Blog
Geplaatst op zondag 19 december 2010 @ 23:22 door Calamandja , 1796 keer bekeken
Overweldigende ervaring
Dat Stephenson (55) ooit de kerkelijke tour op zou gaan, lag niet voor de hand. Een religieuze opvoeding kreeg hij niet en tijdens de eerste decennia van zijn leven zag hij zelfs nooit een kerk aan de binnenkant. Pas toen hij begin jaren tachtig na zijn studies de obligate rondreis door Europa maakte, wandelde hij er voor het eerst een binnen. Zoals alle Amerikaanse toeristen haspelde hij in sneltempo de highlights van de westerse kunstgeschiedenis af. Maandag de Acropolis, dinsdag het Louvre, woensdag de Florentijnse Duomo en donderdag het Pantheon in Rome. ‘Ik zal het nooit vergeten: het regende ontzettend hard toen ik koortsachtig de weg naar het Pantheon zocht’, vertelt hij. ‘Toen ik het eindelijk had gevonden, zag ik door een kleine, ronde lichtopening hoe de zon vanachter de donkere onweerswolken kwam. Het regende binnen door het gat in het dak. Een bundel zonlicht viel schitterend op het insijpelende water. Het was een van de meest overweldigende ervaringen uit mijn leven. Werkelijk een ogenblik van geestelijke verlichting.’
Toen Stephenson tien jaar later opnieuw in Italië belandde, keerde hij terug naar Rome. ‘Eigenlijk kwam ik naar Italië als landschapsfotograaf. Dat was toen mijn specialiteit, maar tijdens mijn tweede bezoek aan het Pantheon kwam die fantastische ervaring weer bovendrijven. Meteen wist ik wat ik de komende drie maanden zou doen: geen landschappen, maar kerkkoepels fotograferen.’
Tien jaar naar de kerk
Wat begon als een project van een paar maanden groeide uit tot een grootschalige onderneming waarvoor Stephenson tien jaar lang Europa doorkruiste. ‘Mijn eerste foto’s maakte ik in Italië. Maar al snel breidde mijn werkgebied zich uit. Ik droomde ervan een zo goed als compleet overzicht te maken van de koepels in de Europese christelijke architectuur. Ik bezocht synagoges in Hongarije, orthodoxe basilieken in Oekraïne en zelfs een tot moskee omgebouwde kerk in Istanbul. Zo verzamelde ik op tien jaar tijd honderden voorbeelden van de meest uiteenlopende koepelgewelven’, vertelt de fotograaf. ‘Mijn reeks was begonnen als kunstproject, maar stilaan groeide de ambitie er een boek van te maken. Na lang zoeken vond ik een uitgever en in 2005 lag mijn eerste boek ‘Visions of Heaven: The Dome in European Architecture’ in de rekken.’
Tijdens zijn koepelproject kwam Stephenson talloze wondermooie plafonds tegen die buiten de boot vielen omdat het simpelweg geen koepels waren. De oplossing diende zich aan in een nieuw project én een nieuw boek. In ‘Heavenly Vaults: from Romanesque to Gothic’ verzamelde hij een honderdtal gewelfde plafonds, waaruit Sabato de mooiste selecteerde.
Op de grond
Hoewel David Stephenson zich uitsluitend interesseert voor plafonds, waren de hoge gotische ramen toch cruciaal voor zijn foto’s. De grote bundels hemellicht die de vensters binnenlaten, zorgen ervoor dat de fotograaf zonder flitslicht of extra lampen zijn werk kan doen. ‘De kerken zijn zo gebouwd dat natuurlijk licht voldoende is, maar tegenwoordig brandt er toch overal lelijk kunstlicht. Voor mijn foto’s wilde ik alleen daglicht gebruiken. Dus vroeg ik gewoon aan de koster om even de lichten te doven’, lacht hij.
Om de kerken te fotograferen, vroeg Stephenson geen toestemming. ‘Puur tijdverlies’, lacht hij. ‘Toen ik begon met mijn koepelproject, vroeg ik nog braafjes de goedkeuring aan de kerk. Maar al snel bleek dat ik meer bezig was met formulieren invullen dan met foto’s maken. In Italië is het een dagtaak om alleen al de juiste verantwoordelijke te vinden. Toen ik ontdekte dat het fotograferen me alleen werd verboden als ik met een statief werkte, liet ik de driepoot thuis. In plaats daarvan legde ik mijn Hasselbladcamera op de grond. Die is minstens even stabiel als een statief.’
Hiernamaals
Naast het fotograferen van kerkplafonds, staat Stephenson al 25 jaar aan het hoofd van het departement fotografie van de universiteit van Tasmanië. Ook zijn eerste liefde, de landschapsfotografie, beoefent hij nog. ‘In alles wat ik doe, is de ervaring van de ruimte essentieel. En het hemelse, het heilige, het sublieme of hoe je het ook noemt, vind je zeker niet alleen in kerken. Ik heb in de Australische woestijn ook de sterren gefotografeerd. In de reeks ‘Star Drawings’ heb ik geprobeerd de weg vast te leggen die de sterren afleggen door erg lange sluitertijden te gebruiken.’ Het resultaat zijn gitzwarte foto’s met lichtstrepen in geometrische vormen.
Dat die patronen erg op de kerkplafonds lijken, is niet verwonderlijk. Gotische gewelven werden zo ontworpen dat ze de hemel en dus Gods aanwezigheid zouden suggereren. Met sterren, wolken of een Christusfiguur op het plafond konden vrome kerkgangers zich een voorstelling maken van het hiernamaals.
En hoe denkt Stephenson zelf dat het er daar vanboven uitziet? ‘Ik ben er nog nooit geweest, dus ik zou het niet weten’, lacht hij. ‘Maar als ik onder zo’n gotisch gewelf sta, ervaar ik precies hetzelfde sublieme gevoel als onder een hemeldak vol sterren middenin de woestijn.’
David Stephenson is verbonden aan Julie Saul Gallery in New York. Zijn boeken ‘Visions of Heaven’ en ‘Heavenly Vaults’ verschenen bij Princeton Architectural Press, New York. Zijn eerste boek verscheen ook bij de Franse uitgeverij Citadelles & Mazenod onder de titel ‘Visions célestes’.
tekst: Iris De Feijter; De TIJD (www.tijd.be) - foto: David Stephenson
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties