Blog
Geplaatst op zondag 01 november 2015 @ 22:17 door Calamandja , 1921 keer bekeken
Niet veel historische figuren, buiten kolossen als Julius Caesar, werden door Shakespeare geëerd als helden. De Engelse koning Hendrik V (Henry V) is een belangrijk personage in vier historiën: Richard II, Henry IV deel 1 en 2, en zijn eigen Henry V. In deze stukken ontwikkelt Hendrik zich van een onbezonnen jongeman tot een wijze koning en, niet onbelangrijk, een winnaar: dankzij de beroemde ‘Band of Brothers’-toespraak van de koning versloeg hij een Frans leger dat vele malen groter was.
De veldslag waarin dat gebeurde, die Shakespeare in 1599 beschreef, vond plaats op 25 oktober 1415, deze week precies 600 jaar geleden. Het was een keerpunt in de Honderdjarige Oorlog, de strijd tussen de Fransen en Engelsen en hun bondgenoten om de troon van Engeland, ingegeven door oude onopgeloste opvolgingskwesties en feodale constructies. De Slag bij Azincourt (Agincourt in het Engels) was het hoogtepunt van middeleeuwse oorlogsvoering en ridderlijkheid, maar luidde tegelijkertijd een nieuwe tijd in. Dat ging ten koste van de fine fleur van de Franse edelen: zij werden in de pan gehakt.
Azincourt ligt in het noorden van Frankrijk, niet ver van Calais, de laatste Engelse bezitting op Frans grondgebied. Hendrik had in het voorjaar van 1415 een invasie voorbereid, een gevolg van de hernieuwde oorlogsvoering tegen de Fransen, na mislukte vredesonderhandelingen. De Engelse koning claimde de Franse troon, terwijl de Franse koning Karel VI juist recht op de Engelse kroon dacht te hebben. Al sinds 1337 voerden de landen hier oorlog over. In de praktijk wilde Hendrik vooral de Engelse bezittingen in Frankrijk veilig stellen.
Hendrik stelde de Franse koning voor zijn claims op de Franse troon op te geven, in ruil voor de overgave van grote Franse gebiedsdelen, en zelfs een huwelijk met de dochter van de Franse koning, Catherine. Hiermee zou ook een grote bruidsschat gemoeid zijn. De Franse koning kon de eisen niet accepteren, en de oorlog die al bijna tachtig jaar duurde, laaide weer op.
Vanaf augustus begon Hendrik met het verzamelen van een invasiemacht, en op 25 oktober brak de onvermijdelijke veldslag uit: de Franse troepen werden aangevoerd door Connétable de France Charles d’Albret, terwijl Hendrik zelf zijn troepen aanvoerde, en voorging in de man-tegen-mangevechten.
Een groot deel van de Franse edelen uit verschillende gebieden, zoals met name de Armagnac en het noorden van het koninkrijk, had zich verzameld voor de definitieve overwinning die de Engelsen terug naar hun eiland moest drijven. Een verzameling van zo’n 10.000 ridders, veelal te paard, in alle middeleeuwse glorie, en een aantal infanteriesoldaten, maakte het Franse leger naar schatting tussen de 12.000 en 36.000 man sterk. Hendrik stelde daar naar schatting slechts 6000 tot 9000 man tegenover. De verhoudingen waren in het beste geval 3-4, maar waarschijnlijker eerder 1-5 of zelfs 1-6 in Frans voordeel. Het resultaat: 112 Engelse doden, en 7000 tot 10.000 Franse doden, en 1500 edelen werden gevangen genomen.
De Engelsen hadden deze verpletterende overwinning bij Azincourt volgens de traditionele geschiedschrijving over deze onvoorstelbare Franse vernedering maar aan één ding te danken, namelijk hun speciale grote bogen, de beruchte Engelse ‘longbows’.
De duizenden koppen sterke Franse cavalerie, de ridders te paard, met wapperende kleurrijke banieren en harnassen voor zowel man en paard, bestormde na de eerste schermutselingen de boogschutters, de Engelse hoofdmacht. Door begroeiing, door opgeworpen verdedigingswerken, en door een regen van pijlen die niet de ruiters doodden, maar wel de paarden doodden of verwonden, waardoor ze een gevaar voor de Fransen zelf werden, voorkwamen dat de aanval van de cavalerie, het paradepaard natuurlijk, succesvol werd.
