Blogposts

Blog

Geplaatst op vrijdag 18 februari 2022 @ 18:06 door Calamandja , 472 keer bekeken

Middeleeuwse paarden waren he…

 
Middeleeuwse paarden waren helemaal niet groot, blijkt uit een uitgebreid botonderzoek. Wie vandaag een middeleeuwse ridder tegenkomt, zou denken dat hij op een pony rijdt.
 

Het belang van paarden op een laat-middeleeuws slagveld is nauwelijks te overschatten. Neem nu de slag bij Hastings. De Norman­diërs waren er zonder hun paarden waarschijnlijk niet in geslaagd om in 1066 Engeland te veroveren, en de geschiedenis in een andere plooi te leggen. Een ridderleger met goed getrainde paarden had een flinke streep voor – al was het geen garantie op de overwinning. Dat bewees de Guldensporenslag in 1302.
 
Maar uit onderzoek dat verscheen in het vaktijdschriftInternationalJournal of Osteoarchae­ology blijkt dat die paarden helemaal niet zo indrukwekkend waren als we vandaag denken. Een team van Engelse archeologen onderzocht 1.964 botten van paarden, gedateerd tussen 300 voor Christus en 1650. Met statistische modellen voor moderne paarden berekenden ze op basis van de ­oude botten de schofthoogte van de paarden.
 
Daaruit blijkt dat een paard uit de late middeleeuwen een gemiddelde schofthoogte had van 130 à 135 centimeter. Ter vergelijking: om te kwalificeren als pony moet de schofthoogte vandaag onder 148 centimeter blijven. Een warmbloed, die vandaag gebruikt wordt voor dressuur en springsport, heeft een schofthoogte van gemiddeld 170 centimeter. ‘Volgens de moderne standaarden waren de paarden van toen pony’s’, schrijven de auteurs. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, was de Engelsman toen overigens niet veel kleiner. Rond 1200 was de gemiddelde man 1,72 meter lang. Vandaag is dat 1,75 meter
 
Kopje kleiner?

 
Nieuw is de stelling dat middeleeuwse paarden klein waren zeker niet. In 1995 concludeerde John Clark, oud-conservator van het Museum of London dat ‘de meeste paarden – of ze nu bereden werden of werden ingezet op het land – in moderne tijden beschouwd zouden worden als pony’s’. Dat leidde hij uit skeletten af, maar ook uit de grootte van de hoefijzers en de kunstwerken uit die tijd. Ook al zijn die laatste niet erg betrouwbaar omdat perspectief en verhoudingen niet hun grootste zorg ­waren, paarden werden meestal als klein afgebeeld.
 
Vooral later, toen de schofthoogte van paarden fors opgedreven werd, werden ook in de kunst historische paarden aangelengd. Op het negentiende-eeuwse standbeeld in het Normandische Falaise zit Willem de Veroveraar, die de slag in Hastings won, op een uit de kluiten gewassen paard. Ook in de film Braveheart, die zich afspeelt in het Schotland van de veertiende eeuw, zijn het allesbehalve pony’s die vechten.
 
Mogen we die paarden dan defi­nitief minstens een kopje kleiner maken? ‘Het is een interessant ­onderzoek’, zegt Sergio Boffa. Hij is behalve conservator van het gemeentelijk museum in Nijvel ook onderzoeker aan de ULB, gespecialiseerd in historische oorlogsvoering. Maar het onderzoek maakt geen einde aan een lang debat in de historische wetenschap, vreest hij.
 
‘We weten dat de paarden in de middeleeuwen kleiner waren. Dat was niet alleen bij ons zo, maar ook bijvoorbeeld bij de samoerai in ­Japan. Dat blijkt ook wanneer de wapenuitrusting gepast wordt op een paard van vandaag’, zegt Boffa. ‘De hamvraag is: hoevéél kleiner waren de paarden van ridders?’
 
Slagers en leerlooiers
 
Helaas kunnen de onderzoekers geen onderscheid maken tussen paarden die ingezet werden bij veldslagen en paarden die pakweg het land hielpen bewerken. ‘En dat maakt natuurlijk wel uit. Mogelijk waren de paarden van de ridders groter, al zal dat niet véél groter ­geweest zijn: het ging misschien om tien centimeter’, zegt Boffa.
 
De onderzoekers erkennen dat paarden van ruiters mogelijk groter waren, maar merken op dat er in de periode vóór 1200 slechts één bot gevonden werd van een paard met een schofthoogte van meer dan anderhalve meter. In de periode daarna, tot 1350, vonden ze wel twee paarden die vermoedelijk ruim 160 centimeter waren.
 
Botten die opgegraven worden bij een slagveld zouden een aanwijzing kunnen geven, stelt Boffa. Maar helaas zijn die daar nauwelijks te vinden, stippen de onderzoekers aan. Ook een dood paard was best waardevol, en dus eindigden de kadavers meestal bij slagers en leerlooiers.
 
Rest nog de vraag der vragen: doet de grootte er wel toe? ‘In de eerste plaats moesten de paarden kunnen galopperen zonder te stoppen, de strijd aangaan en kunnen volhouden’, zegt Boffa. ‘De vraag naar een groter paard stelde zich niet. Want ze hadden geen keuze. De vraag was: een klein paard of ­helemaal geen paard. Een paard was toen beslissend: je was veel mobieler, je kon vluchten als het moest of vluchtende tegenstanders verslaan – wat de veldslag ­definitief bezegelde. En daarbij: ­iedereen had dezelfde paarden. Het is dus niet dat de tegenstander grotere exemplaren had.’
 
Bron: Dries De Smet, "Kijk uit! Daar komt een ridder op zijn pony"; De Standaard (standaard.be), februari 2022.



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.