Blog
Geplaatst op zaterdag 13 juni 2015 @ 22:26 door Calamandja , 1694 keer bekeken
Via prachtig verluchte muziekhandschriften uit het atelier van Petrus Alamire, duikt u in het Vlaanderen en Europa van rond 1500 en maakt u kennis met het toenmalige kunst- en wereldbeeld en zijn machthebbers, componisten en musici. De koor- en liedboeken, die worden bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel en het Stadsarchief in Mechelen tonen we in al hun pracht. Meestal zijn ze bestemd om meerstemmig uit te zingen in het koor van een kerk en rijkelijk versierd met randen vol bloemen, dieren en sierlijke kalligrafische initialen.
De koorboeken worden in de imposante gotische O.L.V.-Kathedraal van Antwerpen in een bijzondere tentoonstelling visueel en auditief tot leven gebracht. Niet alleen ziet u met welk vakmanschap ze werden gemaakt, via digitale beelden van de mooiste paginas en de mooiste details krijgt u toegang tot het hele handschrift. In samenwerking met de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Antwerpen wordt het verhaal van het handschrift verder geïllustreerd aan de hand van kunstwerken uit die tijd.
Met een hoofdtelefoon treedt u binnen in de wereld van de laatmiddeleeuwse meerstemmigheid of polyfonie die, als ze wordt gezongen, een universum van klank opent dat vele harten kan beroeren. Deze composities, in de Lage Landen gecomponeerd, veroverden in die tijd heel Europa en werden bijzonder hoog aangeschreven. Al wandelend door een klank- en video-installatie van kunstenaar Rudi Knoops ervaart u het polyfone weefsel van de muziek als geheel of als een veelheid van individuele muzikale lijnen en ziet u de musici aan het werk.
Petrus Alamire
Petrus Alamire (ook Pierre Alamire, Imhoff, Imhove of Van den Hove), (Neurenberg, circa 26 juni 1470 - 1536) was een Duits-Nederlandse muziekkopiist, componist, instrumentalist, mijningenieur, zakenman, diplomaat en (dubbel)spion (?) uit de Renaissance. Hij was in zijn tijd een van de meest begaafde kopiisten van muziek en verschillende ondertussen beroemde Nederlandse polyfonisten danken het voortbestaan van hun oeuvre aan zijn beroemde verluchte handschriftelijke kopieën; daarenboven spioneerde hij voor het hof van Hendrik VIII van Engeland.
Hij werd geboren in een familie van zakenlieden in Neurenberg in Beieren, maar kwam op al jonge leeftijd naar de Zeventien Provinciën. Alamire was zijn echte naam niet; de naam was een muzikale hint, waarbij "A" op de toonhoogte slaat en de solfège-lettergrepen "la", "mi" en "re" respectievelijk de zesde, derde en tweede van de toonladder zijn. Zijn oorspronkelijke Hoogduitse naam was waarschijnlijk Imhoff, Imhove, maar gegevens over zijn familiale achtergrond zijn schaars.
In de late jaren 1490 begon hij opdrachten te krijgen voor werk in de Lage Landen, onder meer in 's-Hertogenbosch en Antwerpen, waar zijn indrukwekkende begaafdheid bij het kopiëren van muziek en het verluchten van handschriften onmiddellijk naar waarde werden geschat. Dit was ook de tijd waarin de muzikale creatieve explosie die in de Nederlanden plaatsvond een hoogtepunt had bereikt; de provinciën leverden meer componisten dan de rest van Europa in zijn geheel deed, en deze componisten emigreerden naar andere streken, in het bijzonder naar die vorstelijke en adellijke hoven die over de middelen beschikten om hen tewerk te stellen.
Tegen 1503 had Alamire al een muziekuitgave voor Filips de Schone klaar, en tegen 1509 was hij een hoveling van aartshertog Karel, de latere keizer Karel V. Zijn handschriften zouden uitgroeien tot bijzonder waardevolle geschenken, aangezien de Europese adel meestal muziek hoog inschatte, en er voor de nakende verkiezing van keizer van het Heilige Roomse Rijk bij de keurvorsten stemmen moesten worden geronseld.