Toen de Franse infanterie daarna een, in de ogen van de Fransen, beslissende aanval inzette, bleek dat het terrein tussen de twee legers door de vele paardenhoeven, die de al modderige grond nog meer hadden omgewoeld, voor mannen met zware wapens en harnassen moeilijk te overbruggen was. Het ging maar over enkele honderden meters, maar voordat de Fransen de Engelsen bereikt hadden, waren ze al vastgelopen in de modder.
Einde van de klassieke middeleeuwse oorlogsvoering
De pijlen deden de rest: hoewel er onenigheid is over de effectiviteit van de pijlen tegen de harnassen, richtten ze toch een slagveld aan. De pijlen werden steeds effectiever naarmate de Fransen dichterbij kwamen. Zwakkere harnassen raakten doorboord, en de Fransen moesten met gebogen hoofden, om hun ogen en gezicht te beschermen, voortploegen door een steeds onbegaanbaarder terrein, dat bezaaid raakte met lijken. Azincourt zag hiermee een klein voorproefje van de verschrikkingen van 500 jaar later, toen Noord-Frankrijk het toneel van de loopgravenoorlog werd.
Aangekomen bij de Engelsen waren de Fransen vermoeid, gewond en gedemoraliseerd. Van dichtbij konden de boogschutters prijsschieten. In korte tijd werd een hele generatie Franse edelen weggevaagd, een tweede voorproefje van de Eerste Wereldoorlog. Hendrik V wist een grote Franse overmacht te verslaan, op een manier die het einde van de klassieke middeleeuwse ridderlijke oorlogsvoering inluidde. Die bleef achter in de modder en het bloed.
De gevolgen van de overwinning waren dat Hendrik zijn eigen positie verstevigde, trouwde met de dochter van de Franse koning, waardoor zijn dynastie werd verstevigd, en de Engelse bezittingen in Frankrijk voorlopig gered waren. Het feodale systeem werd eveneens begraven, en ingeruild voor een moderner systeem van de natiestaat met een onafhankelijke monarch aan het hoofd. De Honderdjarige Oorlog zou overigens nog voortduren tot 1453, Hendrik V ging, mede dankzij Shakespeare, de geschiedenis in als de grote overwinnaar. Bij terugkomst hield hij in Londen een triomftocht, en ook Shakespeare sloot zich later aan bij zijn bewonderaars. Hij schilderde Hendrik echter niet alleen af als een ridderlijke en hooggeëerde held, maar ook als een meedogenloos leider die wist wat hem te doen stond om de macht te behouden, in de beste traditie van Machiavelli. In het stuk Henry V komt namelijk eveneens een daad van Hendrik voor die minder heldhaftig is, maar wel effectief.
Na de eerste aanval werden duizenden Fransen gevangen genomen door de Engelsen, die meer gevangenen namen dan dat hun eigen legermacht groot was. Toen de overgebleven Fransen een nieuwe aanval opzetten, gaf Hendrik het weinig ridderlijke bevel de gevangen genomen Fransen te doden.
Tegenwoordig noemen we dat een oorlogsmisdaad, en in de vijftiende eeuw was het ook ongebruikelijk. Hiermee voorkwam hij dat de Franse gevangenen weer moed kregen, zich herbewapenden met overal rondslingerende wapens, en zich aansloten bij een nieuwe aanval. Shakespeare belichtte beide zijden van de koning: de triomferende held, en de meedogenloze machthebber.
Het overheersende beeld van Hendrik V, ‘de man die de middeleeuwen beëindigde’, is echter positief. Ook dat komt mede door Shakespeare. Hij laat hem in het stuk een beroemde redevoering uitspreken, voorafgaand aan de slag. Hij noemt de Engelse troepen een ‘Band of Brothers’, met daarin een verwijzing naar de datum, 25 oktober, St Crispin Day:
“And Crispin Crispian shall ne’er go by,
From this day to the ending of the world,
But we in it shall be remembered-
We few, we happy few, we band of brothers;”
Bron: historiek.net
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.