713 werden deze gewesten overgeheveld naar het Oostenrijkse keizerrijk. Al die tijd zaten ze gekneld tussen Frankrijk, de Verenigde Provinciën (Nederland) en Engeland. Deze grootmachten vochten hun militaire conflicten totaan de achttiende eeuw bijvoorkeur in de Zuidelijke Nederlanden uit. Ons land kreeg erdoor de trieste bijnaam 'Slagveld van Europa'. Brugge had deze bijna anderhalve eeuw durende oorlog goed doorgekomen.
Vanaf 1620 herstelde de Brugse bevolking zich enigszins na het verval van de zestiende eeuw. Er werd in die eeuw veel gerenoveerd en verbouwd. De meeste houten gevels werden vervangen door stenen gevels. Zo werden Barokke en classicistische gevels in het stadsbeeld aangebracht. Rond midden achttiende eeuw werden ook de bekende majestueuze herenhuizen gebouwd. Zij verwijzen naar een levendige koopmansgeest in de stad. In de zeventiende en achttiende eeuw bleef Brugge de uitdaging aangaan om als maritieme handelsstad een rol van betekenis te spelen in West-Europa. Dit verliep niet zonder moeite. Door het verder uitgraven van kanalen werd Brugge in verbinding gesteld met Gent en Oostende. Deze bereikbaarheid betekende een opleving voor Brugge als zeehaven. Ook toen werd de Brugse handelsbeurs nieuw leven ingeblazen, met dat verschil dat ze zich had verplaatst van het koopmanshuis Van De Beurze naar de stadshallen op de markt. Brugge speelde een protectionistische politiek wat betrof haar waterwegen. Om langs Brugge te kunnen moest men dwars door te stad, op de Reien, door het Minnewater om verder te gaan naar Gent.
Toch bleef de Brugse handelswereld internationaal verankerd. Doordat de Zuidelijke Nederlanden nog steeds behoorden tot het Spaanse Rijk, konden kooplui en ondernemers daar nu de vruchten van plukken. Brugge bloeide als het ware als zeehaven.
De maritieme handel bracht ook nieuw leven in de Brugse nijverheid die zich meer en meer verwijderde van de ambachtelijke sfeer: er werd faience en porselein vervaardigd, onder invloed van koloniale goederen werden tabaksfabrieken en suikerraffinaderijen opgericht, maar de grootste troef bleef nog steeds de textielnijverheid. Het Vlaamse wollen laken was verleden tijd, terwijl fusteinen, lijnwaad, saaien en kant nu de dienst uitmaakten.
Godshuisjes
Maar veel Brugse gezinnen bleven in armoede leven, wat een wildgroei aan liefdadige initiatieven als gevolg had. Er werden tal van Godshuizen gesticht of vernieuwd. Tijdens dezelfde periode voltrok zich een ander onderdeel van een Katholieke reformatie: er werden kerken gebouwd, het aantal kloosters werd verdubbeld en de lekenvroomheid werd door tientallen initiatieven bevorderd. Deze periode kenmerkt zich dan ook zeer sterk door het Katholicisme. Deze gewesten waren in die tijd een van de meest Katholieke. Brugge werd nog meer dan in de Middeleeuwen een kloosterstad. Een echte dynamische rol in de stadssamenleving kan men de kloosterlingen van toen niet toedichten. Er kwam dan ook een vrij abrupt einde aan dit rijk op het einde van de achttiende eeuw. Enkele parken die vandaag deel uitmaken van de stad, zijn gelegen waar vroeger enkele van die kloosters zich bevonden.
De laatste decennia van de achttiende eeuw kondigden een nieuwe tijd aan, ingeleid door de Franse Revolutie.
19DE EEUW: BRUGES LA MORTE
Achtergrond: Tijdens de Franse Revolutie werden onze gewesten aangehecht aan Frankrijk. In korte tijd werden hier de structuren uitgezet die aan de basis liggen van de moderne stedelijke en provenciale instellingen. Een breuk kwam er in 1815 met de nederlaag van Napoleon Bonaparte in Waterloo, en luidde het einde in van de Franse tijd. Onze gewesten werden met de Noordelijke Nederlanden verenigd, en kwamen onder leiding van Koning Willem 1 te staan. Zijn vernieuwende taal -en onderwijspolitiek wekte veel wantrouwen. De opstand in 1830 die uitliep op het onafhankelijke koninkrijk Belgie vond in Brugge dan ook weinig tegenstand. Op 18 juli 1831 kreeg leopold 1 in Brugge een bijzonder warm onthaal. De stad had zeven maal een nieuwe vlag moeten hijsen in een halve eeuw tijd. De inleiding van de moderne wereld is nu aan de orde. De eerste industriële revolutie zorgde voor een verbluffend hoge productie en technologie in steenkoolmijnen, ijzergieterijen, textielondernemingen. Deze industrialisatie werd ook geïntroduceerd in Vlaanderen door de mechanisatie van de Gentse katoenindustrie.
Toch viel Brugge uit de boot, ondanks haar capaciteiten en mogelijkheden. Brugse ondernemers weigerden risico's te nemen, ze bleven geïnteresseerd in handelsondernemingen maar weigerden deel te nemen aan de mechanisatie. Bijgevolg kwam geen enkele gemechaniseerde textielonderneming tot stand. In de linnennijverheid ontstond er crisis wat heel veel werkloosheid als gevolg had. Tegen midden negentiende eeuw was Brugge de armste stad van het land geworden. In de jaren 70 richtten ook bankiers hun investeringen naar de industrialisatie, waardoor de banken in Brugge failliet gingen, en zo de kop kostte van tientallen ondernemingen. Pogingen werden ondernomen om de tewerkstelling te verbeteren, maar een succes werden ze nooit.
