Blog
Geplaatst op dinsdag 19 juni 2012 @ 19:51 door Calamandja , 2245 keer bekeken
Rijk geïllustreerde pagina uit een kopie van de oorspronkelijke 6de-eeuwse wettekst ‘Lex Salica' die nu in de Stiftsbibliotheek van het Zwitserse Sankt-Gallen ligt.
De 350 oudste ‘Nederlandse' woorden zijn vijfhonderd jaar ouder dan de bekende ‘hebban olla vogala...' Het zijn vooral juridische termen, uit een zesde-eeuwse wettekst.
De oudste ‘Oudnederlandse' woorden die er nog zijn, werden in de zesde eeuw opgeschreven. Ze zijn deze maand toegevoegd aan de nieuwe editie van het online Oudnederlands Woordenboek van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie. Het gaat om 350 woorden die vijf eeuwen ouder zijn dan het bekende zinnetje ‘Hebban olla vogala...'. Wonderlijke woorden, zoals ‘frifrasagin': de verloving met een vrouw (fri) verbreken (‘verzeggen'). ‘Andarstrippi': andermans land (letterlijk: strook). En ‘ferthbero': een brenger van levensgevaar.
De verzameling bevat ook woorden die nog altijd in het Nederlands voortleven: moord (morther), vier (fither), vogel (focla), haan (hano), horige (horigo), vee (fe) en dorpel (durpello).
Al deze woorden staan in een Frankische wettekst uit de zesde eeuw, de Lex Salica. Het zijn Oud-Germaanse omschrijvingen van misdaden en vergrijpen, maar ook andere woorden die ter verduidelijking zijn toegevoegd in deze verder in het Latijn geschreven tekst.
De wettekst is in Noord-Frankrijk opgesteld, vertelt verantwoordelijk woordenboekredacteur Arend Quak. Daar werd in de zesde eeuw een vorm van Nederfrankisch (een Germaanse taal) gesproken die vermoedelijk verwant was aan het Germaans dat meer noordelijk, in de Lage Landen, werd gesproken.
Quak: ‘Dit Nederfrankisch is een van de talen die ten grondslag liggen aan het Nederlands. Naast het Saksisch, dat in Oost-Nederland en Duitsland gesproken werd, en het Fries, dat toen de taal van de Noordzeekust was. De hoofdmoot van wat wij tegenwoordig als Nederlands kennen, is Nederfrankisch.'
Griekse woorden
Zo bezien is het Nederfrankisch een soort Oudnederlands. ‘In Noord-Frankrijk werd het Nederfrankisch in de zevende eeuw definitief verdrongen door het Romaans. De vele handschriften die we hebben van de Lex Salica zijn van latere datum: van na die taalomslag. Met als gevolg dat de kopiisten die Germaanse woorden wel zagen staan en kopieerden, maar ze niet meer begrepen. Bovendien hanteerden ze in die tijd alweer een andere spelling.Ch werd h, bijvoorbeeld. Ook werden letters nogal eens verkeerd gelezen. Een u kon gemakkelijk als een a gelezen worden, een uu als een m, en een c als een t. En soms werden die woorden met andere woorden geassocieerd, bijvoorbeeld met Latijnse woorden, en daarom veranderd. In één handschrift schrijft de kopiist zelfs dat hij “die Griekse woorden” maar heeft weggelaten.'
De woorden zijn daardoor flink verhaspeld. ‘Ferthbero' (brenger van levensgevaar) komt in allerlei vormen voor: ferimbera, ferthebero, fertibero, fistirbiero en frictebero.
Door alle handschriften met elkaar te vergelijken kan, na veel gepuzzel, vaak de oorspronkelijke vorm gereconstrueerd worden. Ook heeft Quak het materiaal vergeleken met materiaal van andere Oudgermaanse talen, waar veel meer van is overgeleverd, zoals Oudhoogduits en Oudengels. De verschillen tussen de Germaanse talen waren indertijd minder groot dan nu.
Brijroerder
Quak zegt van ongeveer 75 procent van zijn reconstructies ‘vrij zeker' te zijn. Bij de rest heeft hij een vraagteken gezet.
Het mooiste woord vindt hij zelf heemheto. In de Latijnse wettekst wordt uitgelegd dat dat de stier is die de kudde aanvoert. ‘Heto is zoiets als “gebieder” en komt veel voor in het Oudgermaans. Ook “heem” komt veel voor, in de betekenis van huis, boerderij of dorp. De combinatie van die twee vond ik heel verrassend.'
Een van de reconstructies waar hij minder zeker van is, is het oude woord voor wijsvinger. In de handschriften komen verschillende varianten voor: biorotro, brioro en briorodero. ‘Dat zou je kunnen reconstrueren tot brioruoro: brijroerder, de vinger waarmee je in de brij roert.' Het woord staat in een paragraaf die gaat over het verminken van vingers: “Als de wijsvinger waarmee men de boog schiet, wordt afgeslagen, in de volkstaal ‘brijroerder', is de boete 35 schellingen.”'
Bron: Berthold van Maris, De Standaard 18 juni 2012.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties