Blog
Geplaatst op zaterdag 19 februari 2011 @ 19:31 door Calamandja , 1849 keer bekeken
De tentoonstelling opent met een houtdruk uit 1500 van de Italiaanse kunstenaar Jacopo de’ Barbari. Het werk is een indrukwekkend stadsplan van Venetië. De kaart doet de grandeur van de stad alle eer aan. In die periode was Venetië het commerciële hart van het zuiden van Europa. Met acht zeevaartroutes was de stad de poort tot de Arabische wereld. Hoger in het noorden vervulde de haven van Antwerpen een gelijkaardige rol. De stad was een knooppunt van internationale handel en een draaischijf voor de doorvoer van goederen naar het zuiden, naar Venetië dus.
Ook kunstwerken werden over en weer verscheept. Ze waren bestemd voor de collecties van rijke Italiaanse en Vlaamse handelaars en bankiers. Die uitwisseling sorteerde een groot effect op de kunst in beide steden. De kunstenaars keken hun ogen uit bij het werk van hun buitenlandse collega’s.
Die kruisbestuiving leverde prachtige kunstwerken op, leert de tentoonstelling. Het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen leende 15 topschilderijen van Vlaamse meesters uit. De Accademia Carrara di Bergamo schonk 52 Italiaanse schilderijen. Door die verhouding is het toch vooral een Italiaanse tentoonstelling geworden, wat een beetje jammer is. Maar het plaatsen van Italiaanse naast Vlaamse schilders om elkaars invloed aan te tonen is expomatig erg interessant.
Van der Weyden
De tentoonstelling is chronologisch opgebouwd van de 15de tot de 18de eeuw, wat gezien het opzet vrij logisch is. In de 15de eeuw stond de Vlaamse schilderkunst verder dan de Italiaanse. Pisanello mag dan wel in 1441 met ‘Lionello d’Este’ het eerste moderne portret hebben geschilderd, toen de Italianen kennismaakten met het werk van Rogier van der Weyden en Jan van Eyck konden ze niet anders dan nederig het hoofd buigen. Een blik op Van der Weydens portret van Philippe de Croy uit 1461 volstaat om te begrijpen waarom. De Vlaamse primitieven koppelden vormelijke en technische perfectie aan het tonen van gevoelens.
Maar de Italianen leerden snel bij, met dank aan Giovanni Bellini, die in de 15de eeuw de Venetiaanse schilderkunst op een hoger peil bracht door Vlaamse elementen te incorporeren. Op de expo zijn enkele prachtige werken van hem te zien. Op twee daarvan, ‘Christus beweend door Maria en Johannes de Evangelist’ en ‘Maria met Kind’, gaat de beeldende kunstenares Berlinde De Bruyckere met hem in dialoog. Tegenover de zuiverheid van Bellini staat de weerzinwekkendheid - het gaat om ontzielde vleselijke lichamen - van De Bruyckere. De combinatie is geslaagd omdat ze zo bevreemdend is.
Portretten
In de 16de eeuw nam Titiaan de rol van Bellini over als gangmaker van de Venetiaanse schilderkunst. Zijn invloed op zijn tijdgenoten kan niet overschat worden. Zijn kleurgebruik was nieuw en hij maakte van het landschapsschilderij een apart genre. Tot dan was het landschap vooral de achtergrond bij een portret. Titiaan was een van de grote voorbeelden van Rubens, die in 1600 naar Venetië trok om het werk van Titiaan, Veronese en Tintoretto te bestuderen. Hij werd er begeesterd door het kleurgebruik, de snelle schildertechniek en de weidsheid van de ruimten die op doek werden gebracht. Rubens mag zonder overdrijven de erfgenaam van de Venetiaanse schilderkunst genoemd worden. Jammer dat slechts één werk van Rubens te zien is: ‘De Heilige Drievuldigheid’ uit 1620. Ook zijn opvolger Jacob Jordaens is met één werk vertegenwoordigd: ‘Bacchus’ uit 1642. Jordaens is tot zijn grote spijt nooit in Venetië geraakt, maar ook hij is erg beïnvloed door Titiaan.
De culturele banden tussen Vlaanderen en Venetië werden in de 17de en 18de eeuw losser. Vlaanderen ontdekte het stilleven met schilders als Joannes Fijt en Frans Snijders. Venetië verloor zijn rol als internationale handelsstad en dat weerspiegelde zich ook in de kunst. De schilders trokken zich terug in het ‘vedutisme’. Ze schilderden de kanalen, de bruggen van Venetië. Lang niet zo boeiend als het werk van Bellini en Titiaan in de eeuwen daarvoor. Het maakt ook dat de mooiste werken van de expo vooral in het begin te bewonderen zijn. En dat de wederzijdse beïnvloeding toch vooral in de 15de en 16de eeuw plaatsvond.
‘Venetian and Flemish Masters’, Paleis voor Schone Kunsten, tot 8 mei, www.bozar.be
Bron: Koen van Boxem; De TIJD
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.