Alamire verhuisde ergens tussen 1505 en 1516 van Antwerpen naar Mechelen, toen residentie van de landvoogdes van de Nederlanden. Hoewel hij vaak op reis was, zou Mechelen vanaf 1516 zijn vaste stek blijven.
Spionnenloopbaan
Onder het mom een handelaar in handschriften te zijn, een kapelaan, een zanger en een muzikant, reisde hij tussen 1515 en 1518 tussen Londen en het continent als een spion voor Hendrik VIII tegen de Engelse troonpretendent Richard de la Pole, die voornamelijk in Metz verbleef. Alamire werd bijgestaan door de Vlaamse bazuinspeler, Hans Nagel. In juni 1516 trok hij met zijn muziekinstrumenten en handschriften naar het Engeland om instructies te krijgen van de koning en van kardinaal Thomas Wolsey.
Hendrik VIII en Wolsey begonnen hem echter te wantrouwen, en inderdaad kwamen ze er gauw achter dat hij als dubbelspion werkte voor de la Pole; Alamire, op zijn leven gesteld, is na deze ontdekking niet meer naar Engeland teruggekeerd. Het hoeft niet te verwonderen dat weinig Engelse componisten in zijn handschriften zijn vertegenwoordigd.
Gedurende de jaren 1520 was Alamire, naast illustrator en copiïst, een diplomaat en hoveling. Hij speelde zowaar postbode voor een aantal van de voornaamste humanisten van zijn tijd. Desiderius Erasmus beschreef hem als "niet ongeestig", en Alamire's veelvuldige gortige opmerkingen over de zangers en muzikanten van zijn tijd geven daar blijk van; verschillende van zijn brieven zijn overgeleverd en ze staan boordevol epigrammen en vindingrijke beledigingen.
Muziek was niet zijn enige competentie. Van koning Christiaan III van Denemarken ontving hij een ruimhartige bezoldiging voor onderricht in de mijnbouw (mijnbouw kan hier echter ook een metaforische uitdrukking zijn voor spionage; maar meer bijzonderheden dienaangaande zijn niet bekend).
In 1534 ontving Alamire een genereus pensioen van Maria van Hongarije, voor wie hij een aantal handschriften had gemaakt in de vroege jaren 1530. Na die periode verdwijnt hij uit de rekeningen van het hof. Hij overleed in Mechelen.
Inhoud van de handschriften en bewaarplaatsen
De werken van eersterangsvertegenwoordigers van de Nederlandse polyfonie, zijn te vinden in Alamire’s handschriften. Het betreft onder meer werk van Johannes Ockeghem, Josquin Desprez, Pierre Moulu, Heinrich Isaac, Adriaan Willaert en Pierre de la Rue. De la Rue, de lievelingscomponist van Margaretha van Oostenrijk, is beter vertegenwoordigd dan enig ander componist, en vrijwel het volledige van hem overgeleverde oeuvre kennen we dankzij Alamire's handschriftenverzameling.
Alamire’s kopieën van muziekstukken worden aangetroffen in tal van Europese bibliotheken, waaronder die van de Habsburgers in Wenen, in Londen (het handschrift van Hendrik VIII), het Vaticaan (een handschrift voor Paus Leo X), Brussel, Mechelen,München en Jena, dat de hofbibliotheek bewaart van Frederik III de Wijze, keurvorst van Saksen. Enkele kleinere fragmenten worden bewaard in de rijksarchieven van Brugge, Gent en Anderlecht, in het museum Plantijn-Moretus in Antwerpen en in het stadsarchief van Tongeren.
Een enkele muzikale compositie kan met zekerheid aan Alamire worden toegeschreven, een vierstemmige tekstloze zetting van het Nederlandse lied Tandernaken op den Rijn. Alamire‘s klaarblijkelijke kwaliteiten als componist laten vermoeden dat verschillende anonieme werken uit die tijd van zijn hand zouden kunnen zijn.
Website Alamire Foundation
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.