Blogposts

Blog

Geplaatst op zaterdag 16 november 2024 @ 11:11 door Calamandja , 18 keer bekeken

Expo Judith, een Karo­lin­gi­…

 
Oké, het is nét geen tien. Het is een tien min. Maar de Judith-expositie in de Sint-Pietersabdij in Gent is de beste archeologische tentoonstelling in jaren. Het aanbod is precies groot genoeg om tot je te kunnen nemen zonder moe te worden, de voorwerpen zijn perfect gekozen, de uitleg is voorbeeldig, de inrichting deugt en het onderwerp is belangrijk. En dat onderwerp is niet de Karolingische prinses Judith.

Het onderwerp is het graf dat bekendstaat als S127. Het is in 2006 aangetroffen bij de aanleg van een onderaardse parkeergarage, ruwweg voor de ingang van de huidige abdijkerk. Een koolstofdatering maakte duidelijk dat het gebeente dateerde uit de negende eeuw; fysisch antropologisch onderzoek identificeerde het als het graf van een vrouw van een jaar of zestig. Omdat het graf lag binnen de grenzen van de Karolingische kerk, moest het gaan om iemand uit de absolute elite van de toenmalige samenleving.

Judith

De expositie presenteert de hypothese dat mevrouw S127 Judith moet zijn geweest, de rond 843 geboren dochter van koning Karel de Kale (r.840-877) en Ermentrudis. Voor Nederlandse lezers: Judith is de stammoeder van de graven van Vlaanderen. Haar ouders huwelijkten haar in 856 uit aan de koning van WessexÆthelwulf. Vijftien maanden later was koningin Judith alweer weduwe, maar ze hertrouwde meteen met haar stiefzoon Æthelbald, die ook al snel overleed. In 860 was Judith, die tweemaal een vermogen had geërfd, weer terug in het koninkrijk van haar vader.

En toen gebeurde er iets opmerkelijks: ze nam zelf het initiatief voor een derde huwelijk, tegen de zin van haar vader. Je kunt je voorstellen dat ze, inmiddels koningin, geen routine meer had in ondergeschiktheid. De man van haar keuze was Boudewijn met de IJzeren Arm, en haar vader nam meteen tegenmaatregelen: de bisschoppen spraken een banvloek uit over de relatie. De twee gelieven vertrokken naar Lotharingen, waar Lotharius II (r.855-869) aan de macht was.

Daarvandaan riepen ze de hulp in van paus Nicolaas I (r.858-867), die een verzoening wist te bewerkstelligen. De banvloek werd ingetrokken, het huwelijk werd ingezegend en Karel de Kale schonk zijn nieuwe schoonzoon het beheer over de kustprovincie Vlaanderen. Een verantwoordelijke positie, want inmiddels waren er Vikingaanvallen en Karel de Kale stelde alles in het werk om de kustverdediging te versterken.

Judith werd nog moeder van graaf Boudewijn II (r.879-918) en verdwijnt dan uit de bronnen, al zijn er speculaties dat ze heeft bemiddeld bij het huwelijk van haar zoon met een prinses uit Wessex. Vóór die speculatie pleit dat ze beschikte over de benodigde Britse contacten.

De hypothese

De gestorven leden van de Vlaamse grafelijke familie werden gewoonlijk bijgezet in de Sint-Pietersabdij, dus de hypothese dat ook Judith hier ligt begraven, is niet uit de lucht gegrepen. Meer precies: is het mevrouw S127?

De expositie presenteert voorbeeldig hoe wetenschappers zoiets toetsen. De uiteindelijke conclusie is dat ze de hypothese op bioarcheologische gronden noch kunnen bevestigen noch kunnen verwerpen. We zouden daarvoor een specifiek DNA-profiel moeten hebben en dat is er niet. Op historische gronden is er zelfs redelijke twijfel mogelijk, aangezien je zou hebben verwacht dat er in de Sint-Pietersabdij zou zijn gebeden voor Judith, althans, als ze er werkelijk begraven lag. Daarvoor zijn echter geen aanwijzingen. Het roept de vraag op wie dan wel in graf S127 is begraven.

Gelukkig heeft deze voorzichtige conclusie de makers van de tentoonstelling er niet van weerhouden een gezichtsreconstructie te maken van de vrouw uit S127 en die aan te kleden alsof het de Karolingische prinses, Britse koningin en Vlaamse gravin was. Ook is er een oogstrelend mooie jurk met dito sieraden. In zijzalen zijn aspecten van het toenmalige hofleven geïllustreerd, maar het hoofddeel van de tentoonstelling is de toetsing van de hypothese.

