Blog
Geplaatst op zaterdag 18 juni 2011 @ 13:36 door Calamandja , 1696 keer bekeken
Kerkhervormer Maarten Luther zorgde er als eerste voor dat gewone stervelingen de Bijbel in hun eigen taal mochten lezen en niet meer hoefden te luisteren naar het Latijnse gebrabbel van de priester. De kerk verbood namelijk het zelfstandig bijbellezen door leken - het zou veel te gevaarlijk zijn op eigen houtje de Schrift te interpreteren. Tenminste, zo luidt de populaire opvatting over de rol van Luther in de geschiedenis.
Dat populaire beeld is drastisch toe aan herziening. Al ver vóór Luther las iedereen de Bijbel. Dat blijkt uit de eerste resultaten van grootschalig historisch onderzoek op Europees niveau naar de cultuur van het bijbellezen in de Middeleeuwen, uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen. Bijbels in de volkstaal zijn zeker geen protestantse uitvinding, maar een fenomeen dat juist de late Middeleeuwen kenmerkte, toen de rooms-katholieke kerk nog als enige heer en meester was.
De gedachte dat gewone mensen pas sinds de Reformatie, zeshonderd jaar geleden, zelfstandig de Bijbel lezen is een hardnekkige protestantse mythe, in het leven geroepen door niemand minder dan Luther zelf. Dat zegt onderzoeksleidster Sabrina Corbellini: "Luther heeft het zelf zo gezegd in een van zijn beroemde tafelgesprekken. Hij zou gedurende zijn hele jeugd geen Bijbel hebben gezien. De kerk, zo suggereerde Luther, zou het boek onder de pet houden."
Volgens Corbellini, mediëviste, is deze propaganda van de Duitse kerkhervormer overgenomen door zijn volgelingen. "Door zich duidelijk af te zetten tegen het verleden (de 'donkere Middeleeuwen'), probeerden de protestanten hun identiteit als 'bijbelbevrijders' te creëren."
In werkelijkheid, zegt Corbellini, hadden Middeleeuwse lezers al lang vertalingen van de Bijbel tot hun beschikking. "Om in groepsverband of alleen te lezen, te becommentariëren, te mediteren en uit het hoofd te leren. De kerk stond dat toe, zolang er maar een orthodoxe boodschap werd verkondigd."
Corbellini en haar team komen tot hun conclusie na bronnenonderzoek in bibliotheken in Nederland, Vlaanderen, Frankrijk en Italië - gebieden die in de veertiende en vijftiende eeuw al sterk verstedelijkt waren. "We hebben voor het eerst structureel de vraag gesteld wie nu echt de lezer van de Bijbel was. Wie heeft het boek in handen gehad? In de steden was een geletterde elite aanwezig die kon lezen en schrijven. Het was niet alleen de bovenlaag. Er waren ook timmermannen, schoenmakers of voddenboeren bij die de Bijbel lazen. Latijn beheersten ze niet, maar ze hadden wel behoefte aan dit soort boeken." Een andere oorzaak is de opkomst van monnikenordes als de Franciscanen en Dominicanen. "Deze groepen oefenden veel invloed uit op leken omdat ze de wereld intraden."
Betekenen deze inzichten dat de statuur verbleekt van Maarten Luther als de grote 'bijbelbevrijder'? Herman Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn en directeur van het Instituut voor Reformatieonderzoek, denkt dat dit wel meevalt. "Luthers bijbelvertaling blijft nog steeds van grote betekenis. Hij bracht eenheid in de vertalingen die in omloop waren. Daarmee droeg hij bij aan de wording van de Duitse taal."
Selderhuis, die regelmatig publiceert over de Reformatie, kent de protestantse mythes maar al te goed. "Het idee dat Luther de eerste bijbelvertaling heeft gemaakt is er slechts een van", zegt hij. "Denk bijvoorbeeld ook aan de duizenden martelaren die gestorven zouden zijn voor de protestantse kerk. Ook een mythe. Het is goed om dit soort beelden bij te stellen of op te ruimen."
Onderzoekster Sabrina Corbellini zegt dat het 'zeker niet' haar bedoeling is om de rol van Luther te bagatelliseren. "Maar het is nu wel tijd voor een evaluatie van de rol van Luther. We kunnen nu zijn kritiek veel beter in een context plaatsen. Juist doordat de kerk in de Middeleeuwen vertalingen toestond was er een publiek ontstaan dat gewend was om te lezen. Het kan heel goed zijn dat dit een factor was voor het succes van de Reformatie."
Selderhuis beaamt dit. Hij plaatst de bevindingen van zijn collega's uit Groningen in een veranderende onderzoekstraditie. "Je ziet dat deze studies steeds vaker multidisciplinair worden aangepakt. De Reformatie is niet meer het exclusieve terrein van de theologie. Ook historici, sociologen en cultuurwetenschappers houden zich ermee bezig, wat interessante nieuwe inzichten oplevert."
Henk van den Belt, religiewetenschapper aan de Universiteit Utrecht, ziet eveneens nieuws in het onderzoek van Corbellini. "Er is nog niet zoveel onderzoek gedaan naar de gebruikers van bijbels in de Middeleeuwen. We weten al langer dat de Reformatie niet altijd een breuk betekende." Volgens Corbellini schuilt hierin de grote waarde van haar onderzoek. "We laten zien dat er veel meer continuïteit zit tussen de Middeleeuwen en de periode erna dan altijd wordt verondersteld."
Van den Belt uit Utrecht denkt overigens ook niet dat de rol van Luther in de geschiedenis is uitgespeeld. "Weliswaar blijkt nu dat er meer continuïteit is dan - vooral in confessioneel onderzoek - altijd is gesuggereerd. Maar de vraag hoe je de Bijbel kunt lezen, daarin heeft Luther wel degelijk een cruciale rol gespeeld. Hij zorgde voor de vrijheid om los van de kerk te interpreteren."
Bron: Gerrit-Jan Kleinjan; Trouw.nl
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.