De tweede helft van de negentiende eeuw zorgde dan toch voor een ommezwaai. Verschillende bedrijven werden opgericht en zorgden voor een meer gevarieerd economisch leven.
De eerste industriële revolutie was dan wel aan de neus van Brugge voorbijgegaan, toch bleef de stad niet bij de pakken zitten. Het spoorwegtraject Oostende-Brugge-Gent werd in gebruik genomen en op 't Zand werd het eerste station gebouwd. Toen bleek dat het station het toenemende spoorwegverkeer niet aankon, werd een klooster gesloopt om plaats te maken voor een heus station. In 1948 verdween dit prestigieuze gebouw van neo-gotische architectuur door de bouw van het huidige station.'t Zand werd terug een open plein.
20STE EEUW: VAN DODE STAD NAAR VLAAMSE KUNSTSTAD
Achtergrond: De twintigste eeuw wordt voor heel België gekenmerkt door gunstige economische evoluties, gekend als 'de tweede industriële revolutie'. Ook werd het algemeen meervoudig stemrecht ingevoerd, die een verruiming van de burgerlijke democratie heeft ingeluid. De eerste sociale wetten kwamen tot stand.
Na zoveel eeuwen bleef Brugge ijveren om dienst te doen als zeehaven. Velen meenden dat Brugge zijn oude glorie zou terugkrijgen door de aanleg van een zeehaven met een rechtstreekse verbinding met de stad.
Het havenproject was niet het enige grootschalige economisch initiatief dat tot op de huidige dag het leven in de stad mee bepaalde. In de metaalsector zorgde het bedrijf LaBrugoise (gevestigd in 1905) voor 1500 arbeidersjobs. Op het einde van de negentiende eeuw vestigde de Gist -en Spiritusfabriek uit Delft zich in het Brugse. Het maakt nu, na verschillende fusies, deel uit van het internationale Genencor.
Toch viel Brugge niet te kenmerken als industriestad. Daardoor kwam de socialistische arbeidersbeweging maar moeilijk van de grond, waardoor Katholiek geïnspireerde organisaties steeds meer terrein wonnen en bleven houden.
Voor veel Bruggelingen nam het roemrijke middeleeuwse verleden mythische proporties aan. Verdere ontwikkeling van architectuur kwam daardoor zwaar in het gedrang. Men bleef bij voorkeur verderbouwen in negentiende-eeuwse stijl of in Brugse stijl zoals dat genoemd werd, een stijl geïnspireerd op de bouwstijl van de veertiende tot de negentiende eeuw. De-Oorlogen-periode-1914-1945
Op 4 augustus 1914 viel het Duitse leger Belgie binnen. Brugge werd ingenomen op 14 oktober na een kleine schermutseling. Dit Duitse regime duurde tot 1918. Op het einde van de eerste wereldoorlog was de haven volledig vernietigd, bedrijven waren geplunderd en bijna alle bruggen rond de stad vernield. De binnenstad zelf was bijna bij wonder ongeschonden gebleven. Tussen de oorlogen was Brugge weinig dynamisch.
In 1940 vielen de Duitsers opnieuw binnen en was Brugge voor nog eens 4 jaar bezet. De haven van Zeebrugge had eens te meer te lijden onder deze tweede oorlog. Bijna onwaarschijnlijk bleef de Brugse binnenstad zo goed als intact. Toch vernielden ze bij het uittreden enkele stadspoorten en voerden de beroemde Madonna van Michelango en een aantal schilderijen weg naar Duitsland waar ze een jaar later gelukkig werden teruggevonden. Onmiddellijk na de bevrijding werd de haven terug opgebouwd.
Ook het toerisme kreeg de nodige aandacht: er was het Heilig Bloedspel, de Goudenboomstoet werd 5-jaarlijks georganiseerd en een paar jaar later werden ook de Reiefeesten ingeluid.
Vanaf 1970 fuseerde Brugge met de omliggende gemeenten, die nu de deelgemeenten van Brugge uitmaken.
Vandaag de dag is Brugge nog steeds een toeristische trekpleister, en nog steeds worden veel initiatieven genomen, alsook veel tradities in ere gehouden om deze parel van een stad in de belangstelling te houden. Het toerisme zorgt ook voor een groot deel van de inkomsten van deze historische stad.
Vandaag is Brugge met haar 116.978 inwoners een middelgrote stad te noemen, als enige in België bengelend tussen de grootsteden Antwerpen, Gent en Brussel en de gemeenten. Toch weet ze perfect stand te houden tussen de andere Vlaamse kunststeden.
Deze geschiedenis is grotendeels een samenvatting van het boek 'Brugge, een verhaal van 2000 jaar' geschreven door Noël Geirnaert (historicus, stadsarchivaris van Brugge) en Ludo Vandamme (historicus, wetenschappelijk medewerker, historische collecties, stadsbibliotheek Brugge). ISBN:978-90-74377-44-7.
Bron: www.aboutbruges.com
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Aanbevelingen door leden:
bernard-de-clairvauxEen geweldige community over de middeleeuwen in al haar facetten. Boeken, tentoonstellingen, steden en discussies met diepgang en humor. Een Vlaams-Nederlandse samenwerking van historisch niveau!