Basilica di San Vitale - Ravenna

De basiliek van San Vitale is een achthoekige basiliek in de Noord-Italiaanse stad Ravenna. Het gebouw werd opgetrokken tussen 526 en 547 en draagt de naam van een vroegchristelijke martelaar, waarschijnlijk Vitalis van Milaan. De San Vitale wordt beschouwd als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Byzantijnse kunst en architectuur in West-Europa. Vooral de mozaïeken in de kerk zijn wereldberoemd. De bouw van de basiliek begon onder bisschop Ecclesius in 525 of 526, toen Ravenna nog de hoofdstad van de Ostrogoten was. Nadat het Byzantijnse leger onder generaal Belisarius Ravenna in 540 veroverd had, werd de San Vitale verder afgebouwd onder leiding van bisschop Maximianus van Ravenna. De kerk werd op 19 april 548 ingewijd door Maximianus. De kerk heeft de plattegrond van een achthoekige centraalbouw met daarop een koepel. Deze koepel heeft een doorsnede van 16 m en is alleen aan de binnenzijde zichtbaar. Aan de buitenzijde zit de koepel weggewerkt achter een achthoekige dakconstructie. Het kerkgebouw bevat zowel stijlelementen die in de Romeinse architectuur als in de Byzantijnse architectuur voorkomen. Voor de bouw van de basiliek is gebruikgemaakt van natuursteen en van baksteen. Het meest bekend is de kerk vanwege de mozaïeken, de grootste en best bewaarde buiten Constantinopel. De San Vitale wordt beschouwd als voorbeeld voor de Paltskapel in de dom van Aken. Aan het begin van de renaissance liet Filippo Brunelleschi zich door de kerk inspireren bij de bouw van de dom van Florence. De mozaïeken in de kerk zijn uit dezelfde periode als het gebouw zelf. De composities zijn samengesteld rond het centrale thema van het eucharistische offer voorgesteld in het Oude Testament.