De historische context

De toetsing van de hypothese wordt langs twee lijnen gepresenteerd – het is immers een samenwerking van historici en archeologen. Voor wat betreft het historische onderzoek is een hele wand ingeruimd voor een tijdlijn. Het sterke ervan is dat hier niet alleen de voornaamste gebeurtenissen staan aangegeven, maar dat de betekenis daarvan meteen in twijfel wordt gesteld. De nuanceringen kunnen behoorlijk complex zijn, maar hier is een eenvoudig voorbeeld:

Tijdslijn

Einhard, de biograaf van Karel de Grote, was lekenabt van de Sint-Pietersabdij, en verder is er uitleg van het ambt van lekenabt én twijfel aan de bewering dat hij de stichter is van de abdij. Even verderop worden in de toelichting diverse motieven genoemd voor Judiths eerste huwelijk. Of we vernemen dat het verzet van Karel de Kale tegen Judiths derde huwelijk te maken kan hebben gehad met het feit dat de dubbele weduwe erg rijk was en de Vikingoorlogen Karels kas hadden uitgeput. Dat Boudewijn met de IJzeren Arm uit Laon zou komen, zoals vaak wordt beweerd, is “absoluut niet zeker”.

Deze vorm van historische toelichting is echt heel verhelderend. Ze voegt meer toe dan de historische context, maar toont tevens hoe ambigu onze informatie is. Ik kende deze presentatiewijze nog niet en ik hoop het voortaan in elk museum zo gedaan te zien.

Het archeologisch onderzoek

Ik stipte hierboven al aan dat mevrouw S127 is onderzocht met onder andere een koolstofdatering van het botmateriaal. Het fysisch antropologisch onderzoek waarmee is vastgesteld dat het skelet van een vrouw was, wordt geïllustreerd met bijvoorbeeld afgietsels van twee bekkens en schedels naast elkaar: je ziet zelf het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke variant. Het echte botmateriaal ligt in een vitrine met een deksel, waarop een nette waarschuwing staat dat je menselijke resten zult zien. We leren dat het dijbeen een aanwijzing biedt voor de totale lichaamslengte, terwijl een getoonde knie ouderdomskwaaltjes documenteert. De dikte van het tandglazuur van overledene S2372 heeft een defect dat duidt op een kinderziekte. Etc.

Plattegronden illustreren dat S127 lag binnen de Karolingische kerk, terwijl er ook aandacht is voor het isotopenonderzoek. Dat bewijst dat de overledene heen en weer is gegaan tussen het huidige Frankrijk, Groot-Brittannië en België. Het DNA-onderzoek, zo erkennen de tentoonstellingmakers, leverde weinig op omdat het middeleeuwse genetische materiaal nogal verbrokkeld was.

Heel goed is dat de expositie begint met de constatering dat bureauonderzoek de eerste fase is van welk archeologisch onderzoek dan ook. Ook is er nadruk op het belang van documentatie en het feit dat vondsten nooit voor zich spreken maar interpretatie behoeven. U weet wel, hermeneutiek is de gedeelde methode van de geesteswetenschappen. Het beste dat we momenteel mogen concluderen, vanuit de archeologie, is dat de maatschappelijke positie van mevrouw S127, haar mobiliteit en haar datering overeenkomen met wat we, vanuit de geschiedwetenschap, kunnen vertellen over het leven van Judith.

Kortom

Al met al een zeer succesvolle tentoonstelling. Te vaak beginnen archeologen, als ze hun vak moeten uitleggen, te neuzelen over vondsten, in plaats van dat ze mensen antwoord geven. Archeologie is een wetenschap en het gaat om interpretatie en het toetsen van hypotheses. Dat proces legt de Judith-expositie voorbeeldig uit en door de publieksvraag serieus te nemen, draagt ze bij aan het vertrouwen in de wetenschap.

Als er zo’n vijftig bruikleengevers zijn, weet je dat er werk van is gemaakt en dat zie je er meteen aan af. De wetenschappelijke publicatie, Judith of West Francia, Carolingian Princess and First Countess of Flanders onder redactie van Steven Vanderputten, mag er eveneens zijn. Kortom, een expositie om heel blij om te zijn. Ik heb dit blogje meteen zaterdagmiddag geschreven, in de trein terug naar huis. De expositie is nog tot en met 19 januari.

O ja: ik zei dat het rapportcijfer een tien min was. Geen tien. Het minpunt is de opening: een filmpje waarin vier onderzoekers hun verslag doen. Er is weer eens geen rekening gehouden met mensen die lijden aan hyperacusis. Als het gaat om inclusiviteit is er zelfs bij de beste tentoonstellingen nog een lange weg te gaan.

 
Bron: Jona Lendering; Mainzer Beobachter (mainzerbeobachter.com)

Gezichtsreconstructie, gebaseerd op S127



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.