Blog
Geplaatst op vrijdag 07 april 2023 @ 14:38 door Calamandja , 364 keer bekeken
Door de nachtelijke hemel te observeren hebben middeleeuwse monniken en Japanse kroniekschrijvers zonder het te weten een aantal van de krachtigste vulkaanuitbarstingen uit de geschiedenis opgetekend. Een internationaal team speurde in kronieken uit de 12e en 13e eeuw naar vermeldingen van uitzonderlijke maansverduisteringen en combineerde die met gegevens uit ijskernen en van boomringen, om een aantal van de grootste vulkaanuitbarstingen die de wereld ooit gekend heeft, nauwkeurig te dateren.
door Luc De Roy, VRT.be
De resultaten van de studie leggen nieuwe informatie bloot over een van de meest vulkanisch actieve perioden in de Europese geschiedenis, iets wat volgens sommigen bijgedragen heeft aan het teweegbrengen van de Kleine IJstijd, een lange periode van afkoeling waarin de Europese gletsjers aangroeiden.
Het team, dat onder leiding stond van de Université de Genève (UNIGE), had bijna vijf jaar nodig om honderden annalen en kronieken uit Europa en het Oosten te doorploegen, op zoek naar verwijzingen naar volledige maansverduisteringen en hun kleur.
Volledige maansverduisteringen vinden plaats als de maan door de schaduw van de aarde trekt. Doorgaans blijft de maan zichtbaar als een roodachtige bol omdat er nog steeds zonlicht op valt dat rond de aarde wordt gebogen door haar atmosfeer. Na een erg grote vulkaanuitbarsting kan er echter zo veel stof hangen in de stratosfeer - het middelste deel van de atmosfeer dat ruwweg begint op de hoogte waarop commerciële vliegtuigen meestal vliegen - dat de verduisterde maan bijna verdwijnt.
Middeleeuwse kroniekschrijvers noteerden en beschreven allerlei historische gebeurtenissen, onder meer de daden van koningen en pausen, belangrijke veldslagen en natuurrampen en hongersnoden.
Net zo opmerkenswaardig vonden ze hemelse fenomenen die dergelijke rampen zouden kunnen voorspellen. Met het bijbelboek 'De Openbaring van Johannes' in het achterhoofd, een visioen over de eindtijd waarin gesproken wordt over een 'bloedrode maan', waren de monniken erg zorgvuldig in het noteren van de kleur van de maan.
Van de 64 volledige maansverduisteringen die zich voorgedaan hebben in Europa tussen 1100 en 1300, noteerden de kroniekschrijvers er 51. In vijf van die gevallen meldden ze ook dat de maan uitzonderlijk donker was.
Sébastien Guillet, de hoofdauteur van de studie en een senior onderzoeker aan het Institut des sciences de l’environnement (ISE) van de UNIGE, kreeg het idee om een link te leggen tussen de kleur en de helderheid van de verduisterde maan en het vulkanische stof in de atmosfeer terwijl hij naar het album 'Dark Side of the Moon' van Pink Floyd aan het luisteren was.
"Ik was naar 'Dark Side of the Moon' aan het luisteren toen ik me realiseerde dat de donkerste maansverduisteringen allemaal plaatsvonden binnen ongeveer een jaar na grote vulkanische uitbarstingen. Aangezien we de exacte dagen van de verduisteringen kennen, opende dat de mogelijkheid om de waarnemingen ervan te gebruiken om het ogenblik nauwkeuriger te bepalen waarop de uitbarstingen gebeurd moeten zijn", zei hij.
De onderzoekers stelden vast dat kroniekschrijvers in Japan eveneens aandacht hadden voor maansverduisteringen.
Een van de bekendste, Fujiwara no Teika, schreef over een nooit geziene donkere maansverduistering die waargenomen werd op 2 december 1229. "De ouderen hadden dit nog nooit gezien zoals nu, de positie van de maanschijf was niet zichtbaar, net alsof ze verdwenen was tijdens de verduistering... Het was echt iets om bang van te worden."
Het stratosferische stof van grote vulkaanuitbarstingen was niet enkel verantwoordelijk voor de verdwijnende maan, het verlaagde ook de zomertemperaturen door het zonlicht te beperken dat het oppervlak van de aarde bereikte. Dat kon op zijn beurt dan weer leiden tot misoogsten.
"We weten uit eerder werk dat grote tropische uitbarstingen een wereldwijde afkoeling kunnen teweegbrengen van ruwweg 1 graad Celsius in de loop van enkele jaren", zei Markus Stoffel. "Ze kunnen ook leiden tot afwijkingen in de neerslag, met droogte op de ene plaats en overstromingen in een andere."
Stoffel is professor aan het ISE en een specialist in het omzetten van boomringen in klimaatgegevens. Hij is de laatste auteur van de studie, die hij mee hielp opzetten.
Ondanks deze effecten konden de mensen in die tijd zich niet voorstellen dat de slechte oogsten of de ongewone maansverduisteringen iets te maken hadden met vulkanen - op één na werden de uitbarstingen zelf niet opgetekend.
"We kennen deze uitbarstingen enkel omdat ze sporen hebben nagelaten in het ijs op Antarctica en Groenland", zei mede-auteur Clive Oppenheimer, een professor aan de afdeling geographie van de University of Cambridge. "Door de informatie van ijskernen en de beschrijvingen van de middeleeuwse monniken samen te brengen, kunnen we nu beter inschatten wanneer en waar een aantal van de grootste uitbarstingen uit deze periode plaatsvonden."
Om het maximum uit de integratie van de verschillende gegevens te halen, werkte Guillet samen met specialisten in klimaatmodellen om het meest waarschijnlijke tijdstip van de uitbarstingen te berekenen.
"Weten in elk seizoen de vulkanen uitgebarsten zijn, is essentieel, aangezien dat een invloed heeft op de verspreiding van het vulkanische stof, de afkoeling en andere klimaatanomalieën die geassocieerd worden met deze uitbarstingen", zei hij.
Naast het feit dat de resultaten van de studie toelaten de datum en de intensiteit van deze gebeurtenissen preciezer te bepalen, zijn de resultaten erg belangrijk omdat we uit de ijskernen weten dat de periode tussen 1100 en 1300 een van de meest vulkanisch actieve uit de geschiedenis is.
Tussen de 15 uitbarstingen die in de studie behandeld worden, is er één in het midden van de 13e eeuw die kan rivaliseren met de beruchte uitbarsting in 1815 van de Tambora in Indonesië. Die enorme uitbarsting heeft geleid tot 'het jaar zonder zomer' in 1816.
Het gezamenlijk effect van de middeleeuwse uitbarstingen op het klimaat op aarde kan geleid hebben tot de Kleine IJstijd, toen er wintermarkten gehouden op de bevroren rivieren van Europa.
"Het verbeteren van onze kennis over deze in andere opzichten mysterieuze uitbarstingen, is cruciaal om te begrijpen of en hoe het vulkanisme uit het verleden een invloed heeft gehad niet enkel op het klimaat maar ook op de samenleving in de middeleeuwen", besluiten de onderzoekers.
De studie van het internationale team is gepubliceerd in Nature. Dit artikel is gebaseerd op een persmededeling van de Université de Genève.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.